
Een boek van Eva Philips, met drie verhalen waarin Koningin Beatrix de rol van detective speelt. Dat doet ze met verve en doortastendheid, bijgestaan door haar privé secretaris Henriette.
In het eerste verhaal vindt Beatrix zelf een lijk. Nou ja, haar hond Pongo graaft het op als de koningin wat uurtjes voor zichzelf heeft en wat vergeten rozenstruiken wil gaan snoeien.
Een paar maanden later wordt er een moord gepleegd nabij Paleis Noordeinde. En op slinkse wijze wordt deze moord in de schoenen van de koningin geschoven.
In het derde verhaal zit een klein gezelschap ingesneeuwd op Kasteel het Oude Loo. En moet de dader van de moord zich dus tussen de gasten zitten.
Het zijn niet superspannende verhalen, maar wel met heel veel humor geschreven. De schrijfster geeft heel veel details over het koninklijke leven en het reilen en zeilen in de royality-kringen.
Een heerlijk ontspannen boek, lekker vakantie leesvoer.