Tuinbezoek

Laatst dook er zomaar ineens een piepklein vogeltje op in onze tuin. Het leek wel een duikelaartje als hij probeerde op een vijverplant wat water te drinken. Het was geen meesje, winterkoninkje of roodborst. Ik had hem nog nooit gezien in de tuin.

Een paar dagen later zat hij er alweer en toen zagen we hem in de appelboom verdwijnen. Zoeken in het vogelboek leerde dat het om een puttertje ging. Niet echt een heel zeldzaam beestje, maar wel een heel mooie.

Natuurlijk wilde ik hem fotograferen, maar met deze warmte zit constant het hor voor de deur en dan lukt een foto niet. Het hor openen verjaagt hem meteen. Dus moet ik een andere afbeelding zoeken. Ach, geen punt bij Google foto’s.

Ik koos geen gedetailleerde natuurfoto, maar een beroemde voorouder, zo mooi geschilderd door Carel Fabricius en te zien in het Mauritshuis in den Haag.

Dom beest

Naast eksters, roeken, mussen, mezen en roodborstjes komen er ook zo nu en dan duiven in onze tuin. Niet alleen die mooie slanke Turkse tortels, maar deze, een dik en wat dommig beest.

Hij (of zij) waggelt wat langs de vijver, zoekt naar wat eetbaars. Maar kijkt een beetje kippig over allerlei kruimels heen.

Soms probeert hij een nest te maken, maar op het klapraampje lukt dat al jaren niet. Toch blijft hij het proberen en wij blijven hem dan ook steeds verjagen.

Het beest heeft ook geen enkel zicht op wat hij soms aanricht. Vorige week hoorden we een hard geluid, alsof er een emmer om viel. Maar waar kwam dat nou vandaan?

Het was weer die dikke duif, die een beetje verwezen op de tuintafel zat en ook niet wist hoe of wat. Terwijl toch duidelijk te zien was dat hij de metalen vogeltjes omgegooid had.

Wel tien minuten bleef hij glazig zitten kijken, vloog even op om wat verder op de stoelrand te gaan zitten. Maar die wazige blik bleef.

Nee, die zal nooit meer iets bij leren. Hij blijft een domme duif.

Knalgeel

Ergens in de grote brij van FB-berichten kwam ik iets tegen over paardenbloemen. Niet geliefd in de tuin, want onkruid. Maar nuttig, want ze brengen door hun lange wortels lucht in de bodem en verbeteren die bodem met mineralen zoals calcium.

En hun kleur, daar ontkom je niet aan. Als er nog niet veel bloeit, dan zie je de paardenbloem al alom. Hele bermen staan vol te schitteren in de zon of vrolijken een sombere dag op met hun geel.

Ook insecten weten de bloemen te vinden en zoeken er stuifmeel en honing, dat in ruime mate voorhanden is. In Engeland wordt nog vaak wijn van paardenbloemen gemaakt (Dandelion wine), maar ook de bladeren kunnen door mensen gegeten worden.

Dat onkruid is dus helemaal niet zo onnuttig. Het zou dan ook helemaal niet zo gek zijn om die paardenbloemen nog even in de tuin te laten staan. Maar niet te lang, want hun pluisjes verwaaien snel en dan zit straks de hele buurt met paardenbloemen. 😉 😉 😉

Mooi

Tijdens ons bezoek aan Trompenburg Arboretum zag ik deze mooie kelken langs het water staan.

Een opmerkelijk gezicht, met dat frisse en uitbundige geel en maar heel weinig ook fris groen blad. Het is de Moerasaronskelk (Lychiton americanus).

Die naam moest ik natuurlijk opzoeken en toen kwam ik tot de ontdekking dat deze plant niet meer in Nederland verkocht mag worden.

Het is een invasieve soort en zou dus andere inheemse planten kunnen overwoekeren. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ik vind het jammer, maar wel begrijpelijk.

Hij zou beslist heel mooi staan in onze tuin, maar dat past natuurlijk helemaal niet in ons mini vijvertje.

Gelukkig is er dus nog de mogelijkheid om die mooie plant in “gevangenschap” te bewonderen, in Rotterdam dus en ook in Appeltern.

Daar zullen de tuinlieden hem wel in toom weten te houden.

Badgast

Er komen vaker vogels badderen in ons vijvertje. Die zijn echter een stuk kleiner.

Maar de laatste weken komt deze grote dikke duif regelmatig van ons water gebruik maken.

Er vliegt wel eens een andere duif op de pergola, maar die wil niks van hem weten. En dan gaat hij maar weer eens een keertje in bad…

Hij is dik en een beetje sloom. Kijkt regelmatig wat in het rond, maar van verdere activiteit weten we niet.

Misschien wacht hij op zijn vrouwtje en willen ze straks, net als andere jaren, een nest maken op ons bovenlichtraam.

Maar dat willen wij niet, dus wordt het weer tijd om iets te verzinnen waardoor ze dat raam met rust laten.

Het is wel niet mogelijk om er een nest te maken, want ze glijden er telkens af. Om nog maar te zwijgen van de takken en takjes die er ook meteen af vallen.

Maar het maakt zo’n rommel en een heleboel lawaai. Vogels in de tuin zijn fijn, maar die duiven mogen wel een paar straten verder gaan.

Planten

Bron: Google foto’s/www. Bakker.com

Dit is de tijd om te planten en te zaaien. Maar dat zaaien heeft me de laatste jaren niet zo veel gebracht.

Ondanks mijn goede voornemens werd het geen succes. En zoveel moeite om één mini tomaatje, daar ga ik niet meer aan beginnen.

Dus heb ik plannen om een deze dagen naar het tuincentrum te gaan om wat gezellige planten aan te schaffen en in de tuin te zetten. Er mag wel wat meer kleur in komen.

En ik wil natuurlijk ook de plantenbakken weer vullen. En die leuke kruidenplantjes, die nu nog in een keukenhoekje staan, moeten natuurlijk ook een plek krijgen. Daar heb ik nog wel een mooie bak voor staan. Tijd dus om aan de slag te gaan.

Als smaakmaker maar even op internet gezocht naar een kleurig plaatje.

Jullie dachten toch niet dat dit in mijn eigen tuin gefotografeerd was…? 😉 😉 😉

Lente

Elk jaar weer ben ik blij als ik de eerste sneeuwklokjes ontdek in de tuin.

Dit jaar zag ik ze voor het eerst toen we weggingen om te gaan wandelen. Het was mooi en helder weer, veel lekkerder dan na al die regendagen.

En daar staan ze, nog helemaal in knop, maar onmiskenbaar de voorbodes van de lente.

Op weg naar onze bestemming ging het regenen en de dag daarna had het gesneeuwd. Wat nou lente…? We bibberen nog altijd en het is nog lang geen tijd voor korte mouwen.

Nog even geduld dan maar, want die lente die komt natuurlijk wel, net als elk jaar 😉

Minibieb

Minibiebs zie je steeds meer. Soms een klein kastje, soms een mooie kast met een flinke voorraad.

In Anloo liepen we langs de kerk en stonden ineens voor een minibieb. Niet zomaar een, maar voornamelijk gevuld met tuinboeken en tuinbladen.

Ervoor stond een tafel met potjes, waarop wat zaaigoed en stekjes. Zomaar, om mee te nemen. Het was dat we nog een paar dagen weg zouden blijven, maar anders had ik ze zeker meegenomen voor thuis.

En dat was nog niet alles. Er stond ook een aantal doosjes met zakjes zaad. Keurig gerubriceerd en op alfabet. Er waren wat groentenzaden, maar ook bloemenzaad natuurlijk. Zo leuk.

Daar wilde ik wel iets van meenemen. Natuurlijk heb ik me ingehouden en slechts 1 zakje meegenomen.

Straks eens kijken of de Oost Indische kers wortel wil schieten in Rotterdam.

Liefdespaar

Kijk ze nou es zitten, heerlijk in de zon. Het is niet zo’n groot dak, daar op mijn voederhuisje. Maar dat is juist fijn, zo kunnen ze lekker dicht tegen elkaar schukkeren.

Zo nu en dan knuffelen ze elkaar. Als ik de deur open doe, kijken ze meteen op. Ze vliegen niet meteen weg, zijn aan ons gewend. En wie weet, misschien schud ik het broodmandje wel leeg….

De buurkat houdt het stel ook in de gaten. Maar die is alert op alle vogels. Niet dat ie er veel vangt. Dat komt omdat hij een beetje mollig en dus ook wat slomer is. Nou ja, geen nood. Dan sluipt ie naar de vijver en drinkt een beetje. En dan zoekt ie weer een ander lekker tuintje.

De tortels trekken zich niks aan van de kat. Ze weten allang dat die geen gevaar vormt. Nog even knuffelen, roeroekoe (dat is ik vind je lief op z’n tortels) en dan vliegen ze weg. Op zoek naar een ander romantisch stekkie.

En ik ga verder met wat ik bezig was te doen. Straks is er vast wel wat meer te zien in onze tuin.

Zoeken

De bloementuintjes die ik bij de Appie kreeg had ik nog even laten liggen. Ze werden soms van hier naar daar geschoven, maar ach, ze lagen niet in de weg.

Maar toen voor Pasen de tafel uitgebreid gedekt moest worden, moesten ook de bloementuintjes met nog wat andere zaadjes verkassen.

Waar zou ik die nou eens neerleggen? Niet in de kamer, want dan bleef het toch rommelig. Niet inde gang, niet op mijn eigen kamer. Nee, ik legde ze ergens waar ze uit het zicht waren, maar toch simpel weer terug te vinden.

Maar de nacht na Pasen schrok ik wakker met de gedachte “Waar heb ik die doosjes nou toch gelaten?”

De volgende morgen meteen maar eens kijken. Ik zocht, ik zocht, maar nergens te vinden. Ook Leo zocht mee, maar zonder resultaat. We zochten onder de bank, in de boekenkast, in alle keukenkastjes. Maar geen bloementuintjes. Vagelijk herinnerde ik me dat ik ze ergens bij elkaar gelegd. Er vormde zich een beeld, maar hoe ik ook zocht, geen spoor.

Tot afgelopen donderdagmorgen. Ik keek weer eens in de berging, zonder resultaat. Had ik ze nou toch, zonder er bij na te denken, weggegooid? Toen viel mijn oog op dat ene barbertje onder de plank. En kijk….., in een mandje, netjes droog en opgeruimd, daar lagen ze dus!

En gisteren heb ik ze dus gezaaid. Nog even wachten en dan kunnen de roze, witte, gele en regenboogmix-bloemen worden uitgeplant.