Kringloop

Waar het aan ligt, weet ik niet. Maar de laatste tijd krijg ik via Facebook heel veel berichten over “thrift stores” of kringloopzaken. Die zijn tegenwoordig heel hip en voor velen een onuitputtelijke bron voor nieuwe spullen.

Eerst verwonderde ik me er over dat men dan weer zoveel dingen koopt. Maar ik begrijp inmiddels dat veel mensen daar spullen goedkoop inslaan om later duur op internet te verkopen.

Het viel me op veel van die bijzondere vondsten nog gewoon in mijn huis te vinden zijn. Pyrex pannetjes, grote (en inmiddels heel oude) ovenschalen en vormen van glas.

Wij zijn nogal behoudend en dus heb ik dat soort pannen nog steeds in gebruik. Dus als we er niet meer zijn, wie weet wat voor kostbaarheden onze kinderen vinden.

Statiegeld

Jaren geleden was in Duitsland het statiegeld voor plastic flesjes al ingevoerd.

Op het vliegveld in Berlijn zagen we toen een nette man met een enorme koffer in de ene hand en aan zijn arm een tas. Hij liep een beetje doelloos rond, leek het. Maar in feite keek hij naar de mensen die wachten en wat dronken uit een flesje. Want als Nadat zo’n flesje leeg was, kieperde men ze in een afvalbak.

Bron: Google foto’s / De Gelderlander

En daar kwam de man in actie. Onopvallend viste hij het flesje op, stopte het in de tas. En toen snapten we het. Een statiegeld jager. Eigenlijk een illegale handeling, want officieel zou het statiegeld aan de staat toebehoren, vertelde mijn Duitse vriendin. Maar de man haalde zo te zien heel wat geld op.

Als ik dan lees dat er in Nederland in 2023 miljoenen euro’s aan niet ingeleverd statiegeld op straat gegooid wordt. Dan lijkt het me niet zo lastig om zo wat geld te verdienen. Best slim toch?

De Wieger

In Deurne was Hendrik Wiegersma een bekend figuur. Hij was arts, maakte zelf zijn medicijnen en was ook een begenadigd kunstenaar. Een man, zoals de vrouw in het museum zei, binnenkwam en niet omver te lopen was. Dat kon je ook wel opmaken uit de film die in het museum gedraaid werd.

Hendrik begon pas laat met schilderen en maakte kennis met diverse kunstenaars die ook regelmatig in zijn huis op bezoek kwamen en bleven logeren.

Het huis “De Wieger” is nu een museum, waar regelmatig wisselende tentoonstellingen worden gehouden.

Wij waren er vorige week vrijdag en zagen schilderijen en tekeningen van Hendrik Wiegersma. Daarnaast was er ook een tentoonstelling van Gerrit van Bakel en tijdgenoten en van Gerrit’s zoon Michel van Bakel.

Het huis op zich is ook beslist het bekijken waard. Kleine musea zoals deze moeten gekoesterd worden, want juist daar ontdek je soms zulke mooie pareltjes.

Maandag met muziek

Het liedje is heel bekend, gezongen door Julie Andrews. Die deze tekst ook een keer gezongen heeft, maar daar kon ik geen opname van vinden. Dus dan maar de inwoners van St. Johns, die op eigen wijze het lied ten tonele voeren. Niet echt toonvast, maar wel met zelfspot. De tekst staat er onder en is goed te volgen, dan wel te herkennen. Het hoeft tenslotte niet altijd zo ernstig, toch?

Als de clip niet start, dit is de link

Carnaval

Wat deden we nou in Brabant? We houden helemaal niet van carnaval. En daar wordt het toch uitbundig gevierd.

We zagen overal al carnavalsuitingen en ook de cafés waren er klaar voor.

We reden gewoon wat door een dorpje en belandden ongemerkt in de kindercarnaval optocht. We konden gewoon niet meer verder.

Maar wat was het leuk! Allemaal versierde karretjes, verklede kinderen, veel ballonnen, confetti en serpentines. Nog puur en zonder opsmuk.

En zo te zien hadden de ouders ook een stevige duit in het zakje gedaan.

Altijd mooi

Afgelopen donderdag weer lekker gewandeld en natuurlijk bijgekletst.

Even leek het nog niet door te gaan, want een paar Ganzen had blijkbaar geen zin om te wachten en waren al vooruit gegaan.

Het bleek een misverstand of een te snel lopend horloge, wie zal het zeggen.

Maar eenmaal aan de koffie was het weer als vanouds.

Lekker gelopen langs de Rotte en dat levert elk seizoen mooie beelden op.

Ik blijf genieten van die stukje rivier, waar met een stralend blauwe lucht alles er zo vrolijk uitziet.

Drankje

Al jaren drinken Leo en ik voor het eten een glaasje. Leo meestal een biertje, ik vroeger een wijntje of sherry. Maar al weer een aantal jaren drink ik iets 0/0.

Zo’n Italiaans non-alcoholico drankje als Crodino sla ik ook niet af. En lange tijd had de Lidl een drankje in het assortiment dat Crodino enigszins benaderde. Kleinere flesjes, kleinere prijs, precies goed.

Leo heeft dan ook heel wat trays uit de winkel gehaald, want bederven doet het niet en een voorraadje is nooit weg.

Maar ineens is het uit het assortiment gehaald. Te populair, niet meer leverbaar in Italië? Geen idee, maar ik vind het wel jammer. Het dronk zo lekker weg.

Nu maar weer op iets anders over. Er zijn verschillende lekkere limonadesiropen te koop, die ik het liefst zelf meng. Want dan maak ik het minder zoet dan fabrieksmatig gebeurt.

Hysterisch gedoe

Soms denk ik dat we hier in Nederland de weg compleet kwijt zijn. Over de meest simpele dingen wordt een toestand gemaakt alsof de wereld aan zijn eindje is.

Bron: Google foto’s / ANP

Neem nou het weer. Het vroor deze week. Lekker pittig weer, met een beetje zonneschijn. Prima weer om een wandeling te maken. Wie op de fiets moet, heeft beslist wel een muts en handschoenen om zichzelf warm te houden. En wat heerlijk is het dan om binnen te stappen in een behaaglijke warmte.

En voor veel mensen de voorpret van weer op natuurijs te kunnen schaatsen.

Maar op het nieuws niets anders dan codes en berichten om je te beschermen. Ik zag een bericht voorbij komen waarin verteld werd hoe je “niet zou bevriezen”. Nota bene, het was nauwelijks 5 graden onder nul. En ja, met de wind was het best koud.

Maar in 1963, ik zat op de MULO, was er wekenlang veel meer vorst. En ik -en ook medescholieren- had nog nooit van thermokleding, fleecetruien of warmtekussens gehoord, laat staan dat we het gebruikten.

De nieuwsgaring nu loopt van overdreven naar rampzalig. Wanneer beseffen we nu eens dat het weer deel uitmaakt van de natuur en dat we daar weinig tot niks aan kunnen veranderen.

Laten we vooral de prettige kanten van zulk weer benadrukken. Al schaats ik zelf al lang niet meer, ik kan met veel plezier kijken naar de mensen die op het ijs zijn.

Knoppen

Voor autorijden draait Leo zijn hand niet om. Hij heeft inmiddels bijna 60 jaar ervaring achter het stuur, is vele malen -qua afstand- de wereld rond gereden en dat in allerlei soorten auto’s. Van grote bestelbus tot een kleine Fiat 500, oftewel een “rugzakje”.

Toch moest hij vorige week even slikken toen hij een vervangende auto leende. Het was een gloednieuwe Nissan Juke en uitgerust met talloze snufjes. Een dashboard met allerlei knoppen, een groot display, piepjes die te pas en te onpas gingen werken.

Het begon al met een sleutel die geen sleutel was. Een zwart en zwaar object, waarmee je de auto kon openen en op slot kon doen en starten natuurlijk. Knopjes met ribbels, zwart op zwart. Niet zo handig dus. Maar geen sleutel en waar laat je zo’n ding dan in de auto? Typisch iets om kwijt te raken….

Geen handrem, maar ook weer een knop ergens op de middenconsole. Sensoren, een achteruitrijcamera, kortom een technisch wonder. Maar wel een waar je tijd voor vrij moest maken om alles te leren bedienen.

Er lag gelukkig een beknopte handleiding in de wagen en Leo kon alles even rustig bekijken. Natuurlijk reed hij uiteindelijk wel weg.

Naast de beknopte handleiding was er ook een “gewone”. Die was dik als een bijbel en zat in een -ook weer- zwarte hoes. Ondanks alle moderniteiten, werd die handleidingshoes afgesloten met een armetierig en slap elastiek. Daar had ík nou wel een moderne en geavanceerde magneetsluiting voor verwacht.

Maar wat was ik blij dat ik zelf niet in deze kar hoefde rijden en we ’s avonds weer in onze eigen vertrouwde auto konden stappen.

Gewone mensen

Leo wilde de tentoonstelling “Ordinary People” van Rob Hornstra in het Fotomuseum in Den Haag graag zien, dus namen we de metro.

En dat ritje combineerden we met nog meer zaken die we te regelen hadden. We namen de tram naar de Frederik Hendriklaan, waar we hongerig uitstapten. We aten een broodje, handelden onze verdere boodschappen af en gingen daarna naar het Fotomuseum.

De tentoonstelling omvat voornamelijk foto’s van mensen, gewone mensen zoals jij en ik. Niet opgedoft of afgestoft, maar in hun dagelijkse omgeving. Mensen die het geluk zoeken en hopen te vinden daar waar ze leven en werken. Ook al is dat niet de ideale plek om te zijn, op hun manier zijn ze er trots op en dat zie je aan de foto’s ook af. Mensen die het beste er van maken, ook al gooien de omstandigheden, de natuur of hun plek in de wereld vaak roet in het eten.

Het waren niet de vrolijkste foto’s, maar ze maakten iets in ons los. En daardoor zagen we de schoonheid en waarde ervan in.

Rob Hornstra gaf ons een blik op een wereld die we niet zo goed kennen, maar ons wel raakte.