Als ik denk aan hoe mijn moeder vroeger boodschappen deed, dan is dat natuurlijk heel anders dan nu. Elke dag ging ze wel even naar de kruidenier op de hoek, liep even de zaak van de groentenboer binnen en haalde wat vlees bij de slager.
We hadden nog geen koelkast, laat staan een vriezer. De was ging nog in de tobbe en elke dag was er ook nog wel eens klein handwasje te doen. En ondanks al het werk dat er gedaan moest worden, had mijn moeder dus ook nog tijd voor de boodschappen en de bijbehorende sociale contacten.

Nu halen we de boodschappen in één keer en komen met grote tassen thuis. Misschien dat ik nog wel eens iemand tegenkom en een praatje maak. Maar vaak is dat niet het geval en pak ik zwijgend de boodschappen in mijn karretje. lles wat ik nodig heb, kan ik vinden op het winkelcentrum, in de supermarkt.
En toch, toch kan ik soms verlangen naar dat kleine winkeltje op de hoek. Waar het rook naar rookvlees en kaas, waar de kruideniersvrouw met iedereen een praatje hield en haast niet leek te bestaan. Zo’n gezellig kletspraatje, over van alles en niks. Dat vinden we niet op Facebook of Instagram.