Armoede

Toen wij in Londen waren, gingen we ook naar het Ragged School Museum. Wat ik me daar bij moest voorstellen wist ik natuurlijk nog niet. Maar het zou tonen hoe in de negentiende eeuw kinderen, die aan de rand van de samenleving stonden, toch naar school konden.

Het museum was gevestigd in een oud gebouw en had nog niet zo veel objecten te tonen. Maar misschien juist daardoor maakte het een diepe indruk op ons. Er hingen foto’s uit de tijd van de oprichter, Dr. Bernardo. Hij startte in 1877 met het onderwijs aan kinderen die in lompen en zonder schoenen langs de straten zwierven. Er was een klaslokaal uit die tijd, documenten en spullen die eigendom waren van Dr. Bernardo. De sfeer was zonder meer authentiek en je kon je zo in de tijd van toen wanen.

Bron: Google foto’s / iAnVisits

Het waren geen slechte kinderen, maar geboren in een gezin waar geen geld voor allerlei noodzakelijke dingen was. De buurt werd bewoond door mensen uit verschillende delen van Engeland, maar ook door immigranten.

Er waren nogal wat slechte woningen zonder ook maar de geringste vorm van hygiëne. Onderwijs was nog niet voor iedereen beschikbaar, alleen wie geld had kon zijn kinderen laten leren.

In de opleiding werd het accent gelegd op een vak leren, zodat later in het eigen onderhoud kon worden voorzien. Ook meisjes kregen toegang tot de school en leerden voor bediende of een betrekking in de huishouding. Sommige leerlingen gingen later emigreren en werden boer in Canada.

Het museum is een bezoek zeker waard. Al is het alleen al om een tegenwicht te geven voor het leven van nu, waar luxe en overdaad zo duidelijk aanwezig zijn.

Boek

Madeline Martin:
De laatst boekwinkel van Londen

Hoewel ik had besloten om geen boeken over de oorlog meer te lezen, kon ik de verleiding van dit boek toch niet weerstaan. Een lovende kritiek bracht me over de streep. En daar heb ik geen spijt van.

Als Grace Bennett met haar vriendin Viv in Londen aankomen, maakt de stad een andere indruk dan ze zich al lange tijd hadden voorgesteld. Geen wonder, het is 1939 en Londen maakt zich op voor een oorlog.

Maar de ontvangst bij de vriendin van Graces overleden moeder is uitermate hartelijk. De meisjes kunnen bij haar een kamer huren en de hospita helpt ook bij het vinden van een baan in een boekhandel, al is Grace niet meteen enthousiast. Net zo min als de eigenaar van de boekwinkel, die een humeurige brompot lijkt te zijn.

Grace pakt desondanks manmoedig aan en heeft daarmee succes. De oorlog is dan een feit en Grace wordt, zoals zoveel andere vrouwen, vrijwilligster in de wijk.

Het wordt een tijd met veel emoties, hard werk en lange, zeer lange dagen. De blitzkrieg laat ook de woonwijk van Grace niet onberoerd. Als ze tenslotte aan het eind van haar krachten is en geen toekomst meer lijkt te zien, komt er hulp van onverwachte kant.

Kate Greenaway

Op onze laatste dag in Londen wandelden we naar Hampstead, een luxe wijk met prachtige huizen. Een beetje de sfeer van Kralingen of Hillegersberg, maar dan veel Engelser.

Het was nog heel rustig en we konden dus op ons gemak de huizen uitgebreid bekijken. Op veel huizen in Groot Brittannië zijn blauwe borden aangebracht, waarop te lezen is wie er gewoond heeft of wat er in zo’n huis heeft plaats gevonden.

Bron: Wikipedia / De rattenvanger van Hamelen

Zo ook op dit huis. Het was te ver om te zien wat er op stond. Maar toen trok de naam van het huis mijn aandacht. “Greenaway House”…. wie zou daar hebben gewoond? Ergens rinkelde een belletje in mijn hoofd.

Thuis zocht ik het op en ja, Kate Greenaway, die kende ik wel. Van haar tekeningen, zoals bij de Rattenvanger van Hamelen en andere lieve illustraties. Zij had dus inderdaad in dat huis gewoond en was er 6 november 1901 gestorven.

Ik vind het altijd leuk om te weten. Niet dat het er erg veel toe doet, maar op die manier komt zo’n huis een beetje tot leven.

Tuin

Nadat we het Museum of Brands bekeken hadden, was het tijd voor de lunch. En in het museumcafé stonden lekkere broodjes en was er koffie.

Dat namen we mee naar buiten, waar een heerlijke tuin was. Midden in Londen verwacht je zoiets niet. Maar er groeide en bloeide van alles. Vrijwilligers waren druk bezig om te grote planten te delen en in nieuwe potten te zetten.

Dus liepen we na de lunch even een rondje om alles te bewonderen. En hoorden we van de vriendelijke balie-medewerkster dat deze tuin een onderdeel was geweest van een Chelsea Flower show, zo’n beetje the toppunt van Engelse tuinontwerpen en bloemenshows.

De tuin was niet eens zo groot, maar leek veel groter door een uitgekiend ontwerp.

De exacte tijd

Hoewel we al vaker in Londen waren, bezochten we nog nooit Greenwich. En dat terwijl het toch een zeer belangrijke plek op de wereld is.

Want in Greenwich ligt het begin van de aarde. Zo zag ik dat tenminste toen ik voor het eerst over de 0-meridiaan hoorde op school. Dat beeld is natuurlijk inmiddels bijgedraaid en weet ik dat die meridiaan gewoon een denkbeeldige lijn op de aarde is. Maar nu net Google maps zijn meridianen belangrijk voor de plaatsbepaling. En wilde ik dus beslist die beroemde lijn zien.

Het was heerlijk weer en de wandeling door Greenwich park was geen beproeving. We bewonderden het uitzicht van af de heuvel op de skyline van Londen.

Natuurlijk stond ik met m’n voeten aan weerzijden van de 0-lijn, al was het lang niet spectaculair als ik altijd had gedacht….!

En we wachtten met velen tussen half één en één uur op de rode bal op het dak van The Obervatory. Exact op tijd schoot de bal omhoog en markeerde daarmee dat het die dag exact 13 uur was.

Merken

Op ons lijstje om te doen in Londen stond een bezoek aan het Museum of Brands.

Dus zochten we in de OV-app van Londen welke route we moesten hebben. Dat bleek niet al te moeilijk.

Het museum ligt in de wijk Nottinghill, op zich al zeer de moeite waard om doorheen te lopen en te bekijken.

De ruim 15.000 artikelen die het museum bezit, zijn bijeen gebracht door één man, Robert Opie. Hij verzamelde verpakkingen van meer of minder bekende artikelen vanaf de Victoriaanse tijd tot nu.

In de Tunnel of Time begin je met trommeltjes, die je misschien nog vagelijk herinnert van oma’s theetafel, via kranten, tijdschriften, doosjes met lucifers, zeep in steeds vaker herkenbare merken.

Naast verpakkingen is er ook van alles te bekijken aan gebruiks-artikelen, mode en speelgoed. Tweehonderd jaar komt aan je voorbij. Wij vonden het superleuk om zoveel dingen te herkennen.

Rood

De straten in Londen zijn vaak kleurrijk genoeg. Natuurlijk is er kleur in de etalages in de winkelstraten met hun blingbling en de vele kleurtjes van de mode, schoenen en tassen.

Maar ook hebben de huizen deuren in de meest felle kleuren en soms ontdek je een heerlijk zacht snoeproze of babyblauw huis.

Maar de meest opvallende kleur is toch rood. Allereerst natuurlijk de steeds maar langs zoevende rode dubbeldekkers.

De knalrode telefooncellen, die nog overal te vinden zijn en ook nog werken…? Al vraag ik me af wie er nog gebruik van maakt in deze smartphone tijd.

En dan ook nog rode brievenbussen.

Die vallen echt op. Nou ja, tenminste als je niet op zoek bent naar een brievenbus. Want dan zie er natuurlijk geen een.

Hustle bustle

We zaten vorige week al vroeg, om half zeven, in de metro, op weg naar het CS.

Alhoewel ik het best spannend vond, zo’n rit onder de zee door, was ik niet zenuwachtig. Het viel dan ook alleszins mee. Je gaat al door zoveel tunnels, dat die lange niet eens meer opvalt.

En dan kom je aan op St. Pancras in Londen. Een heel andere sfeer dan in Rotterdam. Internationaler, drukker, kleuriger….

We namen eerst koffie en een broodje. Aan een piepklein tafeltje gezeten keken we naar de “hustle and bustle” van de internationale reizigers. Sommige verveeld, anderen gestresst.

Mannen in strakke pakken, korte broeken, op slippers of in hippe sneakers. Vrouwen in kleurige sari’s, anderen compleet in het zwart gesluierd, met slechts de ogen vrij. Nooit alleen op pad, altijd een man er naast.

Voor de balans ook veel jong en niet jonge meisjes in weinig meer dan wat voor de goede orde bedekt moet worden. Soms met een betoverend figuurtje en geschikt om zo de catwalk op te gaan. Maar vaak ook met veel vertoon van vlees dat beter verhuld had kunnen worden.

We namen dan ook even de tijd dat allemaal aan te kijken, maar gingen tenslotte toch op zoek naar een nieuwe Oystercard voor het openbaar vervoer. Die oude kaarten hebben we niet terug gevonden.

En dan de Tube in. Met zijn speciale geurtjes, de geluiden en nog steeds de waarschuwing “mind the gap”. Op weg naar het hotel….

Dat was keurig geregeld. De kamer was al beschikbaar, dus we konden even op verhaal komen.

Gouden ei

Toen ik bezig was met de voorbereiding van ons tripje naar London, dacht ik ineens weer aan de eerste keer dat ik daar was.

Dat was met mijn ouders, in 1959 of 1960. We logeerden bij vrienden van mijn vader. Zij hadden allerlei uitstapjes bedacht en ik genoot ervan. Londen was enorm, druk en in mijn ogen zeer exotisch.

Op een avond gingen we eten in The Golden Egg. We kregen spaghetti. Mijn vader vond het niks, ik daarentegen had nog nooit zoiets lekkers gegeten.

Bron: Google

In The Golden Egg kon je eten voor redelijke prijzen. Ze behoorden tot een keten zoals Wimpy en werden later overgenomen door Lyons.

Ik denk nog wel meer mensen zich deze restaurants herinneren.

Dubbeldekker

In Londen wil je natuurlijk zo veel mogelijk zien. Maar die stad is onmetelijk groot. Wil je snel ergens naar toe, dan neem je de Tube. Maar ondergronds zie je niet veel van de stad.

Een beter alternatief is de bus. Zo’n leuke rode dubbeldekker. En dan meteen naar boven voor het mooie uitzicht.

Misschien ligt het aan ons, maar het Londense verkeer bestaat uit steeds meer aaneensluitende files. Dus is het optrekken, stoppen, optrekken, wachten, optrekken en weer -abrupt- stoppen.

Niet zo prettig als die steile trap naar beneden wilt. En je wilt ook niet te laat zijn met uitstappen.

De eerste avond de beste lag ik dan ook opgevouwen tussen die trap en Leo’s brede rug. Vraag me niet hoe ik zo snel weer enigszins rechtop stond. Dat weet ik nog steeds niet. Niks gebroken, hier en daar wat blauwe plekken, maar nog geheel intact. Wel hadden we allebei de schrik in de benen.

Voortaan dus maar gewoon beneden een plekje zoeken. Je staande houden in een Londense bus is niet zo gemakkelijk.