Krachtig

Vorige week wandelden de Ganzen een wat andere weg. Het had gestormd en er lagen tientallen flinke takken op de grond.

En toen zag ik dit. Een cichorei, die tussen de stenen was opgekomen. Een geen eenling, maar op diverse plaatsen zagen we de bloemen tussen de bestrating door.

Nog allemaal fier rechtop, geen spoor van omgewaaid door de storm. Dat is iets waar ik me altijd over kan blijven verbazen.

Dat sterke takken het loodje leggen, maar dat zo’n plant dan gewoon overeind blijft. Kracht van de natuur.

Wintervoorraad

Bron: Facebook / National Geographic

Mensen bouwen voorraadschuren, maar spechten doen het anders.

Die hakken gaten in een boom en verstoppen daar hun noten in. Dat moet wel stevig, want anders zijn er te veel kapers op de kust.

Dus kunnen die noten er niet zo gemakkelijk uitgetrokken worden, want elke noot heeft een prefect uitgehakt holletje.

En na een aantal weken of maanden zwoegen heeft de ekster een wintervoorraad om van te smullen!

Dat vind ik nou een prefect staaltje van de kracht van de natuur.

Kamperen

Nee, ik ben geen kampeerster en Leo ook niet. Wij houden van een fijne kamer, een lekker bed en bij voorkeur een lopend buffet bij het ontbijt. Hotelgasten, dus 😉 Maar dat belet ons niet te kijken naar hoe anderen hun kampeervakantie invullen. Gewoon, omdat we dat best interessant vinden.

Een tijdlang was op de NDR op zaterdagmiddag een programma te zien, waarin allerlei vormen van kamperen de revue passeerden. Kleine campers, grote tenten, blokhutten en zelf gebouwde karretjes in soorten en maten. Jammer genoeg is de serie er nu niet meer.

Maar uit één van de laatste afleveringen wil ik toch nog een filmpje laten zien. Want Kai, nog hardstikke jong, heeft zijn eigen camper(tje) gebouwd. En omdat hij nog geen auto heeft, hangt dat karretje achter zijn fiets.

Als dat nou geen joch met kampeerbloed in hart en nieren is…!

Als het filmpje niet start, dit is de link

Eén maar

Al twee jaar geleden kocht ik een kleine cactus, zo’n leuke lidcactus die bloeit met Pasen. Ik had graag een witte of roze gehad, maar helaas, er was alleen een rode. En een tijdje stond hij in de kamer, prachtig bloeiend.

Het zou niet moeilijk zijn hem weer aan het bloeien te krijgen. Dus ik verzorgde hem met veel liefde, wat hij beloonde met veel nieuwe scheuten. In de winter zette ik hem in mijn werkkamer, want daar is het koel.

Maar al wat er gebeurde, geen bloem verscheen. Wel werd hij steeds groter en groter. Ik snoeide hem en zette hem weer terug. Je moet hem verwaarlozen, vertelde iemand. En ja, dat deed ik. Begin maart herinnerde ik me die plant weer. Zielig stond ie te verkommeren, nauwelijks nog met enig leven.

Water deed wonderen en zie, er kwam een rood speldenknopje aan. Dagelijks inspecteerde ik hem. Maar helaas, het bleef bij dat ene knopje. Dat is inmiddels een bloem, maar ja wat is nou één bloem.

Update: kijk ik gisteren en zie ik ineens niet één maar nog twee bloemknopjes. Zou zo’n plant nou echt luisteren en gehoorzamen.

Dus hij krijgt nog een keer een kans. Tot en met september zal ik hem vertroetelen, dan verban ik hem weer naar de koude kamer. En als hij volgend jaar niet meer bloemen geeft, dan is zijn lot de kliko. Onverbiddelijk!!

Kracht

Bron: Facebook / Home Garden

Het is niet voor de eerste keer dat ik me verwonder over de oerkracht van de natuur. Kijk nou eens naar dit viooltje. Het piept zomaar tussen de cementen voegen van een muur uit.

Daar is een keer een zaadje ingewaaid, kreeg worteltjes en wurmde zich tussen de stenen.

Tot zover lijkt me dat een logische gang van zaken. Maar dat het dan verder groeit, blaadjes krijgt en zelfs bloeit…. Daar kan ik niet over uit.

Want er komt geen brute kracht aan te pas. Zachtjes, maar gestaag groeide het verder. Door niks en niemand tegen te houden.

En wij mensen denken dat we de natuur kunnen regelen, temmen, veranderen, beïnvloeden…. Wie denken we wel wie we zijn…..?

Een keer maar

Een keer per jaar verrast de gemeente boom voor de voortuin ons op een weelde aan roze bloesem.

Voor mij mag het wel langer duren dan de paar dagen feest.

Al snel vallen de bloemen uit en klagen er weer mensen over rommel.

Maar nu geniet ik er van.

Natuur

Ergens in 1974 brachten Leo en ik, samen met mijn zus en zwager, een vakantie door in Schotland.

Bron: Google foto’s / Omroep MAX

Op een bepaald moment hoorden we dat er een Osprey (Zeearend) broedde in de buurt. Het was iets heel bijzonders.

Na wat zoeken vonden we de wat verscholen plek. Er was een soort van vogelhut gemaakt, van waaruit we het nest met een verrekijker van grote afstand konden bekijken. Het gebied waar de vogel broedde was afgezet en niet toegankelijk.

Vele jaren verder hoorde ik van een zeearend die een nest had in de Biesbosch. Het was voor Nederland heel bijzonder en groot nieuws.

Allengs kwamen meer zeearenden naar ons land om te broeden. En nu zitten er in de buurt van Kampen, aan het Zwarte meer, vier (!) zeearenden te broeden. Trouwens, niet alleen daar. Ik zag foto’s uit Friesland, Millingerwaard en nog andere plekken.

Gaat het gelukkig toch niet zo slecht met onze natuur….!

Voorjaar

Natuurlijk fotografeerde ik niet alleen maar die bloembak onderweg naar het Arboretum Trompenburg.

In het arboretum zelf was natuurlijk ook van alles te zien. Als je er vaker komt, zie je telkens weer iets dat veranderd is.

Want zo kaal als dit perk zag ik het nog nooit, maar ik vermoed dat er heel wat verrassingen in de grond zijn gezet of zijn uitgestrooid. Dus nog vaker komen om te zien wat er allemaal uit de grond zal komen.

Verder waren er zoveel bomen en struiken te zien, die of bloeiden of met hun ontluikende blaadjes kleur gaven aan de tuin. Kijk maar

Voorjaar

Toen vorige week, na alle regen en miezerige dagen, leek het wel of overal de lente zich manifesteerde.

En iedereen scheen dat vast te willen leggen, want ik zag zoveel mensen fotograferen. En ik deed natuurlijk mee. Genoeg materiaal om onderweg plaatjes te schieten van bloeiende bomen, uitbottende magnolia’s, grasvelden vol geel speenkruid of barstensvol narcissen.

Maar zelfs dat werd op den duur een beetje saai. Was er nou niks anders te vinden?

Ja hoor, hier had men zich op het voorjaar voorbereid. Niet in de tuin, die was omgetoverd tot parkeerplaats, maar pal onder de bewoners hun neus, in de bloembak voor de vensterbank.

Niet te missen en meteen als ze ’s morgens de gordijnen openschuiven springt het in het oog.

Mooi begin van de dag, nietwaar?