Inschrijven om verder te lezen
Abonneer je om toegang te krijgen tot de rest van dit bericht en andere inhoud voor abonnees.
Abonneer je om toegang te krijgen tot de rest van dit bericht en andere inhoud voor abonnees.
Als ik denk aan hoe mijn moeder vroeger boodschappen deed, dan is dat natuurlijk heel anders dan nu. Elke dag ging ze wel even naar de kruidenier op de hoek, liep even de zaak van de groentenboer binnen en haalde wat vlees bij de slager.
We hadden nog geen koelkast, laat staan een vriezer. De was ging nog in de tobbe en elke dag was er ook nog wel eens klein handwasje te doen. En ondanks al het werk dat er gedaan moest worden, had mijn moeder dus ook nog tijd voor de boodschappen en de bijbehorende sociale contacten.
Nu halen we de boodschappen in één keer en komen met grote tassen thuis. Misschien dat ik nog wel eens iemand tegenkom en een praatje maak. Maar vaak is dat niet het geval en pak ik zwijgend de boodschappen in mijn karretje. lles wat ik nodig heb, kan ik vinden op het winkelcentrum, in de supermarkt.
En toch, toch kan ik soms verlangen naar dat kleine winkeltje op de hoek. Waar het rook naar rookvlees en kaas, waar de kruideniersvrouw met iedereen een praatje hield en haast niet leek te bestaan. Zo’n gezellig kletspraatje, over van alles en niks. Dat vinden we niet op Facebook of Instagram.
Conny van Connysquilts lanceerde een nieuwe uitdaging. Ze vroeg ze om drie woorden te sturen, die als uitgangspunt zouden dienen van de collages. Wie wilde meedoen en twaalf weken lang een collage maken? Ik reageerde meteen.
Bij collage nummer 5 was de opdracht om de volgende woorden in het geheel te passen: lila, streepjes, bakken, tijger en discus.
Lila is niet mijn kleur, maar gelukkig had ik een viltstift die van pas kwam. Streepjes kwamen van een papiertje in mijn voorraad en bakken zou ook geen moeilijkheden opleveren. Ik had al een aantal plaatjes van al dan niet geslaagde taarten bij elkaar gezocht, toen ik ineens een oude reclamekaart vond, die veel beter paste.
Zoekend naar afbeeldingen van een discus kwamen steeds discusvissen naar voren. Ik hoop maar dat het er mee door kan. En met het logo van het IFFR (International Film Festival Rotterdam) had ik ook een tijger te pakken.
Ben je ook benieuwd wat de anderen er van maakten? Dat is allemaal te zien bij Conny, dus klik even hier.
Geen blog over hoe het allemaal wel of niet moet in het dagelijks verkeer. Maar een verhaaltje over etiketten voor een speciale drank en een bijzondere plek.
In een uitzending over de Champagnestreek, die wij bekeken via TV5, zag ik een stukje van een enorme bibliotheek met honderden laatjes in Epernay. Daarin lagen meer dan 10.000 etiketten van champagneflessen. Netjes gerangschikt en gesorteerd of geplakt in respectabele boeken.
Natuurlijk heeft elk champagnehuis voor elke wijngaard een eigen etiket. En daarboven zijn er diverse gelegenheden waarbij een “eigen champagnemerk” gepresenteerd kan worden. Van enorme festiviteiten van de Franse regering, tot wat bescheidener feestjes van welgestelde particulieren.
Wil je dan een flinke hoeveelheid champagne serveren, kun je daarvoor je eigen etiket laten ontwerpen, printen en op de flessen laten plakken. Er zullen we minimale hoeveelheden geëist worden. Zoiets doe je niet voor 3 flessen, lijkt me.
Maar Fransen schenken veel vaker een glas champagne dan wij Hollanders. In Frankrijk is bijna elke gelegenheid geschikt om een glas champagne te heffen.
Alles in keurige houten laatjes, met fraaie emaille jaartal-bordjes. En dan die duizenden echte mooie etiketten, die de geschiedenis levendig houden. Op de ene of andere manier vond ik dat heel erg leuk.
Net als voorgaande jaren begin ik de week met muziek. Met melodieën die vrolijk maken, je ontroeren, waarom je soms om moet lachen of die je zo raken, dat je even stil moet gaan zitten. Modern, een beetje klassiek, uit de jaren van mijn jeugd, songs van nu of strepige opnames uit de oude doos. Kortom, van alles wat en hopelijk voor elk wat wils.
We hebben allemaal wel eens van die sombere dagen. Het lijkt je tegen te zitten, het weer werkt niet mee en de narigheid lijkt niet te stoppen. Dan moet je zingen, zegt Florent Pagny
Te veel haast, niet meer even goed gekeken of alles er in staat. En ja, dan gaat er wel eens iets mis.
Gisteren vertelde ik iets over de Rijnhaven in Rotterdam, die zo aan het veranderen is.
Maar dan wil je toch ook wel even zien hoe het er nu uit ziet en of er al plannen en afbeeldingen zijn van die mooie toekomst…
Maar die afbeeldingen erbij zetten, dat was ik vergeten. Ik fotografeerde de Rijnhaven vanaf de Rijnhavenbrug.
En dan ook maar een impressie van hoe het straks zal gaan worden. Met een jachthaven voor pleziervaartuigen, een park, recreatie op het water. Als we tijd van leven hebben, zullen we het allemaal misschien nog wel meemaken.
Op de voorgrond zie je de Rijnhavenbrug. Ja zo heet ie officieel, maar Rotterdammers noemen het de Hoerenloper, omdat die brug vanaf de Wilhelminakade naar Katendrecht loopt. En Katendrecht was eerst een echte hoerenbuurt. Nu lijkt de wijk vooral voor yuppen te zijn.
De Rijnhaven, één van de oudste havens van de stad. Hij werd gegraven in de periode 1887 tot 1895. Met handkracht, scheppen en kruiwagens werd ongeveer 28 hectare grond weg geschept. Daarna konden de schepen er aanleggen. Dat waren eerst schepen die vanuit Duitsland over de Rijn naar Rotterdam kwamen. Later werd de Rijnhaven uitgediept en konden zeeschepen aanmeren. Ze brachten of haalden “massagoed” (ertsen, granen). Maar na een tijdje veranderde dat weer en werd het een haven voor voornamelijk rijnaken.
Een lange tijd reed ik elke morgen met de metro over de Rijnhaven heen en zag de schepen liggen. Het was er meestal een drukte van belang. Tot in 2015 ook die schepen er niet meer kwamen en de Rijnhaven leger en leger werd.
En nu? Nu wordt een groot gedeelte van die haven gedempt. Vele tonnen zand zijn met vrachtwagens aangevoerd en een gedeelte wordt bouwrijp gemaakt voor hoge woontorens. En er komt groen, een parkje zelfs. Tegenwoordig geen schip meer te bekennen, maar beton, beton, beton….
Elisabeth van het blog BussyBessy vraagt ons een jaar lang onze favorieten op te geven. Dat loopt van je favoriete muziek naar je favoriete seizoen en alles wat daartussen kan liggen. Kijk eens op haar blog. Misschien wil je alsnog aansluiten.
Heerlijk vind dat, een spelletje spelen. Jammer genoeg deelt Leo dat plezier niet. Hoogst zelden is hij te verleiden tot een potje Rummikub of zo. Maar geen nood, want binnen de wandelclub zijn er wel dames die zich een middag willen vermaken met Triominos, Skipbo of Rummikub.
Vroeger was ik ook bij een spelletjesclub, waar we van alles speelden. Helaas is de club ter ziele gegaan. Voor corona speelde ik vaak Canasta en ging ik ook elke week scrabbelen.
Sommige spelletjes op mijn tablet speel ik ook graag. Al meer dan 6 jaar begin ik de dag met een rondje Junes Journey. Het is een zoekspelletje en in de loop van de tijd is dat spel alsmaar uitgebreid met meerdere varianten. Maar ik speel het liefst het oorspronkelijke spel. En na dat rondje Junes Journey speel ik -ook elke dag- een rekenspelletje.
Wie wil kan hele dagen op die spellensites doorbrengen. Maar ik heb natuurlijk ook nog andere dingen te doen.
Wil je zien wat anderen schreven over hun favoriet, kijk dan ook even bij BussyBessie.
Als kind dacht ik dat alleen in Nederland molens stonden. Maar dat is niet waar, want in Spanje, Griekenland en ook elders kwam ik molens tegen. Soms leken die helemaal niet op de molens in ons land.
Die van ons zijn uniek. Niet ver van ons huis, langs de Rotte staan er vier op een rij. En wie kent niet de molens van Kinderdijk, wereldberoemd toch?
Zo’n molen kan alleen maar draaien als er een molenaar is. Dat is een echt beroep, weet ik van een oud-collega. Daar moet je veel tijd en moeite in steken, veel voor leren. Lange tijd waren daar maar weinig mensen voor te porren, maar nu lijkt het tij gekeerd.
In een bericht van de NOS las ik dat laatst meer dan 125 mensen zich voor het molenaars examen hadden opgegeven en dat 110 daarvan ook geslaagd waren.
Laat het nu maar waaien, dan kunnen we meel voor brood en taart kopen en de polders vakkundig droog houden.
Conny van Connysquilts lanceerde een nieuwe uitdaging. Ze vroeg ze om drie woorden te sturen, die als uitgangspunt zouden dienen van de collages. Wie wilde meedoen en twaalf weken lang een collage maken? Ik reageerde meteen.
En dit is alweer de vierde week, waarin de woorden Lichtblauw-kreukelig-pianospelen-egel-sterker samen het onderwerp vormen.
Op de lichtblauwe achtergrond plakte ik wat tissuepapier. Dat werd vanzelf kreukelig. Met reepjes wit en zwart papier maakte ik een stukje pianoklavier, waarop wat muzikale egeltjes kwamen.
Bij het begrip sterker moest ik wat langer verzinnen. Hoe breng je dat tot uitdrukking? Maar mijn sleutelhanger herinnerde me aan Rosie the Riverter, het internationale symbool voor sterke vrouwen. En daarmee had ik ook dat probleempje opgelost.
Ben je ook benieuwd wat de anderen er van maakten? Dat is allemaal te zien bij Conny, dus klik even hier.