Dinsdag schreef Sjoerd over een trafohuisje, dat ik in Zutphen zag. Gelukkig nog net op tijd kon ik het voor hem fotograferen, de gids liep al een stukje verder.
Het huisje staat tegenover dit gebouw. De grote stenen herinneren aan Pettenfabriek F.M.M. Krukziener. Hier zaten in de goeie tijd honderd meisjes en vrouwen petten te naaien en ook hoeden werden er gemaakt.
Jammer, maar de tijd van degelijke petten is voorbij. Degelijke geruite petten, of van Engels tweed. Het had wel wat. We dragen nu goedkope petjes met reclame of andere versieringen, ikzelf ook soms. Tegen de zon.
Mijn vader droeg altijd een hoed, een pet heb ik hem nooit zien dragen. Je kon hem uittekenen met zijn hoed. En als hij dan een bekende tegenkwam, nam hij dat hoedje af.
Daar in de Beekstraat nr. 25 in Zutphen moest ik aan hem denken. “Als ik een pettenwinkel begin, worden de kinderen zonder kop geboren” placht hij te zeggen. Hij was niet ongelukkig, zelfs een tevreden mens. Maar grote (zakelijke) successen heeft hij nooit gekend.
Maar ook de succesvolle pettenfabriek van meneer Krukziener ging uiteindelijk ter ziele. Ach ja, zo gaat dat….!
Mooie herinnering aan je vader!
De naam alleen al is bijzonder
Mijn vader droeg een pet en die nam hij af voor de pastoor, de dokter en de notaris.
‘Hoeden en petten en dameskorsetten’. Dat schoot me te binnen. Hoedemaker is een Joodse naam.
Het was een dankbaar onderwerp…
Maar zijn pand niet! Wat een bijzondere naam KRUKZIENER! Die uitdrukking van jouw vader kende ik niet!
Jouw vader was een heer!