Hoe ging dat…

Het is heel gewoon tegenwoordig, in de trein kun je naar het toilet. Alhoewel…. er zijn nog steeds treinen zonder wc.

Voor een kort ritje geen bezwaar, maar een langere rit is een ander verhaal. Meestal probeer ik zo’n bezoek uit te stellen. Thuis is het toch veel prettiger, veel meer privacy. Tijdens onze treinreis vanuit Londen kon ik het echter niet vermijden. Nou ja, wat moet dat moet!

En dan kan ik soms zo verdwalen in mijn eigen hersenspinsels… Want ineens moest ik denken aan veel, veel vroeger. Aan de tijd van de eerste treinen. Nieuwerwetse gekkigheden, dat heeft men toen natuurlijk gedacht over die nieuwe supersnelle wagens, die wel 40 kilometer per uur konden. Waar je binnen een paar uur van Amsterdam naar Haarlem ging.

Toen zullen de vrouwen toch ook wel eens hoge nood gehad hebben. Moet je voorstellen, met al die rokken….

Dus vroeg ik me af, hoe ging dat toen?

De exacte tijd

Hoewel we al vaker in Londen waren, bezochten we nog nooit Greenwich. En dat terwijl het toch een zeer belangrijke plek op de wereld is.

Want in Greenwich ligt het begin van de aarde. Zo zag ik dat tenminste toen ik voor het eerst over de 0-meridiaan hoorde op school. Dat beeld is natuurlijk inmiddels bijgedraaid en weet ik dat die meridiaan gewoon een denkbeeldige lijn op de aarde is. Maar nu net Google maps zijn meridianen belangrijk voor de plaatsbepaling. En wilde ik dus beslist die beroemde lijn zien.

Het was heerlijk weer en de wandeling door Greenwich park was geen beproeving. We bewonderden het uitzicht van af de heuvel op de skyline van Londen.

Natuurlijk stond ik met m’n voeten aan weerzijden van de 0-lijn, al was het lang niet spectaculair als ik altijd had gedacht….!

En we wachtten met velen tussen half één en één uur op de rode bal op het dak van The Obervatory. Exact op tijd schoot de bal omhoog en markeerde daarmee dat het die dag exact 13 uur was.

Rood

De straten in Londen zijn vaak kleurrijk genoeg. Natuurlijk is er kleur in de etalages in de winkelstraten met hun blingbling en de vele kleurtjes van de mode, schoenen en tassen.

Maar ook hebben de huizen deuren in de meest felle kleuren en soms ontdek je een heerlijk zacht snoeproze of babyblauw huis.

Maar de meest opvallende kleur is toch rood. Allereerst natuurlijk de steeds maar langs zoevende rode dubbeldekkers.

De knalrode telefooncellen, die nog overal te vinden zijn en ook nog werken…? Al vraag ik me af wie er nog gebruik van maakt in deze smartphone tijd.

En dan ook nog rode brievenbussen.

Die vallen echt op. Nou ja, tenminste als je niet op zoek bent naar een brievenbus. Want dan zie er natuurlijk geen een.

Hustle bustle

We zaten vorige week al vroeg, om half zeven, in de metro, op weg naar het CS.

Alhoewel ik het best spannend vond, zo’n rit onder de zee door, was ik niet zenuwachtig. Het viel dan ook alleszins mee. Je gaat al door zoveel tunnels, dat die lange niet eens meer opvalt.

En dan kom je aan op St. Pancras in Londen. Een heel andere sfeer dan in Rotterdam. Internationaler, drukker, kleuriger….

We namen eerst koffie en een broodje. Aan een piepklein tafeltje gezeten keken we naar de “hustle and bustle” van de internationale reizigers. Sommige verveeld, anderen gestresst.

Mannen in strakke pakken, korte broeken, op slippers of in hippe sneakers. Vrouwen in kleurige sari’s, anderen compleet in het zwart gesluierd, met slechts de ogen vrij. Nooit alleen op pad, altijd een man er naast.

Voor de balans ook veel jong en niet jonge meisjes in weinig meer dan wat voor de goede orde bedekt moet worden. Soms met een betoverend figuurtje en geschikt om zo de catwalk op te gaan. Maar vaak ook met veel vertoon van vlees dat beter verhuld had kunnen worden.

We namen dan ook even de tijd dat allemaal aan te kijken, maar gingen tenslotte toch op zoek naar een nieuwe Oystercard voor het openbaar vervoer. Die oude kaarten hebben we niet terug gevonden.

En dan de Tube in. Met zijn speciale geurtjes, de geluiden en nog steeds de waarschuwing “mind the gap”. Op weg naar het hotel….

Dat was keurig geregeld. De kamer was al beschikbaar, dus we konden even op verhaal komen.

Gouden ei

Toen ik bezig was met de voorbereiding van ons tripje naar London, dacht ik ineens weer aan de eerste keer dat ik daar was.

Dat was met mijn ouders, in 1959 of 1960. We logeerden bij vrienden van mijn vader. Zij hadden allerlei uitstapjes bedacht en ik genoot ervan. Londen was enorm, druk en in mijn ogen zeer exotisch.

Op een avond gingen we eten in The Golden Egg. We kregen spaghetti. Mijn vader vond het niks, ik daarentegen had nog nooit zoiets lekkers gegeten.

Bron: Google

In The Golden Egg kon je eten voor redelijke prijzen. Ze behoorden tot een keten zoals Wimpy en werden later overgenomen door Lyons.

Ik denk nog wel meer mensen zich deze restaurants herinneren.

Dubbeldekker

In Londen wil je natuurlijk zo veel mogelijk zien. Maar die stad is onmetelijk groot. Wil je snel ergens naar toe, dan neem je de Tube. Maar ondergronds zie je niet veel van de stad.

Een beter alternatief is de bus. Zo’n leuke rode dubbeldekker. En dan meteen naar boven voor het mooie uitzicht.

Misschien ligt het aan ons, maar het Londense verkeer bestaat uit steeds meer aaneensluitende files. Dus is het optrekken, stoppen, optrekken, wachten, optrekken en weer -abrupt- stoppen.

Niet zo prettig als die steile trap naar beneden wilt. En je wilt ook niet te laat zijn met uitstappen.

De eerste avond de beste lag ik dan ook opgevouwen tussen die trap en Leo’s brede rug. Vraag me niet hoe ik zo snel weer enigszins rechtop stond. Dat weet ik nog steeds niet. Niks gebroken, hier en daar wat blauwe plekken, maar nog geheel intact. Wel hadden we allebei de schrik in de benen.

Voortaan dus maar gewoon beneden een plekje zoeken. Je staande houden in een Londense bus is niet zo gemakkelijk.

Detail

Bron: Facebook / bericht E.C. Weve

Zo op het eerste oog niet duidelijk te zien wat het is, maar dit is een oog in het zeil van een schip. Voor de stevigheid werden er met hennep steken omheen gezet. Maar hoe en met zoveel liefde voor detail werd dat gedaan…

Het dateert van rond 1800 en hennep werd gebruikt omdat dat zoveel sterker is en tegen zeewater kan.

Zo’n detail maakt het heel bijzonder, al vraag ik me af wanneer men er op lette. Maar mooi is het en een knap staaltje vakmanschap.

Boek

Cathalijne Boland: Reuchlins reis

Een boek over de Holland-Amerika Lijn, dat wilde ik wel lezen. Geen roman, geen reisverslag, maar het leven van een man in goede doen. Hij is zoon van de oprichter van de Holland-Amerika Lijn, behoort tot de gegoede burgerij van Rotterdam.

Hij reist van in luxe hutten van Europa naar Amerika, woont in New York, maar ook in Wenen, Bremen en Parijs. Zijn thuis is toch Rotterdam, waar zijn vrouw Atie en zijn kinderen op hem wachten.

Zijn leven staat in schril contrast met de levens van de miljoenen landverhuizers, die ook aan boord van de grote oceaanstomers gaan. Op weg naar een onzekere toekomst, weg van de honger en ontberingen in Oost Europa en vaak niet erg welkom in de Verenigde Staten. Zij reizen niet in een luxe hut, maar in grote ruimen. Waar de bedden boven elkaar gestapeld zijn en geen contact mag worden gelegd met de mensen van de eerste en tweede klas.

Als directeur van de HAL maakt Reuchlin de maidentrip met de Titanic mee. Helaas behoort hij niet tot de overlevenden.

Ik vond het niet een gemakkelijk boek om te lezen. Er komen veel personages in voor en het is lastig een goed tijdsbeeld te krijgen. Voor mij hadden de gedeelten over de landverhuizers nog wel uitgediept mogen worden.

Maar als geheel heeft het boek me wel geboeid. Te meer daar er erg veel over Rotterdam te lezen valt. Al is veel daarvan in de loop van de tijd en de oorlog verloren gegaan.

Onmenselijk

Bron: Google foto’s / RTL

Dat ik geen sikkepit begrijp van de lust om een berg in de Himalaya te gaan beklimmen, zegt natuurlijk niks. Wie het wil en kan, zal zich niet laten weerhouden.

Zo’n tocht is ongelofelijk zwaar, vraagt heel veel van je krachten. Het is niet iets wat je alleen kunt, er zijn meerdere teamleden.

En er gaan er helpers mee. Sherpa’s, die veel beter kunnen omgaan met de verminderde zuurstof, de extreme kou. En dan valt zo’n sherpa. Heeft hij kans te overleven? Ik kan dat niet beoordelen.

Maar dat je, in de blinde passie om de top te bereiken, een mens laat sterven. Zonder een hand uit te steken, zonder te stoppen, alleen maar omdat je jouw record moet halen of moet verbeteren? Niet proberen hem te troosten, hem bijstaan in zijn laatste uur…

Ik heb altijd gedacht dat zo’n tocht een eenzaam avontuur was. Maar deze foto vertelt iets heel anders. Het is file lopen, ik vrees met de knop op dom en de oogkleppen voor, want anders laat je toch niet iemand zomaar naast het pad liggen om te sterven?

Het kan zijn dat de foto niet de juiste afstanden weergeeft, dat het anders is dan het lijkt. Maar dan nog… begrijpen kan ik het niet.

Kapper

In 1973 ging ik natuurlijk vóór mijn trouwdag naar de kapper. Niet in Rotterdam, maar op de zaterdag ervoor in Leeuwarden.

Waarom zo ver? Omdat mijn melkboerenhondenpiekhaar daar van een leuke springerige krulletjes werd voorzien. Ik kwam er al wat langer, nadat ik een uitzending over kapper Wyb Feddema in een TV-programma had gezien.

Feddema had een speciale techniek ontwikkeld om steil haar te fatsoeneren. Eerst werd het gepermanent en daarna tot kleine lokjes gedraaid en heel kort geknipt. Het leek een beetje op een schapenkopje en niet iedereen was er enthousiast over. Mijn toenmalige collega moest er vooral erg aan wennen. Maar Leo vond het wél leuk en ja, die had toch de meeste invloed.

Zelf was ik ook erg enthousiast, want mijn haar bleef lekker in model, wassen en drogen was een eitje.

En die reis naar Leeuwarden vond ik geen probleem. Later, met kinderen werd het een beetje lastig en zocht ik een kapper in de buurt. Maar die super korte krulletjes zou ik best nog wel willen hebben.