
In onze tuin geen gazon, dus last van mollen ken ik niet. Maar blijkbaar zijn de mollen wel actief in onze wijk, gezien deze auto.
Maar voor wie is het nu de laatste hoop? Voor de mollen of voor de tuiniers? Een beetje cryptisch vind ik het wel….
In onze tuin geen gazon, dus last van mollen ken ik niet. Maar blijkbaar zijn de mollen wel actief in onze wijk, gezien deze auto.
Maar voor wie is het nu de laatste hoop? Voor de mollen of voor de tuiniers? Een beetje cryptisch vind ik het wel….
Als ik de tuin in kijk, zie ik de blauwe regen bijna groeien. Dikke trossen bloemen hangen over de pergola. En niet alleen dat groeit tegen de klippen op, ook de wilde wingerd en de druif bij de buren zie je elke dag verder kruipen. Dit vind ik toch zo’n mooi seizoen. Eerst een nog wat kale tuin, met plotseling wat groene punten en dan… een explosie van kleuren. Ik ben niet zo’n nette tuinierster. Er staat nog wel eens wat onkruid dat ik met rust laat. Plotseling opgekomen planten laat ik even betijen en vaak mogen ze dan gewoon blijven waar ze zijn ontsproten. De natuur geeft soms verrassende combinaties en ik maak daar graag gebruik van.
En dan zijn er nog de insecten. Het zoemt en bromt op dit moment dat het een lieve lust is. Geduldig sta ik met mijn camera in de hand, maar net als ik wil afdrukken vliegt meneer Bij of mevrouw Wesp toch weer verder en verschuilt zich in de bloemenpracht. Jullie moeten me dus geloven als ik schrijf dat het echt heel druk in mijn tuintje is.
![]() |
Ergens in mei kreeg ik van Bettie een zakje lathyrus-zaad. Ik zaaide het meteen, spande draden om de ranken naar boven te leiden en keek de plantjes bijna uit de pot. Al na drie dagen kwam er wat boven en ik verheugde me op een waterval van kleurige bloemen. Maar dit jaar zit het niet mee met het groen in mijn potten. Alles kwart een beetje, ondanks dat ik toch echt water en mest geef. De hoop op bloemen bij de lathyrus had ik al bijna opgegeven, maar nu staat er dan toch één bloem te bloeien. Lang gewacht, stil gezwegen, ….. 😉 😉 😉 |
![]() |
Vorige week schreef Marthy dat zij dit jaar nou eens vlierbessensiroop heeft gemaakt. Dat zoiets heerlijk is, weet ik wel. Want ik gebruik al een paar jaar de siroop van Ikea of Belvoir. Maar ja, zelfgemaakt is toch het allerlekkerst. Misschien moet ik me daar volgend jaar ook maar eens aan wagen. Vlier genoeg te vinden hier in de omgeving De vlier (klik) is trouwens een heel nuttig gewas, leerden we tijdens het Verborgen tuinen-weekend bij het duurzaamheidsproject. Het hout splintert niet en kan dus goed gebruikt worden. De takken zijn hol en daar kunnen fluitjes van gemaakt worden, voor flierefluiters dus! |
Van de bladeren kan je thee zetten, die allerlei kwaaltjes zou bestrijden. De bessen zijn ook eetbaar, al moet je ze wel eerst koken. Dan leveren ze sap, maar wijn kun je er ook van maken.
Wat vliertakjes houden vliegen op afstand. Koetsiers in vroeger tijden maakten daar al gebruik van en vlochten wat takjes in het paardenhoofdstel.
En er wordt beweerd dat Vrouw Holle in een vlier woonde. Daarom wordt aangeraden een vlier niet zo maar om te hakken. Je moet toestemming vragen en netjes je hoed afnemen voordat je begint. Al geloof ik niet dat iedereen zich daar aan houdt 😉
Ook een van onze wijkbewoners hield afgelopen weekend “Open tuin”. Zijn voortuin was me al vaker opgevallen vanwege de prachtige esdoorn die er staat. Toen ik dan ook las dat hij een Japanse tuin (tuin #69) heeft, moest en zou ik de tuin achter zijn huis toch ook een keer zien.
En die tuin had echt een “wow….”effect op ons. Een Oosterse oase in onze toch al vrij groene wijk.
De vijver is door de eigenaar zelf uitgegraven en dat alleen al moet een enorm karwei geweest zijn. Ook heeft hij, heel slim, gebruik gemaakt van “geleend landschap” in de vorm van mooie hoge bomen in het plantsoen dat er achter ligt. De beplanting is heel evenwichtig, maar ik denk dat het onderhouden ervan gigantisch veel werk is. Maar het resultaat is zeer de moeite waard. Het lijkt net of dit stukje Rotterdam op wonderlijke wijze opeens in Kyoto gelegen is. Een sfeervolle tuin met sierlijk gesnoeide bomen, een zacht kabbelend beekje, glooiende mosvlakten en heel veel vogels, die zich hier erg thuis voelen. Wij waren er dan ook helemaal weg van!
Het nummer van de tuin verwijst de website van
2016-Verborgen Tuinen in Rotterdam
Klik op een foto om te vergroten
Ook afgelopen weekend bezochten wij weer een aantal open tuinen in Rotterdam. Heerlijk is dat toch, dat je zomaar in een tuin en soms zelfs door een huis mag lopen.
Omdat er zoveel tuinen te bekijken waren, maakten we zaterdags met vrienden een rondgang door het centrum. De eerste tuin (#54) bevond zich achter een mooi oud pand. Het miezerde een beetje, maar er viel zo veel te bekijken, dat wij van de regen geen last hadden.
De tweede tuin (#55) behoorde aan een instituut voor psychiatrisch patiënten. Deze tuin bood een zee aan rust en ruimte.
Tuin nummer drie (#56)combineerde fraai moderne materialen en veel groen op een bescheiden oppervlak.
De wijktuin (#57 en #59) die wij daarna bezochten, leverde de bewoners verse groenten. De buurtkinderen vermaakten zich in de wilgentunnel en wie wilde mediteren, kon dat doen in een heus labyrint.
Op de valreep bezochten we nog een tuin (#57) die is ontstaan door samenwerking van drie buren. Elk op zich had een eigen gedeelte, maar doordat er geen schuttingen stonden, was het een heerlijk stuk groen in één van de drukste gedeelten van de stad.
De nummers onder de foto verwijzen de website van
2016-Verborgen Tuinen in Rotterdam
Klik op een foto om te vergroten
Nou ja, geen probleem, want plukken is dus verboden.
Ik heb uit Duitsland een plantje gekregen en in mijn tuin gezet. Het is nog maar een klein polletje. Hopelijk groeit het wat verder uit. Na de bloei verdwijnt het, om in het vroege voorjaar weer op te duiken. Het smaakte dit jaar heel lekker in een salade. De smaak zit een beetje tussen ui en knoflook in.
Natuur in de stad kan natuurlijk niet alleen groots en indrukwekkend zijn. Soms moet je goed kijken om iets te zien. Maar dat betekent niet dat er niet genoeg te zien is. Hier in Kyoto fotografeerde ik deze ienie-mini esdoorn, die ondanks zijn geringe afmeting toch een prachtig gekleurd herfstblad liet zien. Ik weet zeker dat de bewoners van het huis waar hij bij stond, hem elke morgen weer met plezier begroeten en hem met liefde verzorgen.