Tentoonstelling

Met schoondochter sprak ik af in Den Haag. Eerst even gezellig een stukje Haagse sfeer proeven, door de Passage en zo naar de tram richting Kunstmuseum. Daar is een tentoonstelling over het werk van het modehuis Dior, die we samen bekeken. Christian Dior, die eerst architect wilde worden, werd het boegbeeld van de na-oorlogse mode.

Na een tijd van strenge en rigide modellen gaf hij de vrouw weer een figuur. De New Look veroorzaakte een soort van omwenteling. In een tijd van schaarste en rantsoenering bedacht Dior japonnen met ruime cirkelrokken, frêle silhouetten en zwierige avondjurken. De happy few die het zich konden veroorloven, kochten de modellen, die de inspiratie waren voor de mode die het straatbeeld ging bepalen.

Een prachtige tentoonstelling, met niet alleen ontwerpen van Christian Dior, maar ook van zijn opvolgers zoals Yves Saint-Laurent, Marc Bohan, Gianfranco Ferré, John Galliano, Raf Simons en Maria Grazia Chiuri.

Veel van de ontwerpen zijn tijdloos. Op het eerste gezicht lijken sommige japonnen tamelijk eenvoudig, maar als je goed keek, dan bleken de stoffen niet zomaar weefsel te zijn, maar waren ze volledig geborduurd. Met pailletten, kraaltjes, lovertjes of zijde. Of was de japon geheel gemodelleerd naar het figuur van de draagster en was de stof niet rechttoe/rechtaan maar op een speciale manier gesneden.

Ook een zaal was gevuld met alleen maar de fraaie, soms overdadige juwelen, waar Dior faam mee maakte.

Met vaak grote bloemmotieven, veel glitter en schitter. Juwelen om te imponeren, maar stijlvol te imponeren. Ondanks de afmetingen toch zeer draagbaar.

Een prachtige tentoonstelling die een bezoek zeker waard is!

Taal

In een krantenartikel zegt een 15jarige dat “hij zelf wel bepaalt hoe hij iets schrijft”. En daar sta je dan als leerkracht. Toen mijn generatie op school zat, had je niet het lef om te doen wat je zelf wilde. Links schrijven was uit den boze. Je leerde mooie ophalen, dunne lijntjes en vooral … tussen de lijnen blijven.

Maar nu zou je dus moeten kunnen doen wat jou het beste lijkt. Ja, dat weet je natuurlijk al prima als puber. Dan maak je ook je eigen taal. Als ik wel eens berichten zie met “straattaal”, lijkt het of ik een totaal vreemde taal lees. Ik kan er geen chocola van maken.

Dat uitdrukkingen soms veranderen, dat is van alle tijden. Gers, vet, puik, okidoki en nog veel meer is langzamerhand uit de taal verdwenen, met nog een heleboel andere woorden. En daar zijn dan weer andere uitdrukkingen voor in de plaats gekomen. Maar die ken ik niet zo goed, daar ben ik waarschijnlijk te oud voor 🙁

Wat nu ook hopeloos ouderwets schijnt te zijn, is je WhatsApp berichtje afsluiten met “groetjes”…. En een punt achter een zin zou wel heel “agressief” zijn?

Dat maakt me een beetje recalcitrant. Hoe ik mijn whatsappjes afsluit, maak ik nu toch echt wel zelf uit.

Nou ja…..! Ze kunnen me wat, DE GROETEN !! PUNT UIT !!

Kijk nou

We hebben helemaal geen plannen om een nieuwe auto te kopen. Maar ja, je komt weleens wat tegen op het grote wijde web en dan denk je bij jezelf: “dat is een leukertje. Die wil ik wel hebben”.

Maar nee, voorlopig dus nog niet. Maar als reclamefilmpje toch wel geinig en leuk om even te bekijken.

Als de clip niet start, dit is de link

Goeie tip

Toen ik deze week wat foto’s van de Kralingse Plas liet zien, kreeg ik van Marthy de tip om één van die foto’s te gebruiken voor weer eens een andere kopfoto.

De oude foto was al een tijdje in gebruik, dus ik vond het een goeie tip. Zo’n kopfoto kun je regelmatig verwisselen. Ik heb daar al vaker over nagedacht, maar dan verschoof dat plannetje weer naar de achtergrond en werd het vergeten. Niet deze keer dus.

Dit is de foto waar het om draaide. Klein een stuk minder aandacht-trekkend dan zo groot boven het blog. Al moest er wel wat aan bijgesneden worden.

En nou ben ik benieuwd wat men er van vindt……?

Update:
Tja, bij nader inzien kan ik alleen maar beamen dat die horizon scheef zat, al was het mij (nog) niet zo opgevallen. Inmiddels heb ik hem bijgewerkt. Bedankt voor jullie commentaar.

Halloween

Erg weg ben ik niet van Halloween. Ik hou niet van horror- en griezelverhalen. Geef mij maar een gezellig Sinterklaasfeest.

Maar er zijn velen die het heerlijk vinden te griezelen, zich te wentelen tussen spinnenwebben of kille mistflarden. Ieder zijn meug, nietwaar….?

Maar dit vond ik wel een fraaie versiering. Niet alleen Halloween, maar ook een mooi herfstaccent.

Beschaafd, zoals je mag verwachten in deze omgeving met chique huizen.

Nou, vooruit dan maar. Toch een blogje waard op deze griezeldag 😉

Slaap lekker

Foto: The public domain review

Al een heel oude afbeelding, want getekend door Albrecht Dürer in 1493.

Twee hoofdkussens, met pen op papier en zo levensecht. Je kunt de kreukels er bijna uit strijken.

Waarom ik dit op mijn blog plaats? Vooral omdat zulke tekeningen op een bepaalde manier erg veel doen. Zulke simpele voorwerpen en toch zo aantrekkelijk om te zien.

Maar ook omdat het vandaag weer wintertijd wordt en we allemaal weer een uurtje extra nacht krijgen. Dus slaap lekker…!

Teiltje

Al een hele tijd ben ik op zoek naar een afwasteil. Die zijn er natuurlijk genoeg te koop, in kleuren en allerlei maten. Maar ik zoek een tamelijk groot formaat. Vierkant en minimaal 30 x 30 centimeter. De diepte is niet zo van belang, want ik wil er mijn pannendragers in schoonmaken.

De meeste teiltjes zijn net iets kleiner en lopen naar beneden wat af en daardoor past er geen pannendrager in. Ik zou het in de gootsteen kunnen doen, maar dat wil ik eigenlijk niet.

Nou zag ik laatst bij Blokker een handig teiltje, zo te zien iets voor een kampeervakantie. Er zat zelfs een stop in, zodat het makkelijk leeg te maken was. Op het etiket stond de maat: 31,3 x 30,6 x 19,9 centimeter. Het leek me genoeg. Maar voor alle zekerheid mat ik thuis de dragers nog even op. 28 centimeter in het vierkant, het zou moeten passen.

De volgende dag naar Blokker. Maar jammer, thuis bleek de maat helemaal niet te kloppen. Afwasteil dus linea recta terug.

Maar nou kan ik nog steeds die pannendragers niet schoonmaken. Zouden die in de vaatwasser kunnen? Het wordt afgeraden, maar ze zijn van stevig gietijzer, dus ik denk het wel. Maar hoe komen ze er uit? Wie weet het?

Vakantiedag

Het is nogal stil in Saint Riquier, maar het is prachtig weer. De abdij staat majesteitelijk aan het plein, maar is helaas niet open. Daarnet nog wel, maar nu is het 12 uur geweest en dan… dan willen Fransen eten. Zullen wij dat dan ook maar doen? Ja, goed idee, maar waar? “Daarnet kwamen we langs een cafeetje, waar je vast ook wel wat kunt krijgen”, zegt Leo. En ja, er staan wat tafeltjes, er zitten wat mensen. Maar eten?

We duwen de deur open en krijgen meteen de vraag of we komen voor een repas? Na onze bevestigende knik worden we naar achteren verwezen. En daar rollen we bijna om van verbazing. Want achterin blijkt een flinke ruimte te zijn, die zowat compleet vol zit met merendeels mensen die hun lunchpauze hier doorbrengen.

We krijgen een plekje en gaan zitten. Meteen wordt een grote kan water geserveerd, ligt er een menu en bestek. Het dagmenu lijkt ons wel wat. We kiezen voor een hoofdgerecht en dessert. Drie gangen lijkt ons te veel.

Vrij snel krijgen we een heerlijke schotel met salade, knapperig krakende friet en “potjesvleesch”. Dat blijkt een regionaal gerecht te zijn van flinke stukken vlees van kip, konijn, kalfs- en varkensvlees in gelei. Alles is vers en ter plekke bereid. We nemen er een glas witte wijn bij. Het smaakt ons verrukkelijk. Het dessert is ook al zo lekker, een mooie crème brulée. We sluiten af met een piepklein kopje espresso. Tegen tweeën loopt de zaak leeg en vertrekken ook wij.

En dan is ook de abdij weer te bezichtigen. Groots, indrukwekkend, niet te veel pracht en praal. Maar met mooie details en schilderijen.

Niet echt uitnodigend

Bron: Facebook / Peter Utrecht / Bankjes met/zonder uitzicht

De foto pikte ik van Facebook, maar viel me in eerste instantie op om dat die gemaakt is in Nederland, want dit bankje staat ergens in Utrecht in de wijk Oog en Al.

Fijn toch zo’n bankje? Je zit er helemaal tussen en in het groen. Maar of het nou echt zo lekker zit? Een beetje veel prikkeling, want dat groen is niks anders dan allemaal brandnetels.

Ik heb wel eens gehoord dat brandnetels zouden helpen tegen reuma. Of kom je dan van de regen in de drup? Pijn is niet fijn, maar een hele dag een prikkend lijf is dat toch ook niet.

Nee, het bankje is goed bedoeld, maar niet uitnodigend. Daar moet echt een flinke maaier aan te pas komen. Dan wil er vast wel weer iemand op zitten 😉

Hergebruik

Bron: Google foto’s / Leefzuinig.be

Het eerste wat ik vroeger in een hotel deed, was kijken in de badkamer. Om te zien of die wel schoon was én om te zien of er stukjes zeep lagen. Meestal was dat het geval, vaak in een leuk papiertje, kant en klaar om te gebruiken. Dat deed ik dan weer niet, ik had mijn eigen zeep meestal mee. Dat stukje (of meer) ging linea recta in mijn koffer. Thuis verzamelde ik die stukjes in een grote pot, voor de show en om te gebruiken bij het fonteintje in het kleinste kamertje.

Niet iedereen nam de zeep mee, maar gebruikte het wel tijdens het hotelverblijf. En wat doe je met al die restanten zeep? Soms worden de stukjes verzameld en verstuurd naar een bedrijf dat de zeep vermaalt en omsmelt naar nieuwe zeepjes. Die worden dan uitgedeeld aan mensen die geen geld hebben om zeep te kopen, maar zich toch moeten wassen. Want hygiëne is tenslotte van groot belang voor iedereen.

Hoe gaat dat in de toekomst? Want steeds meer hotels gaan over op vloeibare zeep en shampoo. Dat moet dan wel weer in plastic flessen. En het hervullen is omslachtig en duurt veel langer dan een stukje zeep neerleggen. Verandering is niet altijd verbetering.

En ik vind het jammer dat de zeepjes langzamerhand verdwijnen. Had toch een bepaald soort charme.