Een gedicht op onze dagkalender, er zullen er vast meer zijn die het lazen. Ik vind het mooi en passen bij de lijsterbessen. Zij kondigen elk jaar voor mij de herfst aan.
September

Blond lief, de laatste gouden dagen
wuiven ten afscheid en wij achten ’t niet,
de bomen en de struiken dragen
hun laatste tooi en in het riet
schuilen de vissen en hun trage
vinslag verraadt hen niet.
Het wordt nu tijd ons te bezinnen;
de bossen kleuren dieper bruin
en lila herfstasters beginnen
hun ijle bloeien in mijn tuin.
Het wordt nu tijd om te bedenken:
de zomer houdt niet eeuwig stand;
zij schonk ons al wat zij kon schenken –
de laatste gouden dagen wenken
en herfst komt reeds in feller kleuren drenken
de bloemen van dit dierbaar land.
Koos Schuur (1915-1995)
uit: Windverhaal (1941)

Laatst maakten we met de wandelclub een wandeling naar de (tijdelijke) ijsbaan in het Park in Rotterdam en liepen we terug via de Parklaan. Deze laan in het Scheepvaartkwartier heeft aan weerskanten prachtige statige gebouwen. De meeste begonnen als woonhuis (!) van rijke reders en handelaren, maar zijn nu te groot en te kostbaar om te bewonen en worden dan ook meestal als kantoor gebruikt. Een tijd lang leken veel huizen te vervallen, maar nu wordt bijna overal verbouwd, bijgebouwd en opgeknapt en krijgt de Parklaan weer allure. Om de bouwwerkzaamheden aan het oog te onttrekken had één van de aannemers de steigers omkleed en er zowaar een mooie ode aan Rotterdam op gezet. De dichter, 





