Kippen

Wie in Barneveld is, kan niet om de kippen heen. Je ziet ze niet, maar toch zijn ze overal aanwezig.

Dit staat sinds kort op de muur van het Pluimveemuseum, waar alles van de kip tot het ei (of vice versa, daar is men nog niet uit) uit de doeken wordt gedaan.

En wij zagen nog net hoe aan deze muurschildering de laatste hand werd gelegd. De volgende dag zou de officiële onthulling plaatsvinden. De verf was nog een beetje nat zelfs 😉

Kippen

Wat er nou het eerst was, de kip of het ei, daar is men ook in Barneveld er nog niet uit. Maar er scharrelen heel wat kippen rond, ook in het Pluimveemuseum.

We dachten een saaie opsomming van kippenrassen te krijgen, maar het bleek een heel leuk en leerzaam museum te zijn.

Met veel echt rondscharrelende kippen, met veel informatie en met veel eieren. We weten nu ook dat er niet alleen witte, bruine maar ook groene eieren gelegd worden. Vroeger legde een kip ongeveer 60 eieren per jaar. Nu levert dat dier er wel 325 per jaar.

In het museum scharrelden de kippen in ruime rennen, maar zoveel eieren vragen om een andere manier van huisvesten. En dan kun je de legbatterijen niet ontlopen.

Op de Eierveiling konden we onze verse eitjes zelf “mijnen”. Hier gingen ze per 10, maar in het echt zijn de partijen beduidend groter.

En naast al die kippen waren er ook machine-opstellingen. Al die eieren moeten tenslotte ook gesorteerd, verpakt en vervoerd worden.

Voor de industrie worden ook machines gemaakt om eieren te scheiden. Zodat bakkers en advocaatfabrikanten apart worden voorzien van dooiers en/of eiwit. Daar konden we filmpjes van bekijken.

Er was heel veel te zien en we hebben een leuke middag doorgebracht.

Toetjes

Er zijn, denk ik, maar weinig mensen die geen toetjes lusten. Die zijn er dan ook in allerlei vormen en smaken en dus kan iedereen wel iets lekkers bedenken als afsluiting van de maaltijd.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de tentoonstelling “Grand dessert” in het Kunstmuseum in Den Haag druk bezocht wordt. Het is een lust voor het oog en je neus. Want er zijn allerlei geuren te herkennen, je kunt (met je ogen) genieten van drilpuddingen tot ijscoupes in soorten en maten.

Samen met Lies bekeek ik een enorme verzameling puddingvormen, konden we likkebaardend kijken naar gehaakte fruittaarten, macarons en andere heerlijke zoetigheden. Er was een grote proeverij van taartjes, koekjes, bonbons en snoep te bewonderen. Niet te eten, want de kunstenares is allergisch en mag geen desserts eten. Dan maar van glas, net zo mooi, zoet en heerlijk om te bekijken. Maar zonder allergenen en zonder calorieën…. 😉

Er was ook plaats ingeruimd voor kookboeken, zodat we even konden uitrusten en een beetje inspiratie op doen om thuis te gaan koken en bakken.

Kortom een heerlijke tentoonstelling, mooi opgesteld en sfeervol. Ik kon er niet genoeg van krijgen, dus ga ik zeker nog een keertje kijken.

Portretten

Vorige week gingen Leo en ik naar het Fotomuseum in Rotterdam. Daar is altijd wel iets te bekijken, maar dit keer gingen we speciaal voor de tentoonstelling “Je moest eens weten”.

Fotografe Cigdem Yuksel maakte prachtige portretten van Turkse vrouwen die in de jaren 60 en 70 naar Nederland kwamen. Naast de portretten waren foto’s uit hun familiealbum te zien en vertelde elke geportretteerde iets over haar ervaringen. Soms was dat een film, meestal een opgetekend verhaal.

Ze kwamen uit alle delen van Turkije, ze spraken de taal niet, misten hun familie, het dorp of de stad waar ze woonden. Ze werkten hard, als fabrieksarbeidster, schoonmaakster en voedden hun kinderen op. Maar altijd maakten ze er het beste van. Een prachtige tentoonstelling, met ontroerende verhalen van sterke vrouwen.

Tentoonstelling

Met schoondochter sprak ik af in Den Haag. Eerst even gezellig een stukje Haagse sfeer proeven, door de Passage en zo naar de tram richting Kunstmuseum. Daar is een tentoonstelling over het werk van het modehuis Dior, die we samen bekeken. Christian Dior, die eerst architect wilde worden, werd het boegbeeld van de na-oorlogse mode.

Na een tijd van strenge en rigide modellen gaf hij de vrouw weer een figuur. De New Look veroorzaakte een soort van omwenteling. In een tijd van schaarste en rantsoenering bedacht Dior japonnen met ruime cirkelrokken, frêle silhouetten en zwierige avondjurken. De happy few die het zich konden veroorloven, kochten de modellen, die de inspiratie waren voor de mode die het straatbeeld ging bepalen.

Een prachtige tentoonstelling, met niet alleen ontwerpen van Christian Dior, maar ook van zijn opvolgers zoals Yves Saint-Laurent, Marc Bohan, Gianfranco Ferré, John Galliano, Raf Simons en Maria Grazia Chiuri.

Veel van de ontwerpen zijn tijdloos. Op het eerste gezicht lijken sommige japonnen tamelijk eenvoudig, maar als je goed keek, dan bleken de stoffen niet zomaar weefsel te zijn, maar waren ze volledig geborduurd. Met pailletten, kraaltjes, lovertjes of zijde. Of was de japon geheel gemodelleerd naar het figuur van de draagster en was de stof niet rechttoe/rechtaan maar op een speciale manier gesneden.

Ook een zaal was gevuld met alleen maar de fraaie, soms overdadige juwelen, waar Dior faam mee maakte.

Met vaak grote bloemmotieven, veel glitter en schitter. Juwelen om te imponeren, maar stijlvol te imponeren. Ondanks de afmetingen toch zeer draagbaar.

Een prachtige tentoonstelling die een bezoek zeker waard is!

Walburgiskerk

Natuurlijk konden we bij ons gidswandeling door Zutphen niet voorbij gaan aan de Walburgiskerk.

Die herbergt twee zeldzame bezienswaardigheden. In een zaal, afgesloten door een stevige rode houten deur, bevindt zich de Librije. Een echte bibliotheek met zeer oude en kwetsbare boeken.

De bibliotheek stamt uit 1564 en was destijds al een openbare bibliotheek. Maar er verdwenen te vaak boeken, dus legde men ze aan de ketting. In Europa is nog maar één vergelijkbare kettingbibliotheek te vinden, in Italië.

Men kan de librije wel bezoeken. Op aanvraag en met maar een beperkt aantal mensen. Misschien zetten we dat voor een volgend keer op het programma.

De andere bijzonderheid in de kerk was de enorme kaarsenkroonluchter. De luchter werd gemaakt rond 1395 en is één van de zes Jeruzalemluchters die in Europa te vinden zijn.

Op de luchter staan Jezus, Maria en de twaalf apostelen uitgebeeld, een eenhoorn, maar ook taferelen over de jacht, een minnend paar. Maar nog veel meer details waarover zoveel over te vertellen is. Want in de Middeleeuwen had niet iedereen de beschikking over boeken en werd informatie overgedragen via dit soort voorwerpen.

Op de foto komt de luchter niet zo fraai tot zijn recht en het ontbrak ons ook aan tijd om hem goed te bekijken. Een reden te meer om nog maar eens terug naar Zutphen te gaan.

Speelgoed

Laatst zag in Apeldoorn in het Coda-museum een tentoonstelling over Lego. Dat heb ik altijd al zulk leuk speelgoed gevonden. Maar ja, in mijn tijd was dat nog niet zo uitgebreid en geavanceerd als nu. Ik vond het wel veel inspirerender om zelf iets te maken, je fantasie te gebruiken.

Een kind heeft niet veel nodig om zich te amuseren. Van een klein beetje Lego kon je heel veel maken. Niet alleen huizen, maar van alles wat je in je dromen kon bedenken.

Die Lego-tentoonstelling sprak me niet zo aan omdat wel heel veel grote en ingewikkelde dingen te zien waren, maar de kinderlijke beleving nauwelijks aan bod kwam.

Behalve bij één auto. En die was niet eens van Lego, maar van ADO. ADO speelgoed werd gemaakt in Berg en Bos, een sanatorium voor tbc-patiënten. Als arbeidstherapie werd het door Koo Verzuu (1901-1971) ontworpen speelgoed van hout gemaakt.

En kijk, die auto had toch veel gelijkenis met een simpele Lego-auto. Je zou bijna zeggen die auto was één van de bronnen, destijds.

Ik weet dat heel veel mensen en niet alleen kinderen enorm veel plezier beleven aan Lego-modellen maken. Maar geef mij toch maar die simpele dingen uit de begintijd van Lego.

Juwelen

Vorige week ging ik met schoondochter een dag naar Apeldoorn. Dat zat al lang in de pen, want we wilden graag naar de tentoonstelling in CODA over “Sprekende juwelen”.

De juwelen waren uitgezocht door Martijn Akkerman, de man die bij Kunst en Kitsch zo enthousiast kan vertellen over de sieraden die hij voorgelegd krijgt.

De tentoonstelling was niet groot, maar heel mooi opgezet. Alle juwelen kregen ruimte om te stralen, er was een verklarend boekje en een film, waarin we konden zien hoe Akkerman met de conservator van Coda de objecten uitzocht.

De juwelen moeten draagbaar zijn, want dan komen ze het best tot hun recht. Natuurlijk, want in een doosje heeft niemand er wat aan. Of je moet ze zien als geldbelegging. Maar toch hadden we soms wel een beetje bedenkingen bij de draagbaarheid. Niet alles leek praktisch, soms zelfs pijnlijk.

Niet alles was van goud of zilver, ook plastic of andere kunststoffen werden gebruikt.

Toch zagen we in de vitrines ook prachtige voorbeelden van glitter en glamour. We hadden daarbij geen moeite om ons voor te stellen hoe wij ze zouden dragen.

Maar we zagen ook prachtige voorbeelden van sieraden, heel simpel, maar daardoor juist zo opvallend.

Een kleine, maar mooie tentoonstelling die nog tot en met 12 mei te zien is.

Boek

Een biografie, geschreven door Jessica van Geel over Truus Schröder-Schräder, de assistente en de geliefde van Gerrit Rietveld.

Jessica van Geel: I love you Rietveld

Een voor die tijd zeer ongewone relatie, want bij hun eerste ontmoeting was Truus al getrouwd. Gerrit Rietveld en zijn vader kwamen een meubel brengen, dat Truus beslist niet mooi vond. Haar man echter wel.

Gerrit las zag haar afkeer en zij zag hetzelfde in zijn ogen. Het begin van een relatie die tot het einde van hun leven zou duren. Ondanks het feit dat Rietveld ook trouwde en zes kinderen kreeg.

Het is het verhaal van mensen die elkaar aanvoelen, aanvullen, samen een onlosmakelijk geheel vormen.

Maar ook zien we lezen hoe de relatie zijn invloed had op het leven van Rietsvelds vrouw en zijn kinderen. Hoe de buitenwereld deed of ze van niks wisten, terwijl het toch een publiek geheim moet zijn geweest.

En natuurlijk hoe Rietveld en Truus samenwerkten, hun ideeën verdedigden en hoe langzaam aan in de kunstwereld werd gezien en geaccepteerd hoe ver vooruit hun ideeën waren.

Het boek is vooral eerbetoon vooral aan Truus, die altijd wat op de achtergrond was. In het begin omdat de wereld nog niet rijp was voor werkende vrouwen, maar ook omdat het in haar karakter lag. Rietveld werd allengs de veel geroemde architect, zij bleef de assistente van…

Interessant om te lezen, zo nu en dan wat namen na te zoeken. Voor degene die houden van bijzondere gebouwen en binnenhuisarchitectuur. En ook een reden om (weer) eens het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht te bezoeken.

De Wieger

In Deurne was Hendrik Wiegersma een bekend figuur. Hij was arts, maakte zelf zijn medicijnen en was ook een begenadigd kunstenaar. Een man, zoals de vrouw in het museum zei, binnenkwam en niet omver te lopen was. Dat kon je ook wel opmaken uit de film die in het museum gedraaid werd.

Hendrik begon pas laat met schilderen en maakte kennis met diverse kunstenaars die ook regelmatig in zijn huis op bezoek kwamen en bleven logeren.

Het huis “De Wieger” is nu een museum, waar regelmatig wisselende tentoonstellingen worden gehouden.

Wij waren er vorige week vrijdag en zagen schilderijen en tekeningen van Hendrik Wiegersma. Daarnaast was er ook een tentoonstelling van Gerrit van Bakel en tijdgenoten en van Gerrit’s zoon Michel van Bakel.

Het huis op zich is ook beslist het bekijken waard. Kleine musea zoals deze moeten gekoesterd worden, want juist daar ontdek je soms zulke mooie pareltjes.