Franse maaltijd

In onze voorraad stond nog een blik Confit de canard. Zo’n groot rond blik met in eigen vet gegaarde eendenbouten. Daar moesten we echt een keer iets mee doen.

En dat werd een Franse maaltijd. Het blik werd geopend en voorzichtig in een pan heet water gezet, zodat het vet kon smelten. Dan gaan de eendenbouten makkelijker eruit.

Intussen werden de aardappels in schijfjes gesneden en halfgaar gekookt. Even afkoelen en dan konden ze in het eendenvet goudbruin en krokant gebakken worden.

Erbij maakte ik een frisse venkelsalade, als tegenhanger voor al dat vet.

Het was heerlijk! Maar wat zit er dan nog een boel vet in zo’n blik. Je kunt het natuurlijk laten stollen en in de kliko gooien. Maar dat vind ik dan toch wel weer heel erg zonde.

Dus vulde ik de ijsblokjesvorm en wat andere kleine diepvriesdoosjes. Na een nachtje in de diepvries hield ik mooi kleine blokjes vet over om over een paar weken weer eens zulke verrukkelijk aardappeltjes te bakken.

Patatje met

Bron: Google foto’s

Nou geloof ik dat we al veel te veel eet- en snackgelegenheden hebben. Maar om dat te gaan verbieden….? Want laatst las ik berichten dat snackbars uit het straatbeeld zouden moeten verdwijnen.

Zo nu en dan een lekker frietje of een broodje kroket, dat is toch niet zo erg? Als je week in week uit gezond en vers gekookt hebt, is zo’n vette hap best wel eens lekker. En dat zal onze gezondheid echt niet schaden.

Het lijkt mij beter dat we al van jongs af aan leren wat goed en lekker is. Dat kinderen op school al leren wat je beter wel of juist niet moet eten. En dan het liefst met wat praktijkonderwijs, zodat ze een beetje leren koken. Geen sierlijke liflafjes, maar gewone kost van alledaagse producten. Maar lekker op smaak gebracht met kruiden.

Toen en nu

In mijn ouderlijk huis was, tot 1969, geen douche of badkamer. Hoe we dan schoon werden? Nou gewoon, in een teil. Die werd in de keuken gezet en daar ging ik dan in. Hij werd gevuld met keteltjes warm water en dan kon ik een beetje ploeteren.

Misschien ging mijn moeder en zus er later ook nog wel in. Al geloof ik dat zij wel telkens weer schoon water namen. En mijn vader? Die ging elke week met zijn handdoek en schoon ondergoed naar het badhuis.

Zo’n ritueel werd natuurlijk niet elke dag herhaald. Geen denken aan! Eén keer per week, dat was het. De andere dagen wasten we ons aan het aanrecht. En werden we ook schoon.

Bron: Foto’s Google

Bij Leo was wel al langer een douche. Gemaakt op een deel van het balkon. En dat was ’s winters best een koude bedoening. Maar die kou deerde hem niet. Die was hij wel gewend. Want dagelijks waste hij zich op zolder, aan een kleine wasbak met uitsluitend koud water. Ja, ja, dat waren barre tijden.

Nu is er in vrijwel elk huis wel een douche en is dagelijks douchen gewoon. En wat wordt er nu gezegd? Dat het helemaal niet nodig is om elke dag te douchen. Zowel uit gezondheids- als uit milieuoogpunt.

Ach ja, nou hebben we alle mogelijkheden voorhanden, zijn er toch nog bezwaren…
😉 😉 😉

Bizar

Bron: Instagram/fundafinest

Binnenkijken in allerlei huizen, ik doe het graag. En dat is ook helemaal geen probleem meer, want op YouTube zijn filmpjes van allerlei soorten interieurs te bewonderen.

En vergeet Funda niet. Eindeloos rondsnuffelen in enorme huizen en je verbazen over interieur, grootte van de kamers, ligging en vooral prijzen.

Maar nu is er nog iets: Fundafinest op Instagram. Een hele rits foto’s van bijzondere situaties die de Funda-makelaars tegenkomen. En dan val je van de ene verbazing in de andere. Huizen waar op sommige plekken geen plafond is, compleet geradbraakte keukens of onafgemaakte karweitjes van een oververmoeide klusser? Een badkamer in wel heel eh.. aparte kleuren, of opstelling. WC’s te kust en te keur, maar wel open en bloot.

Nou ja, ieder zijn meug. Ik denk dat ik toch nog wat verder zou zoeken. Maar als er liefhebbers voor zijn…?

Wat nu

Dat er in de kerken regelmatig gecollecteerd wordt, dat weet ik natuurlijk wel. Maar dat zoiets voor problemen zorgt, was me niet geheel duidelijk. Toch schijnt het dat al die munten die wekelijks in de collectezakken gestopt worden, niet zo gemakkelijk in te wisselen zijn.

Vroeger ging je naar de bank en werden de munten in een geldtelmachine gegooid. Supersnel kreeg je dan te zien hoeveel het allemaal bij elkaar was. En dat kon best flink oplopen. Je zult er ook toen al wel iets voor moeten hebben betalen. Maar nu rekent de bank er een flink bedrag voor.

Leo vertelde dat hij vroeger heel wat stuivers heeft geteld, want schoonpapa exploiteerde een tijdlang kauwgomballen-automaten. Zelf had ik een heel spaarzame moeder, die overal potjes en busjes had met munten. Van een piekpijp tot een stuiverspotje. Eens in de zoveel tijd moest ik meehelpen tellen. En nette rolletjes maken van de muntjes.

Binnenkort misschien geen collectezak, maar een pin-apparaat? Moderne tijden nietwaar…… !

Bron: Google foto’s

Vormen

Herfst geeft niet alleen kleuren maar ook allerlei vormen. Want wie goed kijkt, ziet dat er soms wel heel erg afwijkende zaaddozen te vinden zijn.

De kastanjebomen verliezen hun stekelige vruchten, de eiken vertonen eikels in allerlei vormen van groot naar klein. Beukennootjes vallen als kleine piramides uit de bomen.

En in het Arboretum Trompenburg ontdekte ik deze bijzondere vormen.

Er is altijd wat te bekijken in de natuur.

Toch jammer

Hoewel je zeker weet dat ergeren niet goed is voor je gezondheid of je bloeddruk, ontkom ik er vaak niet aan.

En in de supermarkt is het niet moeilijk om ergernissen te vinden. Overdaad, overbodige spullen en ook de verpakkingen zijn me vaak een doorn in het oog.

Ik was dan ook blij te zien dat de kruiden van Souq in een kleurig papieren zakje zaten. Totdat ik zo’n zakje pakte. Want dat papier was slecht overbodig omhulsel. De kruiden zitten in een “handig (plastic) bewaarbakje”.

Nee Souq, niks handig. Weer zo’n bakje dat de plastic afvalberg gaat vergroten. Stop die kruiden in een stevig en zo klein mogelijk zakje. Want zelfs als dat van plastic is, geeft dat minder rommel. Een handig bakje of potje hebben we meestal zelf wel.

Jammer, gemiste kans!

Luxe, luxer…

De generatie van mensen boven de 70, mijn generatie dus, heeft waarschijnlijk nog wel herinneringen aan het wc-papier van vroeger. Grijs, grauw en verre van zacht. Althans dat hing aan de rol op onze wc thuis.

Bij een tante was niet eens een eigen wc. Die was op de overloop en werd gedeeld met meerdere buren. Daar hingen stukjes krantenpapier aan een spijker. Wel geteld één keer ging ik daar plassen.

Hier liggen altijd diverse rollen, want niks erger dan geen wc-papier hebben. Gewoon papier, meerlaags en redelijk zacht.

Maar nu is er The good roll, duurzaam en ecologisch toiletpapier. Keurig thuisbezorgd, verpakt in een kartonnen doos en elke rol omhult met een fraai gekleurd papiertje.

Ach ja, het zal allemaal wel. Maar wij blijven toch maar het papier van die grote discounter gebruiken. Zelf gehaald, in ene moeite door met de andere wekelijkse boodschappen.

Hoeft er niet nog een bezorgdienst in de straat te parkeren.

Kastje kijken

We zitten er nog midden in. In de Netflixserie Downton Abbey. Al begint het wel op te schieten, want we kijken al de vijfde aflevering van de vierde serie.

Ik had niet gedacht dat we het allebei zo leuk zouden vinden. Maar regelmatig schuiven we ’s avonds op de bank, iets lekkers onder handbereik.

En dan kijken hoe het gaat met graaf en gravin Grantham. Niet te vergeten welke forse one-liners de douarière weer in petto heeft. Of hoe de dochters zich een weg banen tussen oude conventies en nieuwe mores.

En dan de mensen die het hele reilen en zeilen van dat enorme huishouden in balans houden. De aardige butler Bates, de sluwe en onbetrouwbare Thomas, lieve Daisy en nukkige Mrs. Patmorse. Hun intriges, zorgen en pleziertjes, het komt allemaal aan bod.

Leuk ook om te zien hoe die wereld na de eerste wereldoorlog veranderde. En wat dat allemaal te weeg brengt. We hebben nog een hele rits afleveringen tegoed. Daar kan ik me echt op verheugen.