Boek

Nu ga ik er eens op uit, zei Jac. P. Thijsse. En zijn verhalen zijn nu uitgegeven, want dit boek bevat de wandeldagboeken van 1884 tot 1898.

Het is geen boek om uren in te lezen. Eigenlijk is het een wat droge opsomming van wat Thijsse tijdens zijn wandelingen tegenkomt. Geen gelikt verhaal dus.

Maar wat een oog voor de natuur had die man. En wat zag hij toen veel langs de weg. En ja daar horen natuurlijk afbeeldingen bij. En ook daarin is het boek ruim voorzien. Van diverse illustratoren staan er plaatjes van. Sommige zijn heel bekend, andere weer wat minder. Maar in zwart/wit of in kleur, ze laten zien wat er eind negentiende eeuw allemaal te vinden was in Nederland.

En oh ja, toen ook al was het op rare tijden heel koud of heel warm. Want ook dat schreef Thijsse toen al op.

Echt een boek om cadeau te krijgen, dat had oudste goed gezien. En een heerlijk boek om regelmatig op te slaan en weer verder te kijken.

Borduren

Borduren kent in Engeland een lange traditie. Niet alleen de robes van de koninklijke familie en adellijke dames werden geborduurd, maar denk ook de vele rijk versierde uniformen, vaandels en kerkkleden. En in veel Engelse kerken liggen knielkussentjes, die ook rijkelijk voorzien zijn van borduurwerk.

In het boek van Ilaria Tutti wordt verteld hoe gewonde soldaten in de 1e wereldoorlog geleerd wordt te borduren, om zo in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Dat ze daar niet meteen erg enthousiast over zijn, is wel te begrijpen. Stoere knapen, die door hun verwondingen en handicaps hun carrière wel kunnen vergeten. Maar zichzelf toch te veel man voelen om zulk vrouwenwerk te doen. Mooi bedacht, maar klopte het ook? Ik ging dan ook op zoek of het waar was…

Jazeker, dat is geen fantasie. De acteur, die hielp bij het opzetten van de borduurcursussen, leden van de koninklijke familie die borduurden en zelfs het kleed dat in het boek genoemd wordt, het is allemaal authentiek.

En al zoekend vond ik deze site, vol verhalen over de borduurtraditie en een heuse borduurstekenbank met wel 300 verschillende steken. Het moet een eldorado voor borduursters zijn.

Zelf ben ik wel eens enthousiast begonnen aan een tafellaken of wat placemats maar het is nooit afgekomen. Ergens moeten zelfs nog wat UFO’s liggen te verstoffen. Maar de bewondering voor de borduurkunst is er niet minder om.

Hobbies

Bron: Instagram

Ik denk dat het probleem van elke hobbyist is, wat doe ik met de dingen die ik gemaakt heb. Zelf stuur ik de meeste van mijn kaarten weg, probleem opgelost.

Maar als je breit of haakt, dan blijf je toch vaak zitten met allerlei dingen. Deze mevrouw dus niet, die draagt wat ze gemaakt heeft. En zij niet alleen, ook haar man trekt haar haaksels aan. Tja, ware liefde. Dat kan niet anders.

Ik denk dat het een echtpaar met humor is. Over smaak valt te twisten…, maar ach, ze hebben er duidelijk plezier in.

Tuinbezoek

Laatst dook er zomaar ineens een piepklein vogeltje op in onze tuin. Het leek wel een duikelaartje als hij probeerde op een vijverplant wat water te drinken. Het was geen meesje, winterkoninkje of roodborst. Ik had hem nog nooit gezien in de tuin.

Een paar dagen later zat hij er alweer en toen zagen we hem in de appelboom verdwijnen. Zoeken in het vogelboek leerde dat het om een puttertje ging. Niet echt een heel zeldzaam beestje, maar wel een heel mooie.

Natuurlijk wilde ik hem fotograferen, maar met deze warmte zit constant het hor voor de deur en dan lukt een foto niet. Het hor openen verjaagt hem meteen. Dus moet ik een andere afbeelding zoeken. Ach, geen punt bij Google foto’s.

Ik koos geen gedetailleerde natuurfoto, maar een beroemde voorouder, zo mooi geschilderd door Carel Fabricius en te zien in het Mauritshuis in den Haag.

Natuur in de stad

Al sinds jaren schrijf ik met (on)regelmatige tussenpozen een blogje over de plantjes die je zo in de stad kunt tegenkomen. Wie nog eens wil lezen wat ik er al zo over schreef, klikt op deze link.

Ik weet niet of veel mensen ze opmerken, de kruiden, de paardenbloemen, klavers en hoe ze ook mogen heten, die met ongekende kracht langs stoep- en wegranden, tussen tegels en asfalt door omhoog komen.

Het verbaast me telkens weer, want er wordt ook veel tegen in het verweer gebracht. (Gif)spuiten, branden, vegen, schoffelen…. en toch… ze houden stand.

Gelukkig komt er steeds meer belangstelling voor. De Hortus in Leiden heeft er zelfs een heel project overgemaakt. Op de site kun je een poster met 52 bekende en minder bekende stoepplantjes downloaden. Een tijd lang waren er zelfs mensen die netjes de naam bij een stoepplantje schreven. Maar eigenlijk maakt het me niet uit hoe zo’n plantje heet. Ik vind het gewoon nog steeds een leuk gezicht.

Want al lijken de plantjes klein en onbelangrijk, het is en blijft toch natuur.

Druk, druk…

Ja, elke winkelier moet wel eens even weg en dan sluit je de zaak.

Maar deze handelaar maakt er wel een potje van. Die is gewoon elke dag gesloten.

Nou, dat zal een goed lopend winkeltje wezen…. 😉

Of was het een grap, een gebbetje van vrienden, die telkens weer hoorden dat de man in kwestie geen tijd had?

Wie zal het weten?

Boek

Ongehuwd zijn in het Engeland van 1914 is geen sinecure. Cate moet haar kind alleen opvoeden,  geld verdienen en dan ook nog opboksen tegen de argwaan die de maatschappij heeft bij een vrouwelijke arts.

Vrouwen mogen dan wel medicijnen studeren, zich ontplooien als zelfstandig arts is iets geheel anders. Dan blijven de benoemingen zeer schaars.

Het begin van de 1e wereldoorlog brengt echter een ommekeer.  Cate wordt gevraagd om, samen met anderen, in Frankrijk een hospitaal op te zetten, waarvan de staf uitsluitend uit vrouwen bestaat. Het lijkt een utopie en ze moet er haar dochtertje tijdelijk voor achterlaten onder de hoede van goede vrienden.

Na maanden kan ze weer terug naar Londen, waar nu wel ruimte wordt gemaakt voor een militair hospitaal. Ook daar weer bestaat de hele bezetting uit vrouwen.

Toch is er tegenstand, want nog steeds is men niet gewend aan vrouwelijke artsen. Maar het is juist die vrouwelijke touch en de empathie die de gewonden weer terug in het leven plaatsen. Velen verloren ledematen, werden levenslang invalide. Daarnaast leden ze onder de psychische gevolgen van de moderne oorlogvoering.

Feiten en fictie, ze lopen in dit boek door elkaar. Dat is echter geen bezwaar, want het een mooi geschreven roman. Maar juist door de historische feiten gaat het verhaal leven. Het zou zo maar mogelijk zijn geweest.

Ilaria Tutti: Waar de wind de aarde raakt.

Dom beest

Naast eksters, roeken, mussen, mezen en roodborstjes komen er ook zo nu en dan duiven in onze tuin. Niet alleen die mooie slanke Turkse tortels, maar deze, een dik en wat dommig beest.

Hij (of zij) waggelt wat langs de vijver, zoekt naar wat eetbaars. Maar kijkt een beetje kippig over allerlei kruimels heen.

Soms probeert hij een nest te maken, maar op het klapraampje lukt dat al jaren niet. Toch blijft hij het proberen en wij blijven hem dan ook steeds verjagen.

Het beest heeft ook geen enkel zicht op wat hij soms aanricht. Vorige week hoorden we een hard geluid, alsof er een emmer om viel. Maar waar kwam dat nou vandaan?

Het was weer die dikke duif, die een beetje verwezen op de tuintafel zat en ook niet wist hoe of wat. Terwijl toch duidelijk te zien was dat hij de metalen vogeltjes omgegooid had.

Wel tien minuten bleef hij glazig zitten kijken, vloog even op om wat verder op de stoelrand te gaan zitten. Maar die wazige blik bleef.

Nee, die zal nooit meer iets bij leren. Hij blijft een domme duif.

Boek

Francis van Broekhuizen: Bij twijfel hard zingen

De recensie die ik las over dit boek was zo lovend, dat ik het meteen bij de bieb liet reserveren. De schrijfster zei me niks.

Toen ik het ophaalde bleek zij dus een operazangeres te zijn. Een sopraan, nou dat helemaal niet mijn smaak. Maar na het eerste hoofdstuk werd ik toch wel het boek ingetrokken. Francis van Broekhuizen weet zeer boeiend te vertellen.

De hoofdstukken springen van de hak op de tak, maar zijn telkens zeer humorvol. Ze beschrijft haar twijfels, haar passie voor opera en speciaal voor Maria Callas.

Het was voor mij aanleiding om eens wat meer over haar te weten te komen en te zoeken naar YouTube-filmpjes, TV-uitzendingen en podcasts.

Want al houd ik dan niet van opera en krijg ik rillingen van een sopraanstem, het is altijd de moeite waard om eens iets nieuws te ontdekken. Tenslotte zingt Francis naast “zware”muziek ook nog wat lichters. Genoeg om eens verder te luisteren.

En misschien kennen jullie haar wel, want ze deed mee aan diverse TCV-programma’s, o.a. Maestro.

En voor operaliefhebbers lijkt me dit boek een must.

Campingplaats

Ik heb totaal geen ervaringen met kamperen. Slechts één keer sliep ik in een tentje en alles wat ik er nog over weet te herinneren is dat ik het ongelofelijk koud heb gehad. Niks leuk, niks gezellig, alleen die kou is in mijn gedachten gebleven.

Leo heeft iets meer ervaring. Hij bracht diverse vakanties door met een vriend in een sheltertje. Hij weet er sappig over te vertellen. Hoe ze geen plek konden vinden en later toch wel. Want toen mochten ze op het gazon in een Engelse tuin hun sheltertje opzetten. ’s Avonds nodigde de bewoners hen uit voor een glas whisky en een jointje roken. Ja, dan voel je natuurlijk ook geen kou 😉 !

Maar al hou ik danniet van kamperen, ik kijk wel met plezier naar “We zijn er bijna”. En daar moest ik onmiddellijk aan denken toen ik dit op een vintagebeurs zag.

Ik neem aan dat met dit bordje de plek waar je mag staan wordt gemarkeerd. Zo te zien al heel wat jaartjes geleden in gebruik geweest. Er is toch (bijna) niemand meer die met zo’n klein eitje op vakantie gaat? Wat ik zo nu en dan aan caravans voorbij zie komen is groot, luxe en van alle gemakken voorzien.

Maar voor mij hoeft het niet. Ik ga wel in een hotel.