Hergebruik

Bron: Google foto’s / Leefzuinig.be

Het eerste wat ik vroeger in een hotel deed, was kijken in de badkamer. Om te zien of die wel schoon was én om te zien of er stukjes zeep lagen. Meestal was dat het geval, vaak in een leuk papiertje, kant en klaar om te gebruiken. Dat deed ik dan weer niet, ik had mijn eigen zeep meestal mee. Dat stukje (of meer) ging linea recta in mijn koffer. Thuis verzamelde ik die stukjes in een grote pot, voor de show en om te gebruiken bij het fonteintje in het kleinste kamertje.

Niet iedereen nam de zeep mee, maar gebruikte het wel tijdens het hotelverblijf. En wat doe je met al die restanten zeep? Soms worden de stukjes verzameld en verstuurd naar een bedrijf dat de zeep vermaalt en omsmelt naar nieuwe zeepjes. Die worden dan uitgedeeld aan mensen die geen geld hebben om zeep te kopen, maar zich toch moeten wassen. Want hygiëne is tenslotte van groot belang voor iedereen.

Hoe gaat dat in de toekomst? Want steeds meer hotels gaan over op vloeibare zeep en shampoo. Dat moet dan wel weer in plastic flessen. En het hervullen is omslachtig en duurt veel langer dan een stukje zeep neerleggen. Verandering is niet altijd verbetering.

En ik vind het jammer dat de zeepjes langzamerhand verdwijnen. Had toch een bepaald soort charme.

Herfst

Bron: Facebook / Art Institute of Chicago /
Soul space

Meteorologen hebben er een ander mening over, die beginnen de herfst al op1 september. Maar ik ben van de oude stempel en hou het gewoon op 21 september. Vandaag dus.

Vanaf vandaag wordt het steeds kouder en kouder, natter en natter. Mistflarden versieren de ochtend en de wind raast bij tijd en wijle langs het huis.

Binnen maken we het weer knusser. De kaarsen worden uit de kast gehaald, er geurt stoofvlees en rode kool op het fornuis. Het warme dekentje ligt al klaar om koude knieën te voorkomen. En bij dat seizoen hoort dit kunstwerk van Escher “De drie werelden”.

Pure schoonheid van al het verval dat ons naar de winter leidt en dan weer langzaam aan richting lente 😉

Kruidenmix

Leo had voor een gerecht kipkruiden nodig en zocht in de supermarkt. Maar helaas, al die potjes -en dat zijn er nog al wat- bevatten voornamelijk zout.

Nou snap ik best dat zo’n kant en klaar potje handig kan zijn, maar al dat zout willen we niet in onze gerechten.

Dus zat er niks anders voor Leo op dan zelf de kruiden te mixen. En al doende ontdekte hij dat je met een redelijke voorraad kruiden eigenlijk van alles kunt klaarmaken. Naar eigen smaak of volgens een bestaand recept.

Dus werd mijn voorraadje kruidenzakjes geïnspecteerd en mixte hij een potje. Zonder zout uiteraard. Dat doen we later zeer beperkt in het gerecht zelf.

Wat we ook ontdekten, is dat die kruidenmixen ongelofelijk duur zijn. En dan krijg je dus vooral zout. Veel leuker en lekkerder is om je eigen mix te maken. Daar heb ik al eerder over geblogd, dus wie recepten zoekt, klikt hier.

Hopeloos

Bron: Google afbeeldingen

Hopeloos ouderwets!! Dat vinden onze kinderen omdat we rekeningen, tickets en voor ons belangrijke dingen nog uitprinten. Die staan toch in je inbox, op je mobiel, laptop…

Maar wat is er op tegen een tastbaar papier te hebben, dat netjes kan worden opgeborgen en stante pede terug te vinden is? In een map of ordner, alfabetisch of op soort? Of na gebruik in de papierbak verdwijnt?

Wat is er mis met een rekening per post? Nu krijgen we soms een rekening, die gedownload moet worden. Wil je hem bekijken moet ie omgezet worden naar het juiste formaat, .pdf of iets anders.

Of nog erger, de prijsopgave van de Tandartskliniek komt met een code. Die moet je opvragen in je mailbox, terug naar de post zelf, intoetsen en dan… hèhè… daar istie. Ik zie niet in dat zoiets makkelijker is dan een blaadje waarop je meteen kan zien hoeveel het bedrag uiteindelijk is.

Dus kochten we laatst weer een nieuwe printer. De oude was niet echt kapot, maar het inktkussen was vol. En dat verwijderen en een nieuw plaatsen, dat kostte een vermogen. Beter dus een nieuwe printer. En dat vind ik nou hopeloos verspillend…!

Snelbuffet

Toen we vorige week wandelden, ontdekten we een grote boom met vruchten. Het leken wel kersen, dikke rode kersen, maar het bleek een kornoelje te zijn.

Verderop zagen we er nog meer, die allemaal tussen andere bomen en struiken stonden.

Maar aan het eind van de wandeling stond zo’n boom net naast het pad. En dat pad was bezaaid met het fruit.

We moesten goed uitkijken waar we liepen. Want de vogels hadden er ook al lucht van gekregen en zich tegoed gedaan aan al dat lekkers.

Snelbuffet, zal ik maar zeggen.

Havendagen

Lag vroeger de reclame voor de Rotterdamse havendagen al wekenlang bij de Appie of elders in de stad, dit jaar waren de vooraankondigingen maar mondjesmaat. O, er was voldoende berichtgeving, maar een beetje verborgen, alles digitaal… Bespaart papier, spaart het milieu, zullen we maar denken.

In voorgaande jaren hebben we vaak allerlei excursies geboekt. Dit keer gingen we op de bonnefooi en lieten we de busreisjes en zo maar voor wat ze waren. Het was mooi weer en we gingen gewoon sfeer proeven. Met het OV naar de stad en dan lopen en zien waar we wat we tegenkwamen.

We liepen richting het Maritiem Museum en daar achter op de Schiedamsedijk was van alles te zien, te horen, te ruiken en te proeven. Het was druk, maar gezellig druk. Geen duwende menigte, wel heerlijk kuierende mensen. Er waren oude ambachten (altijd en nog steeds leuk), informatie over scheepsbouw en andere maritieme zaken. Alles afgewisseld met een bigband die pittige muziek liet horen of een Shantykoor voor de couleur locale.

We liepen verder, bekeken vanaf de Erasmusbrug het nog altijd drukke scheepvaartverkeer, aangevuld met roeiboten, speedboten en patrouillerende politievaartuigen.

Bomen

Vorige week kreeg ik het boek “Trompenburg, Tuinen & Arboretum Rotterdam”, een flink formaat boek over -hoe kan het anders- Arboretum Trompenburg.

We komen er vaak en met veel plezier, want er is altijd veel te zien. De tuin is al heel oud en er staan dan ook heel wat oudere en echt volwassen bomen. De schrijver Ger Fortgens, is meer dan 31 jaar lang verbonden geweest aan de tuin en heeft er met hart en ziel als hortulanus gewerkt.

Het boek leest prettig en geeft een schat aan informatie over bomen, struiken en planten die men in Trompenburg kan vinden. Maar ook over het belang van het zoeken naar de juiste standplaats voor een boom of plant, over vermeerderen en nog veel meer.

In een stad als Rotterdam dreigen bomen vaak het onderspit te delven, want… Ja er moet zoveel gebeuren. Riolering verlegd, straten verbreed of aangelegd. Bomen kunnen in de weg staan en dan wordt soms maar besloten tot het kappen of verwijderen ervan.

Maar juist bomen en planten zorgen voor een betere atmosfeer, de stad wordt er koeler van en de lucht zuiverder. Hopelijk houdt men daar in de toekomst goed rekening mee. Want voordat een boom tot volle wasdom is gekomen, zijn er al gauw een paar decennia voorbij.

Film

Samen met wat wandelvriendinnen ging ik naar de film “Veuve Clicquot”.

Als de clip niet start, dit is de link

Nicole Barbe Ponsardin trouwt met haar grote liefde Francois Clicquot, zoon van een Franse wijnboer. Hij voert de scepter over een wijngaard en heeft speciale ideeën over hoe de wijnstokken verzorgd moeten worden. Ook Nicole gelooft in de methodes van haar man.

Als Francois overlijdt, blijft Nicole achter met haar dochtertje. Nicole is vastbesloten om het wijngoed voort te zetten. Al stuit dit op grote tegenstand van andere wijnboeren, ook van haar schoonvader. Maar met de hulp en raad van een wijnhandelaar en de steun van haar arbeiders lukt het haar.

Ze zet door, weet de kwaliteit van de champagne tot grote hoogte te brengen. Soms tot diep in de nacht zit ze in haar laboratorium om wijn te proeven, melanges te creëren en het fabricageproces te verbeteren. Sommige methodes die zij bedacht heeft, worden nog steeds door alle champagnehuizen gebruikt.

En dan, eindelijk maakt ze winst, ook al doordat ze beschikt over een goed gevoel voor zakelijkheid.

Het was een mooie film, al had ik graag nog meer gezien van hoe het verder met haar ging.

Borden

Bron: Google foto’s / Brabants Dagblad

Dit zijn borden die op een bepaald traject in Duitsland lang de autobahn staan.

Ze staan op exact 2,5 kilometer van elkaar. Dertien zijn het er en dat traject is dus 32,5 kilometer lang. En waar dienen die borden dan voor? Dat zijn borden voor zelfrijdende auto’s.

Voorlopig zijn het nog maar weinig en op een speciaal daartoe aangewezen weg. Maar stel je de wegen eens voor als dat gemeengoed wordt. Want er zullen toch nog lange tijd gewoon bestuurbare auto’s blijven rijden. Gek hè, maar ineens komt het woord “chaos” in me op.

Het kan trouwens nog hééél lang duren voor we ons wagentje niet meer hoeven te besturen. Misschien gebeurt het wel nooit. Maar er wordt op dit moment mee geëxperimenteerd, volgens dit artikel.

We kunnen de ontwikkelingen natuurlijk niet tegenhouden. Maar of ik zelf een zelfsturende auto zou willen…?

Waterpret

Een komische film,over een 93-jarige die zich geen oor aan liet naaien, dat wilden we zien. Dus gingen we naar Thelma. Inderdaad een leuke film, beetje erg Amerikaans, tikkie overdreven, maar goed voor een gezellige middag.

Maar eigenlijk gingen we vooral naar LantarenVenster omdat die bioscoop aan de Rijnhaven ligt. Want in de Rijnhaven ligt tegenover het bios-terras een piepklein kunstmatig eiland in het water. Er is een loopbrug en sinds enige tijd wordt dat eiland vooral bezocht door zonaanbidders, wandelaars en lunch-opeters. En je kunt er nu dus sinds kort ook zwemmen.

Nee joh, wij hadden natuurlijk geen zwemkleding bij ons. Waren ook niet van plan om te gaan zwemmen. Veel te hoog, veel te nat. Ook veel te koud ondanks de tropische temperatuur. Maar kijken naar de zwemmers en zwemsters was al een waar genoegen.

Jonge mannen, fraai gespierd, hielden schijngevechten met elkaar en sprongen te pas en te onpas in het water. Er werd gelachen, geroepen en de sfeer was heerlijk zomers.

Wij namen plaats op een van de banken aan de rand van het water, bestelden iets lekkers te drinken en genoten, zomaar in eigen stad, van een perfecte zomermiddag.