Boek

Nu ga ik er eens op uit, zei Jac. P. Thijsse. En zijn verhalen zijn nu uitgegeven, want dit boek bevat de wandeldagboeken van 1884 tot 1898.

Het is geen boek om uren in te lezen. Eigenlijk is het een wat droge opsomming van wat Thijsse tijdens zijn wandelingen tegenkomt. Geen gelikt verhaal dus.

Maar wat een oog voor de natuur had die man. En wat zag hij toen veel langs de weg. En ja daar horen natuurlijk afbeeldingen bij. En ook daarin is het boek ruim voorzien. Van diverse illustratoren staan er plaatjes van. Sommige zijn heel bekend, andere weer wat minder. Maar in zwart/wit of in kleur, ze laten zien wat er eind negentiende eeuw allemaal te vinden was in Nederland.

En oh ja, toen ook al was het op rare tijden heel koud of heel warm. Want ook dat schreef Thijsse toen al op.

Echt een boek om cadeau te krijgen, dat had oudste goed gezien. En een heerlijk boek om regelmatig op te slaan en weer verder te kijken.

Wandelen

Zomaar onderweg met de wandelclub naar onze koffiestop ontdekte ik deze zwam.

Wel vaker zie ik grote zwammen op boomstronken, maar meestal zijn die een beetje vuilwit. Zo’n grote inktzwarte had ik nog nooit gezien.

Dit soort zwammen rangschik ik gemakshalve maar onder “elfenbankjes”, maar dat is natuurlijk helemaal fout.

Gelukkig kun je via “Google lens” enigszins nagaan wat voor soort het is en zo ontdekte ik dat het een soort vuurzwam is. Hij groeide op een stronk van een knotwilg.

Ach, het maakt natuurlijk niet uit hoe de naam precies is.

Ik vond hem in ieder geval waard om op de foto te zetten.

Geen vrolijke kleur, maar wel bijzonder.

Gewoon mooi

Er is niet veel nodig om een goed humeur te krijgen.

Niet dat ik chagrijng was, integendeel. De zon scheen, ik was op weg naar de zangclub en de wijktuin was bedekt met een letterlijk schitterend waas van rijp.

Ik stopte even om te kijken naar een waterhoen die op een dun laagje ijs glibberig op zoek was naar een beetje eten.

En toen zag ik dit blaadje op de brugleuning. Gewoon een mooi begin van de dag.

Kalm beginnen

Laten we dit nieuwe jaar nou eens kalm beginnen. Niet zo gestresst, niet zo gehaast, niet gauw-gauw. Maar rustig en beheerst.

Daarom vandaag zomaar een foto van de Zevenhuizerplas. Het water is glad en weerspiegelt de strakblauwe hemel. Zen-momentje!

Hoogst

Alles in het leven wordt tegenwoordig een soort wedstrijd. Dus wil elke architect het hoogste gebouw van alles maken.

Dat gebeurt in Dubai, Hongkong, Japan en weet ik waar nog meer. Maar ja, daar is de grond rotsachtig en niet zo slap als in Rotterdam.

Dus moeten we wachten op gebouwen van meer dan 160 verdiepingen in onze stad. Nou ja, zo erg is dat dan ook weer niet.

Voorlopig hebben we hier een gebouw van 215 meter hoog met ruim 60 verdiepingen. En daarmee is het op dit moment het hoogste woongebouw in Nederland. Voor hoe lang? Geen idee….!

Sinds enige tijd vormt het natuurlijk al van verre een duidelijk herkenningspunt. Dus ja, vanuit het park kon je er ook niet omheen. Dat moest ik wel eventjes met mijn telefoontje vereeuwigen.

Ik geloof dat er veel belangstelling voor is, maar wij blijven nog even met onze beide beentjes op de Ommoordse grond wonen 😉

Straatnamen

De straten in mijn wijk zijn allemaal genoemd naar planten. Elk cluster heeft een plantensoort, zo is er de heide-, de brem-, de varen- of rozenbuurt. En ik woon in de klaverbuurt.

Dan gaat het om de laagbouw, want rondom de flats waren de Nobelprijswinnaars de inspiratiebron. Daar schreef ik al eens over.

Bron: Google foto’s

Sommige namen zijn heel herkenbaar. Iedereen heeft een beeld bij Geluksklaver. Maar wat ik me moet voorstellen bij Wondklaver of Zevengetijdenklaver…?

En hoe ziet Calluna er uit? Gelukkig, er is nu Google en met een paar tikjes ben je helemaal op de hoogte. Kijk maar…

Ach, dat is gewoon heide. Ja logisch, ik liep ook in de heidebuurt.

Cijfers

Het valt me op dat iedereen de laatste tijd aan het tellen is. We hebben niet meer gewandeld, maar we hebben zoveel stappen gezet. En ja, ook ik doe daar ongemerkt aan mee.

Toen we laatst met de Ganzenpas koffie gingen drinken, pakte bijna iedereen meteen zijn smartphone om te zien hoeveel stappen we gezet hadden. Eén van de Ganzen heeft dat ding nooit bij zich en zij vroeg dan ook of we die stappenteller niet thuis konden bekijken. Konden we nog even gezellig napraten. Ja, daar had ze een punt.

Maar ook de verhalen op Facebook, over de leuke fiets- of boottochtjes, gaan vaak in eerste instantie over het aantal kilometers. Hoe gezellig het was, hoe heerlijk het weer, de natuur… dat komt allemaal op het tweede plan.

Nou ja, het zal ook wel weer overgaan. Of niet, dat maakt natuurlijk niks uit. Maar het viel me gewoon op.

Even er tussenuit

Een paar daagjes weg. Even weg uit de alledaagse sleur. Niet naar het buitenland, maar naar de Veluwe, Beekbergen, in een hotel.

En we wandelden. Roken soms al een beetje de herfst. Zagen ook dat de bessen al kleur hadden, dat de bladeren minder groen en soms al wat rood, bruin of geel werden. Hier en daar stonden al weer wat paddenstoelen en de hei had al een paarse gloed.

We lieten ons lekker verwennen, zaten op terrasjes, aten pannenkoek en nog meer. Heerlijk ontspannen en zonder zorgen.

Eindelijk…!!

Trompenburg Arboretum is weer open! Gelukkig, want we misten onze regelmatige bezoeken daar.

Maar gisteren konden we er dan eindelijk weer naar toe. De kassa staat nu buiten en bij de in- en uitgang is duidelijk gemarkeerd. Gelukkig met mooie planten in potten en niet met van die afschuwelijk lelijke gele lijnen. Want die beginnen me op mijn zenuwen te werken.

Er waren nieuwe paden, nieuwe bruggetjes en ja, de natuur had zich niks gelegen laten liggen aan a die maatregelen. Die was gewoon haar gang gegaan.

Dus konden we genieten van een overdaad aan kleur, fris groen en vrolijk vogelgezang. We gaan gauw weer.

Wandelen

Blogvriendinnen brengen regelmatig inspiratie met hun verhalen over wandelen, fietsen en leuke uitjes. Zo schreef Marthy laatst een blog over Ameide.

Dat stadje kende ik van verhalen van vroeger. Mijn vader kwam uit die buurt en ik denk dat er nog wel wat verre familieleden wonen.

Dus op een mooie dag in maart vertrokken wij, niet per fiets maar per auto. Eerst wandelden en picknickten we in het Loetbos en daarna reden we naar Ameide.

Overvaren met de pont, wat ik al een hele belevenis vind. Een stuk langs de Lek, ook al zo mooi.

En daarna op ons gemak wat lopen door Ameide met z’n oude huisjes en dromerige straatjes en een ooievaar op het kerkdak. Op een bank langs de Lek bekeken we de schepen die langs voeren. En lazen we het bord met uitleg over het rampjaar 1672, waardoor ik ineens plompverloren in de zesde klas van de Lagere school leek te zitten 😉

Och, wat brengt zo’n dag een hoop plezier.