Afgelopen vrijdag gingen wij naar Gouda. Zo maar even onverwachts een paar uurtjes weg. Gouda is van huis uit met de trein goed te bereiken, maar wij kozen voor de bus. Lekker op ons gemak kijkend naar de huizen en tuinen langs de weg, met op dit moment heel veel mooi bloeiende bomen.
In Gouda wandelden we van het station naar de Markt, keken naar het stadhuis en waren gelukkig op tijd voor het grappige klokkenspel. Het werd in de jaren 60 geschonken door een Goudse verzekeringsmaatschappij. Niks uit de middeleeuwen dus. Jammer een illusie minder, maar desondanks toch leuk om te zien
Ook gingen we naar de Sint Janskerk, met zijn mooie ramen. Daarover vertel ik later nog wel een keer.
Na een broodje was het wel weer tijd om terug te gaan, met de trein deze keer. Want we zijn wel geduldig, maar een half uur op de bus wachten vonden we weer te gortig. 😉
Category Archives: Zoeken en vinden op internet
Muzikaal begin van de week
Net als vorig jaar begin ik elke week weer met muziek. Het kan van alles wat zijn, in elke taal, soms ontroerend, soms carnavalesk. Maar het brengt in ieder geval mij altijd in een goed humeur.
I never fall in love again zingt Trijntje Oosterhuis deze week…
Betutteling
In 1954 werd mijn vader (toen 51 jaar) niet lekker op zijn werk. Hij ging op de fiets naar huis, liep de trap op en ging naar bed. De dokter constateerde dat mijn vader een hartinfarct had. Al heette dan toen nog niet zo. Papa moest zes weken volkomen rust houden. Hij mocht zich zo min mogelijk bewegen, het bed mocht niet verschoond worden, hij mocht er niet uit om zich te wassen. Roken in bed vond mijn moeder niet goed, dus stopte hij daar noodgedwongen mee. Na die zes weken stak hij toch weer een sigaretje op, want dat vond mijn moeder veel gezelliger dan een niet rokende man.
Mijn vader had een tenger postuur. Mager noemde mijn moeder dat en zij vond het dan ook geen wonder dat hij ziek was geworden. Alles wat nu ten sterkste wordt afgeraden, kreeg mijn vader in ruime mate. Roomyoghurt, volle melk, brood dik besmeerd met roomboter, volvette kaas. Ging hij kaarten, dan klutste mijn moeder twee eieren, goot er een scheut vieux bij. Goed tegen de kou. Ook lustte mijn vader graag een borreltje. En zeker na zijn pensionering in 1968 dronk hij dagelijks een of twee glaasjes en soms nog wel eens wat meer. In 1988 overleed hij, maar niet aan een hartkwaal en ook niet aan kanker.
Wat is nu de moraal van dit verhaal? Dat we ons eigenlijk niet al te veel moeten aantrekken van alle leefregels die ons regelmatig worden voorgeschreven. En dat al het Calvinistische gedoe in Nederland je heus geen garantie biedt op een lang en gezond leven. In Spanje, waar toch echt meer alcohol gedronken wordt dan in Nederland, worden mensen ouder dan hier.
En denk eens aan mensen als Churchill, Prins Bernhard, Mary Dresselhuys, Conny Stuart, Lia Dorana. Ik ken er nog wel meer die geen lid waren van de Blauwe Knoop en toch allemaal meer dan 90 jaar werden.
Iedereen mag zelf beslissen wat hij of zij eet of drinkt, maar laten we toch ophouden met al die betutteling. L’chaim!!
Plaatje
In de 3e klas van de lagere school spaarde iedereen kauwgumplaatjes met filmsterren. Kauwgom vond mijn moeder maar vies, dus dat kreeg ik niet. Zakgeld had ik niet en dus ook geen kauwgomplaatjes. Maar ik zag ze bij vriendinnetjes natuurlijk wel. Het zei me overigens niet veel, want ook naar de film ging ik niet. Echt heel veel herinneringen heb ik dus niet aan deze jeugdrage. Maar ineens zag ik op Pinterest een foto van Roy Rogers en kwamen de herinneringen terug. Alleen noemden wij hem “Rooie Roggers”. In werkelijkheid heette de man Leonard Franklin Slye en speelde hij in heel veel films, samen met zijn vrouw Dane Evans.
Film
Afgelopen weekend keek ik op Netflix naar “Woman in Gold”, een film met in de hoofdrollen Helen Mirren en Ryan Reynolds.
Maria Altmann kon ternauwernood de nazis in Oostenrijk ontvluchten. Haar Joodse familie was welgesteld en bezat diverse waardevolle kunstwerken. Onder andere een portret van haar tante Adèle Bloch-Bauer, geschilderd door Gustave Klimt. Tijdens de bezetting roofden de nazis de kunstschatten en na de oorlog vervielen ze aan de Oostenrijkse regering. Het prachtige portret van tante Adèle hing van toen af in het Belvédère in Wenen.
Wanneer een nieuwe wet het mogelijk maakt om de geroofde kunstwerken terug te krijgen, doet Maria met behulp van de zoon van haar vriendin, een advocaat, een poging. Maar het lijkt een verloren zaak. Na verloop van tijd is ze alle commotie zat en besluit ze er maar van af te zien. Maar dan bijt de advocaat zich in de zaak en begint een rechtszaak tegen de staat Oostenrijk. Dankzij de emotionele speech die Maria in Wenen houdt, slaat de opinie om en komt het kunstwerk weer in haar bezit.
Maar wat moet je met zo’n prachtig maar ook zeer kostbaar werk in je huis? Uiteindelijk koopt Richard Lauder, van het bekende cosmeticaconcern het schilderij en belooft Maria het portret altijd ten toon te stellen.
Een onderhoudende film, gebaseerd op een waargebeurd verhaal.
Yes, we can!
Dit plaatje staat niet alleen op mijn sleutelhanger, maar siert nu ook als zeepje ons toilet.
Rosie the riveteer, symbool voor alle vrouwen die in de tweede wereldoorlog het werk van de mannen overnamen. Zich de zware werkzaamheden eigen maakten en hun land naar de overwinning hielpen. Die zelfvertrouwen kregen, maar later toch weer terug gewezen werden naar hun enige recht, het aanrecht.
Nou ja, natuurlijk niet allemaal. Er is gelukkig ook een hele generatie van zelfstandige, hardwerkende en sterke vrouwen uit voort gekomen.
Maar dat weet je natuurlijk niet, als je bij mij een plasje pleegt. Daar staat ze eigenlijk alleen een beetje voor de sier en de “verluchting” 😉
Muzikaal begin van de week
Net als vorig jaar begin ik elke week weer met muziek. Het kan van alles wat zijn, in elke taal, soms ontroerend, soms carnavalesk. Maar het brengt in ieder geval mij altijd in een goed humeur.
Deze week ga ik terug naar het Eurovisie Songfestival van 1969, waar Louis Neefs dit zong:
Mooi
Op Facebook zag ik een bericht van het Smithsonian Institute, waarin Smithsonian’s 15th Annual Photo Contest werd genoemd. De wedstrijd blijkt al sinds 2003 jaarlijks te worden gehouden en de deelnemers maken werkelijk prachtige foto’s.
Als je wilt registreren bij het Smithsonian, kun je ook mee stemmen. Dat hoeft voor mij niet, maar die foto’s zijn soms adembenemend.
Deze heeft mijn voorkeur, zo sereen en zo mooi van compositie.

This photo was not made by me, but is a part of the Smithsonian’s 15th Annual Photo Contest 2018
Boek
Ik leende het boek Agaat van Marlene van Niekerk uit de e-book bieb. Dat was nog flink doorlezen, want zo’n boek krijg je maar drie weken en 581 pagina’s zijn een hele kluif.
Ik vond het een heel bijzonder boek.
Agaat is als kind van 6 in huis genomen door Milla de Wet, die dan nog steeds kinderloos is. Milla’s man Jak, een harde, soms sadistische maar ook teleurgestelde man, is het er niet mee eens. En ook Milla’s dominante moeder vind het maar niks. Het is ook heel bijzonder om in het Zuid Afrika van 1954 een zwart kind te adopteren.
Niemand weet hoe ze heet, ze is misbruikt, angstig, lijkt niet te kunnen praten en heeft een handicap. Maar met veel liefde, maar ook straf, krijgt Milla een band met het meisje. Ze noemt haar Agaat. Het kind blijkt heel intelligent te zijn en ze leert snel allerlei vaardigheden.
Dan wordt Milla na vele jaren toch nog zwanger en moet Agaat haar plaats in huis afstaan aan het eigen kind. Ze is dan al een puber en begrijpt het niet. Enerzijds is ze zeer loyaal met Milla, anderzijds haat ze de situatie waarin ze verkeert. Als Jakkie eenmaal geboren is, weet Agaat het kind zo te beïnvloeden dat het meer aan haar hecht dan aan de moeder. Milla komt alleen te staan, begrijpt niet hoe ze de situatie kan veranderen, wil de steun van Agaat niet verliezen, maar ziet hoe zienderogen Agaat haar plek inneemt. Jakkie groeit op en vader Jak wil van hem een echte man en een echte Afrikaner maken. Hij moet in het leger, wordt piloot en vecht in de Zuid Afrikaanse grensoorlog. Maar hij gruwt van het doden en deserteert.
Het verhaal wordt verteld in diverse, niet chronologische terugblikken. Alleen Agaat mag en kan Milla verzorgen. Milla heeft dan ALS en ligt op sterven. Ze kan slechts met haar ogen communiceren. Soms lukt dat wonderwel, voel je de bijzondere band tussen de vrouwen, soms lijkt het of Agaat niks wil of kan begrijpen, wraak neemt op wat in het verleden gebeurde.
Een aangrijpend boek, niet makkelijk om te lezen, maar erg boeiend.
Nylonkousen
Vorige week kocht ik vier maal twee paar pantalonkousjes. Nou ja, geen opzienbarende aankoop. Maar ik vouwde de kousjes op en daar lagen ze dus, op de bank. Acht paar kousjes, voor nog geen vier euro. Zo goedkoop, dat je er niet over piekert om ze te laten repareren. Dan ben ja alleen al aan die reparatie meer kwijt.
Dat was vroeger anders. De kousen die mijn zus destijds kocht, waren duur. Ragfijne kousen, met naad, die heel voorzichtig werden aangetrokken. En ook regelmatig ’s avonds gewassen werden en dan op een handdoek over de deur te drogen gehangen. Een ladder er in was rampzalig en werd met een klodder nagellak tegengehouden. Dan kon de kous later worden gerepareerd.
Ik herinner me een klein en donker winkeltje in de buurt bij ons thuis. Het rook er altijd een beetje muffig, naar zweetvoeten denk ik. Het was een beetje ook rommelig, overal lagen de kousen, er stond een aftandse kassa. Onder een ongezellige felle lamp zaten twee zussen (?) dag in dag uit kousen te repareren. Ze hadden daar een machientje voor, trokken de kous over een soort buis en dan ging het van prrrrrft, prrrrffft. Razendsnel en met een beetje geluk had je dan weer een paar kousen die nog wel even mee konden.
Zuinigheid met vlijt, duurzaam en ook wel milieubewust. Ach ja, verleden tijd.
