En ik zal je wat vertellen van Sint Nicolaas Die ging het dak op met zijn paard en ook met Pieterbaas ’t Gebeurde gisteravond laat hier ergens in de stad T’is eeuwig zonde, maar wel logisch, want ’t was hardstikke glad En ze gleeën met z’n tweeën Langs de pannen naar benejen Van ’t dak, oh yeah..
En ik wil je wel vertellen dat Sint Nicolaas Toen in het ziekenhuis belandde met z’n Pieterbaas Ze lagen in de ambulance, nou dat wat me wat Hij reed met loeiende sirene door de hele stad Nu gaan ze voortaan met z’n tweeën langs de ladder naar benejen Van het dak, oh yeah….. OH YEAHHHHH
Mijn blik viel als eerste op deze stapel boeken. Zonde, vond ik, een hele serie mooie boeken en dan zomaar op de grond. Maar later zag ik dat er een minibieb boven hing. Die was duidelijk te klein voor deze stapel.
Ik denk dat er een ruim aanbod van dit soort boeken zal zijn. Ik herinner me ze nog goed en denk dat onze kinderen ook gesmuld hebben van de avonturen van Robinson Crusoë en van Alleen op de wereld. Ik geloof niet dat wij de hele serie hadden.
Ik vond het zonde dat de boeken zomaar in weer en wind lagen. Dat zou ze beslist geen goed doen.
Maar misschien heeft iemand ze wel gewoon daar neergelegd. Was hij of zij lekker van de rommel af.
Wij hebben de boeken destijds naar de kringloop gebracht. Maar daar zijn de rijen met boeken al zo lang en soms worden ze niet eens meer aangenomen. Ook daar heerst de overdaad.
Legpuzzels leggen is sinds de C-tijd een geliefde bezigheid. Maar de wandelvriendinnen Jeanne en Marianne deden dat al veel langer. En dan hebben ze ook nog een favoriet puzzelgenre, namelijk de puzzels van Jan van Haasteren.
Geen wonder dat ze graag naar Harderwijk wilden om daar de tentoonstelling van deze puzzeltekenaar in het Stadsmuseum te zien. Dus gingen vier wandelvriendinnen afgelopen zaterdag al vroeg op pad, want Harderwijk is best een tijdje treinen.
In het Stadsmuseum dronken we eerst een lekker kopje koffie en daarna liepen we naar de bovenste verdieping om de tentoonstelling te zien.
Leuk om te kijken naar al die tekeningen met honderden mensen in allerlei komische of tragi-komische situaties. Natuurlijk herkenden de doorgewinterde puzzelaars meteen om welke puzzel het ging.
Maar ook wie niet zo bekend is met het werk van Jan van Haasteren kan er toch veel plezier beleven. Niet alleen puzzels, maar ook andere tekeningen en vroeger werk van zijn hand was te bekijken. Natuurlijk kon je ook puzzels leggen en kopen.
Nog even een kijkje in de andere zalen van het museum, met geschiedenis van Harderwijk en omstreken en toen was het tijd voor de lunch en een bezoek aan nog een museum. Want de tentoonstelling van Jan van Haasteren is eigenlijk een cadeautje van zijn vriend Marius van Dokkum, ook een schilder/tekenaar.
Maar zijn museum en zijn werk komt morgen aan de beurt.
Een paar maanden geleden blogde Sjanne over het sprookjesboek “Verhalen van Moeder de Gans” met daarin illustraties van Rie Cramer. Jammer genoeg was het boek al oud, was het al gerepareerd met plakband. Sjanne wilde het weer opnieuw het met plakband repareren.
Meteen schreef ik haar dat dat niet zo’n goed idee was, want plakband maakt nare vlekken en is niet het juiste materiaal voor dit soort werk. Ik wilde het wel weer in orde maken. En zo bracht Sjanne in september het boek bij mij. We maakten er meteen een leuke dag in Rotterdam van.
Ik ben geen professioneel restaurateur, maar heb al vaker boeken gerestaureerd. Met een beetje goeie wil en heel veel gepriegel lukte het me ook nu om van de kaft en losse bladzijden weer een boek te maken.
Eerst maakte ik alle bladzijden los, verwijderde het jarenoude plakband en repareerde dat wat gescheurd was. Daarna verstevigde ik alle pagina’s aan de bindzijde met een randje gevouwen rijstpapier. Zo konden de bladzijden weer aan elkaar geplakt worden. Voor het rijstpapier gebruikte ik een rolletje sigarettenvloei, dat ik een keer in een coffeeshop op de kop kon tikken. Een prima en al beproefd alternatief.
Tussendoor liet ik alles goed drogen tussen twee planken. Een reep boekbindersgaas gaf nog wat meer stevigheid en toen kon alles stevig geklemd worden.
Ik had nog een restje blauw boeklinnen, dat wonderwel paste bij de kleuren van het boek. Daarmee maakte ik de rug en kon het boek nogmaals tussen de klemmen.
En zo werd dag na dag die stapel papier weer een boek, dat vastgehouden kan worden en – het allerbelangrijkst – waaruit Sjanne haar kleinkinderen weer uit kan voorlezen.
Dus nam ik vorige week in de stromende regen de trein naar Sjanne om het boek af te leveren en gezellig bij te praten.
Leo had op internet info gevonden over het Papierknipmuseum in Westerbork. Het leek hem net iets voor mij en gelijk had hij.
Het museum is niet groot en draait geheel op vrijwilligers. Maar wie van dit soort priegelwerk houdt, is er aan het juiste adres. Wij vonden het absoluut de moeite waard.
In twee zalen worden knipsels van vroeger en nu getoond. We kennen allemaal wel de geknipte silhouetten uit diverse boeken en soms zie je ook wel eens knipsels uit een vervlogen tijd. Toen de mensen geen afleiding van TV, radio of telefoon hadden en hun tijd op een andere manier besteed hebben. Er zitten ware kunstwerken tussen, die niet in een paar verloren uurtjes gemaakt zijn.
Maar ook moderne knipsels kun je er zien en die zijn beslist de moeite waard. Het is niet alleen de handigheid en het gepriegel dat waardering oogst, het is ook de artistieke waarde van sommige kunstwerken.
Alle werken zijn voorzien van de naam van de maker (voor zover bekend) en bij sommige is een uitleg van de kunstenaar zelf.
Er zaten ook wat dames te knippen en toen gevraagd werd of ik ook wat wilde maken, kon ik geen nee zeggen. Ik kreeg wat tips en met een fijn schaartje lukte het me een uil te knippen.
Wij in Nederland zijn niet zo druk bezig met Advent, maar in Duitsland zie je dat veel meer.
Vroeger hadden we voor de kinderen wel zoiets als een Adventskalender, meestal met chocola. Die kun je nu ook hier in vele soorten kopen.
Maar de leukste vind ik toch de zelfgemaakte, met voor iedere dag een kleinigheid. Soms heel eenvoudig, soms heel uitgebreid , heel origineel of prachtig versierd (klik). Vaak ook zo mooi, dat je ze meerdere keren wilt gebruiken.
Natuurlijk springt hier ook de commercie op in. Ik zag al advertenties voor “kalenders” met whisky of andere sterke drank voor een pittige prijs.
En dit zag ik vorige week in een Duitse supermarkt: een hele krat vol met bier. Voor elke dag een andere soort.
Het is wel grappig, maar of dat nou helemaal de bedoeling van Advent is….?
Op aanraden van een vriendin las ik “De as van mijn moeder” van Frank McCourt. En het was precies zoals ze me had verteld, hartverscheurend en toch vol van humor.
Frank McCourt: De as van mijn moeder
In de proloog vertelt Frank dat zijn slechte jeugd, maar vooral zijn Ierse en rooms katholieke jeugd hem meer dan genoeg inspiratie gaf.
Frank wordt geboren in Brooklyn, waar hij en zijn ouders een armoedig bestaan hebben. Het gezin bestaat uit vader, moeder, Frank, Malachy en de tweeling Eugene en Olivier. Als hij vier is, keert het gezin terug naar Ierland, waar zijn ouders oorspronkelijk vandaan kwamen. Eén meisje is dan al overleden. In Ierland sterft de tweeling kort na elkaar en worden nog Michael en Alfie geboren.
Er verandert niet veel aan hun leven. Vader is nog steeds een dronkenlap, die zijn kinderen Ierse liedjes laat zingen en dan van ze verlangt om hun leven te geven voor Ierland. Vader houdt er ook principes op na. Sommige dingen, zoals werken, vindt hij beneden zijn waardigheid. Maar dat belet hem niet om regelmatig stomdronken thuis te komen.
Wat als een rode draad door het boek loopt, is de schrijnende armoede, de honger, het gemis van alle noodzakelijke dingen die een leven enigszins dragelijk maken. En de voortdurende schaamte, omdat moeder geen andere uitweg weet dan aan te kloppen bij de armenzorg.
Als hij werk heeft, verzuipt vader telkens weer zijn loon en ook de steun wordt aan drank besteed. Er is nauwelijks eten en vaak moeten de kinderen hongerig naar bed. Geld voor kleding, schoenen, huur, het is er allemaal niet. Moeder is depressief en vaak ten einde raad. Ze wonen in een krot naast een stinkende wc, waar de hele steeg zijn poepemmer in leeg gooit.
Begin jaren 40 komt er een beetje meer welvaart in het dorp als de meeste mannen in Engeland gaan werken. Voor Ierse mannen lijkt het “werken bij de vijand”. Maar geld verzoet de arbeid. Ook Franks vader gaat, maar geld sturen doet hij niet. Alles gaat weer op aan drank.
Het leven van de kinderen bestaat uit schooieren op straat en als ze naar school gaan uit vooral tucht. Want de schoolmeesters hebben een straffe hand van lesgeven.
Ik las het boek stukje bij beetje, want er was voor mij te veel narigheid. Soms liet ik een hoofdstuk even bezinken. Maar ik heb ook vaak moeten lachen om alle dwaze dingen, om hoe liefdadigheid en bedeling werden uitgevoerd, het lesgeven, de voor kinderen onbegrijpelijke uitleg van de roomse rituelen en verhalen en het kattenkwaad wat uitgehaald werd.
Frank McCourt kreeg voor dit boek zeer terecht de Pullitzer Price.
Op Facebook las ik een berichtje over knoopsgaten. Bij mannen zitten die meestal links, maar bij vrouwen rechts. Waarom zou dat zijn?
De verklaring is dat knopen vroeger best kostbaar waren en wie kon die dan betalen? Rijke dames, maar die kleedden zich niet zelf. Daar hadden ze een kleedster voor. En als je niet zelf je knopen dicht wilt/moet doen, dan zitten de knoopgaten op die manier het handigst.
Ik vind knopen trouwens vaak erg lastig, zeker als het kleine knoopjes zijn. Maar ja, vroeger waren de knoopjes natuurlijk ook klein en met kleine lusjes. Dus ja, het zou best wel eens kunnen kloppen.
Het is een weetje, maar erg veel schiet je natuurlijk met die wetenschap niet op.
Op onze laatste dag in Londen wandelden we naar Hampstead, een luxe wijk met prachtige huizen. Een beetje de sfeer van Kralingen of Hillegersberg, maar dan veel Engelser.
Het was nog heel rustig en we konden dus op ons gemak de huizen uitgebreid bekijken. Op veel huizen in Groot Brittannië zijn blauwe borden aangebracht, waarop te lezen is wie er gewoond heeft of wat er in zo’n huis heeft plaats gevonden.
Bron: Wikipedia / De rattenvanger van Hamelen
Zo ook op dit huis. Het was te ver om te zien wat er op stond. Maar toen trok de naam van het huis mijn aandacht. “Greenaway House”…. wie zou daar hebben gewoond? Ergens rinkelde een belletje in mijn hoofd.
Thuis zocht ik het op en ja, Kate Greenaway, die kende ik wel. Van haar tekeningen, zoals bij de Rattenvanger van Hamelen en andere lieve illustraties. Zij had dus inderdaad in dat huis gewoond en was er 6 november 1901 gestorven.
Ik vind het altijd leuk om te weten. Niet dat het er erg veel toe doet, maar op die manier komt zo’n huis een beetje tot leven.