Boek

Tan Twan Eng: Tuin van de avondnevel

Bij Marthy raadde dit boek aan, dat ik snel uit de bieb kon ophalen.

“De tuin van de avondnevel” geschreven door Tan Twan Eng, vertelt het verhaal van Yun Ling, die in Malaya (Maleisie) opgroeide.

Tijdens de Japanse bezetting werd zij en haar zus gedeporteerd naar een gevangenkamp. Waar zich dat bevond, is nog steeds onbekend. Om de verschrikkingen te weerstaan vertellen de zussen elkaar over Kyoto en de mooie tuinen die ze daar zegen.

Haar zusje eiste dat Yun Ling zou vluchten als zich de gelegenheid zou voordoen. Maar daardoor blijft ze haar hele leven geplaagd door die belofte.

Dan besluit ze om een Japanse tuin aan te leggen en gaat ze in de leer bij Arimoto, een Japanse tuinier, die hovenier van de keizer was.

Een boek over herinneringen, vernederingen, haat, maar ook bittere en toch dierbare momenten. Hoe de tijd alle wonden heelt, maar de herinnering onuitwisbare littekens achterlaat.

Een boek om ademloos uit te lezen.

Wandelen

Vorige week, toen de 4-daagse zou beginnen maar een dag werd opgeschort vanwege de hitte, waren wij in Drenthe.

Ja, het was warm, ongetwijfeld. Maar wat werden we beroerd van al die ongelofelijk opgefokte berichten over de warmte. Alsof het nog nooit boven de 30 graden was geweest.

Je kon geen krant lezen, radio beluisteren of tv bekijken of er werd over de hitte en het hitteplan en de daaruit volgende gele, oranje en rode codes gepraat. En het leek wel of iedereen zijn oren er naar liet hangen. Want de wegen waren stil, de terrassen leeg.

En wat deden wij? Wij hadden al in Rotterdam besloten dat we lekker zouden gaan wandelen. Natuurlijk geen 40 kilometer, maar ja, zulke afstanden lopen we sowieso niet. We hadden een leuke wandeling gevonden, waar je in snel tempo wel in een krap uurtje mee klaar zou zijn. Maar waarom haasten? We liepen op ons gemak, aten wat en dronken ons flesje water leeg op een bankje in de schaduw. We hebben genoten van de rust en de stilte.

Slechts twee mannen trotseerden ook die “vreselijke hitte”. Ook zij leken niet al te veel onder de indruk.

Boek

Sommige boeken trekken je meteen in het verhaal. Bij Het lied van de Mistral ging het een beetje moeizaam. Waar dat aan ligt. Ik weet het niet. Er lopen wel vaker verschillende lijnen door elkaar in een verhaal.

Olivier Mak-Bouchard: Het lied van de Mistral

De ik-figuur woont met zijn vrouw Blanche in een klein vlekje in de Provence. Ze hebben weliswaar goed contact met de buren, maar komen er niet regelmatig over de vloer.

Tijdens een noodweer stort een deel van een muur in op het terrein van de buurman. In de stromende regen komt hij de verteller halen. Waarom? Dat is het begin van een vreemde ontwikkeling.

Buurman denkt dat er een bron is en begint met graven en de schrijver helpt mee. Enigszins tegen wil en dank, maar steeds enthousiaster. Ze ontdekken inderdaad een waterbron. En water is meer dan goud in het droge gebied.

Was die bron er altijd al? Het lijkt er niet op. Maar uit welke tijd is ie dan wel? En moeten ze het melden bij de autoriteiten? Want er worden ook oude voorwerpen gevonden. Hebben die archeologische waarde? En dat water, kun je dat drinken of zou het alleen geschikt zijn voor bewatering van de kersenboomgaard? zoveel vragen zonder duidelijk antwoord.

Het wordt steeds geheimzinniger, vreemder en soms lijken sagen, legenden en koortsdromen door elkaar te lopen. Totdat een natuurramp leidt tot een onoverkomelijk einde.

Ik vond wel een mooi, maar wat bevreemdend boek, met bespiegelingen over de natuur van de streek en diverse facetten van de geschiedenis.

Bloesempracht

De Prunus

Eigenlijk staat de boom al een paar dagen zo in bloei. Elk jaar weer een geluk om pal voor ons huis te hebben.
Zondagmorgen hoorde ik dit gedicht van Garmt Stuiveling bij De Sandwich van Jacques Klöters. Ik moest het wel delen!

Onverwacht en plotseling
stond de prunus deze morgen
weer met tak en stam verborgen
in een wolk van bloeseming,
die zo blank,
zo smetloos zuiver
straald’ en met de wind bewoog,
dat door mij een stille huiver
van verraste vreugde vloog.

Want nog enkel zwart en strak,
niet gereed nog tot ontluiken,
wist ik in geboomt’ en struiken
ieder twijgje, elke tak;
slechts de kruin van d’ oude steile
statige kastanjestam
brandde, met doorzichtig ijle
glanzend groene vlam bij vlam.

En nu plots, in deze nacht,
is de prunus weer ontloken,
overdadig uitgebroken
tot één eindeloze pracht. –
O, ik wist dat het zou komen,
dit onstuimige festijn,
maar ik had niet durven dromen
dat het zo volmaakt zou zijn!

Garmt Stuiveling (1907 – 1985)
uit: Elementen, Arbeiderspers, 1936

Kunst(je)

Meestal gebruik ik eigen foto’s en dan nog helemaal onbewerkt. Nou ja, kleiner gemaakt omdat ze anders niet passen in een blog. Maar geen filters, veranderingen of wat dan ook. Puur foto dus.

Maar ik zie zo nu en dan wel eens iets voorbij gaan waarvan ik denk, “dat zou ook wel eens leuk kunnen wezen”.

En zo zat ik laatst een beetje te spelen met wat foto’s. Niet alles werd toonbaar. Dat lag aan de foto’s, maar ook aan wat ik allemaal (nog) niet kan.

Maar dit wil ik toch wel laten zien. Een foto van wat daglelies in onze tuin, gefotografeerd bij volle zon. En daarna omgezet naar een potloodtekening met Photoshop. Beetje zitten schuiven met kleursterkte en toen was dit het resultaat.

Zeker niet verkeerd toch?

Dit is de originele foto. Best aardig voor het archief, maar niet zo heel erg bijzonder.

Wat leuk toch dat je er nu met wat techniek iets aardigs van kunt maken.

Genieten

Ondanks alle narigheid van deze tijden, voel ik me beslist niet ongelukkig. Reizen is heerlijk, maar thuisblijven heeft ook z’n charme. En ik ben van nature optimistisch. Er komen betere tijden, daar ben ik van overtuigd.

In de tussentijd moet je natuurlijk zien te vermaken. Ik heb mijn hobby’s, ik lees eens een boek en speel een spelletje op m’n tablet.

Natuurlijk gaan we zo nu en dan even wandelen. En dan valt op hoe helder de lucht nu is. Van het zuiverste blauw. De net ontluikende takken steken er mooi bij af. En dat is echt genieten.

Jetses

Ik schat zo maar in dat mijn generatie is opgegroeid met en heeft lezen lezen door de plaatjes van Jetses. Het aap, noot, Mies zit in ons DNA gebakken. Nu leren de kinderen weer heel anders lezen. Maar ja, die zouden die oude wereld van toen, zonder radio, TV of internet helemaal niet herkennen. Die kennen weer boom, roos en …? En weten al heel snel wat swipen, appen of een QR-code is.

Rotterdam, Ommoord

Zo zal elk tijdperk wel zijn eigen idioom kennen. Maar telkens als ik langs zo’n wei wandel met schapen of paarden, denk ik aan Jetses. Ik vind het gewoon een heerlijk gezicht.

Kinderlijk genoegen…

Het was nog even dubben of ik wel zou gaan wandelen, want het regende donderdag. Maar toch besloten om te gaan en de weergoden te trotseren. En dat pakte heel gezellig uit.

Zes dames waren er en we namen dit keer eens een nog niet zo vaak belopen gebied, het Hoge Bergse Bos. Een wandeling daarheen had ik al eens uitgezocht. Maar jammer genoeg kun je bij het uitzoeken op de computer niet zien of je echte wandelpaadjes neemt of dat het meer asfalt is. En dat laatste bleek het geval. Maar toen we iemand aan het maaien zagen, vroegen we hem de weg.

Het vee-hek door en daar stonden we meteen in wild 😉 gebied. Het paadje was net gemaaid. Verderop stuitten we op een heel stuk met uitbundig groeiende bramen. En dan worden keurige dames opeens weer kinderen. We plukten en snoepten van het fruit. Een dame zocht en vond nog een plastic zakje en scharrelde haar toetje van de dag bij elkaar. Dat het soms een beetje regende maakte de wandeling juist nog leuker. Want deze vrouwen zijn toch zeker niet van suiker!

Robbeneiland

Denk nou niet dat ik even naar Zuid Afrika ben geweest, want dit is Robbeneiland, vlakbij Rotterdam

Want in dat grote, drukke en industriële Maasvlakte-gebied ligt dit eilandje. De eerste opzet was een plek te maken voor grote tankers om aan- en af te meren. Dat werd de Nijlhaven. Maar waarom dan niet meteen iets wat meer aantrekkelijks te maken? En zo werd het piepkleine eilandje voorzien van een strand en wat gras. De rest moest de natuur zelf doen en dan maar hopen dat er wat leven zou komen. En dat kwam er. Vogels vonden het wel een geschikte plek, maar ook de zeehonden die rond de Maasvlakte zwemmen liggen er graag. Bij een beetje gunstige wind en wat zon zijn het er heel wat. Wij spotten er meer dan tien! Het eilandje is niet toegankelijk, maar er varen wel regelmatig schepen voorbij. De zeehonden houden al dat verkeer nauwlettend in de gaten en zodra een schip iets te dichtbij komt floepen ze allemaal het water in.

Doordraven…

Vorige week kocht ik zo’n ouderwetse set vliegenvangers. Van die stroken met zeer kleverig spul er op, waar vliegen tegenaan zouden vliegen en vast komen te zitten. Nu las ik ergens dat sommige mensen dat zielig voor de vliegen vinden. Ik ben beslist tegen alle soorten van dierenmishandeling, maar dit gaat me toch iets te ver. Als mens je laten plagen -of nog erger ziek worden- van vliegen omdat je ze niet dood wilt maken. Ja, er zijn natuurlijk ook vliegenmeppers, maar de heel tijd achter zo’n beest aan gaan en dan overal vieze vlekken op de muren maken, vind ik ook geen optie.
Maar het kan nog vreemder. In de Oostvaardersplassen zijn parasols neergezet om de grote grazers tegen de zon te beschermen. Wie komt op het idee? Dan heb je toch geen benul van natuur? Die dieren zijn heel goed in staat om onze zomer door te komen. Op de grote steppes worden tenslotte ook geen zonneschermen geplaatst.