Bloemenweelde

Bron: Google / foto van Erwin Martens

Toen ik als kind nog ging logeren bij een tante en oom in Woensdrecht, gingen we een paar keer naar het Bloemencorso in Zundert. Altijd de eerste zondag in september.

Ik heb er heel lang niet meer aan gedacht. Wist eigenlijk niet dat het er nog steeds gehouden wordt. Maar het is het grootste corso ter wereld, zegt men.

Het is in ieder geval prachtig. Ik zag het dit keer op de tv. Twintig wagens uit verschillende buurtschappen.

Met heel veel liefde en geduld, maar ook met vakmanschap en ware passie tot stand gebracht en versierd met honderdduizenden kleurige dahlia’s.

De foto die ik hier laat zien is van “De Ganzenpas” van Buurtschap De Markt. Het is er een van vele prachtige wagens, dus wie de hele stoet nog wil zien, klikt op deze link.

Merken

Op ons lijstje om te doen in Londen stond een bezoek aan het Museum of Brands.

Dus zochten we in de OV-app van Londen welke route we moesten hebben. Dat bleek niet al te moeilijk.

Het museum ligt in de wijk Nottinghill, op zich al zeer de moeite waard om doorheen te lopen en te bekijken.

De ruim 15.000 artikelen die het museum bezit, zijn bijeen gebracht door één man, Robert Opie. Hij verzamelde verpakkingen van meer of minder bekende artikelen vanaf de Victoriaanse tijd tot nu.

In de Tunnel of Time begin je met trommeltjes, die je misschien nog vagelijk herinnert van oma’s theetafel, via kranten, tijdschriften, doosjes met lucifers, zeep in steeds vaker herkenbare merken.

Naast verpakkingen is er ook van alles te bekijken aan gebruiks-artikelen, mode en speelgoed. Tweehonderd jaar komt aan je voorbij. Wij vonden het superleuk om zoveel dingen te herkennen.

Gouden ei

Toen ik bezig was met de voorbereiding van ons tripje naar London, dacht ik ineens weer aan de eerste keer dat ik daar was.

Dat was met mijn ouders, in 1959 of 1960. We logeerden bij vrienden van mijn vader. Zij hadden allerlei uitstapjes bedacht en ik genoot ervan. Londen was enorm, druk en in mijn ogen zeer exotisch.

Op een avond gingen we eten in The Golden Egg. We kregen spaghetti. Mijn vader vond het niks, ik daarentegen had nog nooit zoiets lekkers gegeten.

Bron: Google

In The Golden Egg kon je eten voor redelijke prijzen. Ze behoorden tot een keten zoals Wimpy en werden later overgenomen door Lyons.

Ik denk nog wel meer mensen zich deze restaurants herinneren.

Kapper

In 1973 ging ik natuurlijk vóór mijn trouwdag naar de kapper. Niet in Rotterdam, maar op de zaterdag ervoor in Leeuwarden.

Waarom zo ver? Omdat mijn melkboerenhondenpiekhaar daar van een leuke springerige krulletjes werd voorzien. Ik kwam er al wat langer, nadat ik een uitzending over kapper Wyb Feddema in een TV-programma had gezien.

Feddema had een speciale techniek ontwikkeld om steil haar te fatsoeneren. Eerst werd het gepermanent en daarna tot kleine lokjes gedraaid en heel kort geknipt. Het leek een beetje op een schapenkopje en niet iedereen was er enthousiast over. Mijn toenmalige collega moest er vooral erg aan wennen. Maar Leo vond het wél leuk en ja, die had toch de meeste invloed.

Zelf was ik ook erg enthousiast, want mijn haar bleef lekker in model, wassen en drogen was een eitje.

En die reis naar Leeuwarden vond ik geen probleem. Later, met kinderen werd het een beetje lastig en zocht ik een kapper in de buurt. Maar die super korte krulletjes zou ik best nog wel willen hebben.

Gevallen engel

Daar lag ze, de engel. Zomaar van de boekenkast op de grond gevallen. Het draadje waar ze aanhing was volkomen verteerd en doorgesleten.

Nou ja, ze was ook al op leeftijd, voor een namaak engel dan. Want ik boetseerde haar ongeveer 40 jaar geleden. Van zoutdeeg en beschilderd met plakkaatverf.

Dus ze moest voorzichtig behandeld worden, mocht niet in het sop en kreeg daardoor een beetje smoezelig uiterlijk. Er hingen spinnenwebben in heur haar en pluisjes aan het muziekblad. Door de smak op de harde grond waren haar teentjes verbrijzeld.

Ik maakte nog een laatste foto en heb haar toen zachtjes en een beetje weemoedig in de afvalbak gestopt.

Boek

Nathalie Fergie: de naaimachine

Ik kende de schrijfster niet, maar de omslagtekst was een aanbeveling. Geschiedenis, familiegeheimen, het zijn vaak goeie elementen voor een roman.

Ook in dit geval, want het boek las ik in één weekend uit. Hoewel het enigszins lastig was de lijnen goed te volgen, omdat de schrijfster nogal eens van persoon naar persoon springt en ook zowel in het heden als in het verleden haar verhaal doet.

Maar de impulsieve handeling van Jean, als zij voor de laatste keer een Singer naaimachine uittest, heeft vergaande gevolgen. Al lijkt het dat haar gebaar zal worden opgeslokt door de vergetelheid.

Toch beïnvloedt het de levens van meerdere mensen en komen er mooie ontmoetingen, goeie beslissingen en veel geluk uit voort.

Een fijn boek om te lezen en helemaal in weg te dromen.

Spoetnik

Toen ik een jaar of negen was, ging ik met mijn ouders op bezoek bij een oom en tante. Ze hadden twee kinderen van mijn leeftijd. De volwassenen dronken natuurlijk koffie en kregen er een koekje bij.

Bron: Google foto’s / www. mamaduizendpoot.com

Mijn neefje en nichtje kregen dat niet, maar ze kregen ook geen limonade. Ze brouwden zelf iets in de keuken wat een “spoetnik” genoemd werd. En ook ik werd verrast met zo’n drankje.

Het was een mengsel van suiker, koffiemelk en priklimonade of cola, dat in een glas werd gemaakt. Er ontstond een bruisend mengsel, dat dan bruisend omhoog kwam.

Waar smaakte dat naar? Mierzoet, vettig, wollig en prikkelend. Ik vond het geen succes en heb het dus ook maar één of twee keer gedronken.

Geen ervaring om nog lang over na te denken, zij het dat ik het drankje weer tegenkwam op de kalender in onze keuken. Even googlen leerde me dat het ook nu nog wordt gemaakt. Niet door mij, want ik vind vooral die koffiemelk een afschuwelijk bestanddeel.

Schrijfmachine

Nee, op zo’n ouwetje heb ik niet leren typen. Al waren de destijds “moderne” machines niet te vergelijken met de apparaten van nu. Daardoor ram ik nog steeds op de toetsen en kan Leo me horen als ik boven zit te bloggen 😉

Als ik zo’n oud exemplaar zie, hoor ik meteen de “typewritersong”van LeRoy Anderson in mijn oren. Want wat een kabaal maakten ze. Een bel om het eind van de regel aan te geven. Ik typte goed en snel, maar niet ritmisch. Leroy was niet aan mij besteed.

Niet iedereen gebruikte tab-stops en niet iedereen kon er mee overweg. Dus als je een machine van iemand over kreeg, dan was het best zoeken hoe en wat er ingesteld was. Ik gebruikte ze wel, vooral bij tabellen typen.

En vergeet niet de lintjes, die met de regelmaat van de klok verwisseld moesten worden. Soms zei men dat je nog best wel even… zodat de letters vager en vager werden.

Er zijn ook heel wat nagels op gesneuveld en nagellak was geen lang leven beschoren.

Toch was het een leuke tijd. Maar wat was ik blij met die nieuwe elektrische machines. Die van IBM zelfs met een correctielint….

Onbegrijpelijk

Zouden jongeren dit nog herkennen. Weten die waar dit voor gebruikt werd?

In mijn herinnering hing dit in de keuken bij mijn oma en opa en lange tijd was ik onbekend met het gebruik ervan.

Later begreep ik natuurlijk dat het gebruikt werd om schoon te maken. Dat zag ik aan het opschrift “zeep”. Soda kende ik ook wel, daar kookte mijn moeder de ketelpakken van mijn vader in uit.

Maar zand…? Dat was om mee te spelen. Dat je het ook kon gebruiken voor het schuren van de pannen…. Dat leerde ik van mijn tante, die daar een gruwelijke hekel aan had.

Want zij moest als klein meisje op maandagmorgen de vaat doen, die op zondag niet mocht worden afgewassen omdat je niet mocht werken op de Dag des Heeren.

Dat het vervelend werk was begreep ik wel. Maar waarom die vaat niet gewoon op zondagavond afgewassen mocht worden, is nog lang een onbegrijpelijk iets geweest.

Nou ja, eigenlijk snap ik het nog steeds niet. Ben duidelijk niet erg religieus opgevoed.

Blauw van toen

Er was een tijd dat de Postgiro je probeerde te verleiden om je zuurverdiende centjes, nou ja het liefst guldens, op een girorekening te zetten.

De meeste mensen hadden toen nog niet zo veel (spaar)geld. Als ze al spaarden, ging dat nog met een boekje en hun kapitaaltje werd met kleine bedragen, veelal muntjes, bijeengebracht.

Toen begon de welvaart zich te manifesteren en kijk, we werden bestookt met allerlei reclameteksten, zoals “GIROBLAUW PAST BIJ JOU”.

We moesten massaal aan de postgiro, de betaalkaart en later aan zo’n handig betaalpasje.

En waar verleid je de mensen mee? Met muziek natuurlijk. Dus bracht de Postgiro destijds platen uit, in een mooie blauwe hoes met die gezellige blauwe leeuw. Laatst kwam ik zo’n plaat in een tweedehands winkel tegen.

Met natuurlijk allemaal blauwe nummers erop, zoals Blue-berry Hill, Mammy Blue, Blue Velvet, Blue Moon, Blue On Blue en Lavender Blue en nog wat andere nummers.

Ach kom daar nou eens om. De Postgiro is al lang niet meer blauw, maar oranje. En cadeautjes ….? Welnee, dat is allemaal verleden tijd.