Uit nieuwsgierigheid gingen we afgelopen zaterdag even kijken bij een onlangs geopende kringloopwinkel. Op steenworp afstand van de gemeentelijke kringloop staat sinds enkele maanden een loods met van alles te koop, tegen zeer acceptabele prijzen. We hebben niks nodig, integendeel willen zelfs een heleboel dingen wel kwijt. Dus zullen we hier ook wel een keertje langskomen om zaken te brengen.
Maar wat ons vooral opviel, was dat alles zo netjes gerangschikt stond. Soort bij soort, kleur bij kleur, bijna alles voorzien van een nette prijssticker. Wie niet veel te verteren heeft of behoefte heeft aan goedkoop glas- of serviesgoed kan hier uitstekend terecht.
En gewoon even snuffelen is ook prima, al jeuken dan mijn handen om iets te kopen. Maar nee, ik ben sterk alleen kijken….
Category Archives: huishouden
Pantoffelheld
Soms geeft een boek stof tot nadenken. Zo las ik Isabel van Johanne A. van Archem en werd me duidelijk dat vrouwen in vroeger tijd heel wat minder in de melk te brokkelen hebben dan wij nu. Want in de dertiger jaren verloor een vrouw met haar huwelijk alle rechten. Haar man werd de baas over haar geld. Niets kon of mocht ze zelf beslissen, in alles had haar echtgenoot een doorslaggevende stem. Het enige recht van de vrouw was…. inderdaad: het aanrecht.
Maar door de invloed van de vrouwen-emancipatie en de oorlog, keerde het tij. Nou ja, niet meteen, want pas in 1957 werd het “pantoffelheld-artikel” van kracht. Bij belangrijke zaken moest de vrouw ook een handtekening plaatsen onder een contract.
Ja, dat herinner ik me zelfs. Mijn moeder wilde graag een geiser in de keuken. Papa besliste dat we er dan een op huurkoop zouden nemen. En het contract daarvoor moest ook door mijn moeder worden getekend. In die gesprekken viel de term “pantoffelheld artikel” en dat maakte beslist indruk op mij.
Snuffelend op internet vond ik een leuk artikel hierover in het Historisch Nieuwsblad.
Zo onderworpen zijn we gelukkig niet meer.
Is er genoeg?
De discussie over het sluiten van de gaskraan is inmiddels in volle gang. Dat het gaat gebeuren is zeker. Hoe het dan verder moet, blijft nog even in nevelen gehuld.
Ik voorzie enorme moeilijkheden, terwijl ik toch niet zo’n doemdenker ben. Want alles gaat tegenwoordig elektrisch. Hogedrukspuit, koffiezetapparaat en schuurmachine, boortoestel, noem maar op. En dan al die “draadloze” apparaatjes, die toch wel aan de elektriciteit gelegd moeten worden om te kunnen functioneren. En de auto, de fiets…
O ja, wij doen er zelf ook aan mee. We poetsen onze tanden elektrisch omdat dat beter zou zijn voor ons gebit. Koppelen tablets, telefoons, scheerapparaten ook regelmatig aan.
Maar straks moet dus ook de verwarming en het fornuis totaal elektrisch worden. Waar halen we al die energie vandaan? Wie zorgt er voor dat alles op tijd en deskundig is aangesloten? Liggen er wel voldoende kabels of gaan we straks een beetje rommelen met als gevolg dat we regelmatig helemaal zonder stroom komen te zitten?
Yes, we can!
Dit plaatje staat niet alleen op mijn sleutelhanger, maar siert nu ook als zeepje ons toilet.
Rosie the riveteer, symbool voor alle vrouwen die in de tweede wereldoorlog het werk van de mannen overnamen. Zich de zware werkzaamheden eigen maakten en hun land naar de overwinning hielpen. Die zelfvertrouwen kregen, maar later toch weer terug gewezen werden naar hun enige recht, het aanrecht.
Nou ja, natuurlijk niet allemaal. Er is gelukkig ook een hele generatie van zelfstandige, hardwerkende en sterke vrouwen uit voort gekomen.
Maar dat weet je natuurlijk niet, als je bij mij een plasje pleegt. Daar staat ze eigenlijk alleen een beetje voor de sier en de “verluchting” 😉
Mengelmoes
Een beetje bijpraten over afgelopen week. Dinsdags het nucleair onderzoek van de poortwachterklier. Het klinkt buitenaards, dat voelt ook voor mij zo. Raar idee dat er radioactiviteit ingespoten wordt, al is het maar een minimale hoeveelheid. Maar de radiologe was allerliefst, stelde me op mijn gemak (nou ja, voor zover je dat dan kunt zijn) en ik ging met Leo weer rustig huiswaarts.
Woensdag was het vroeg op, zonder koffie, thee of boterham. Nuchter moest ik zijn. Dat de operatie pas ver na de middag ging plaats vinden, deed daar niks aan af. En het leek wel of iedereen ineens over Paasbrunch, chocola en lekkere dingen wilde praten. Gelukkig, tijdens de narcose weet je van niks. En ’s avonds kreeg ik wel te eten. Donderdag kon ik gelukkig weer naar huis. Leo nam het huishouden over en de jongens kwamen. Het werd een gezellige avond.
Dat ik de volgende dag kookte, was een eigen(wijze) beslissing. Op de een of andere manier zou dat toch moeten kunnen, dacht ik. Dat kon ook, al heb ik weleens in een betere stemming gekookt. Maar er werden bloemen gebracht, van de Scrabbleclub, van de wandelclub en ook schoonzus en zwager namen bloemen mee.
Zaterdag dacht ik het verband wel weg te kunnen halen. Heel voorzichtig, stukje voor stukje losweken met baby-olie. Het ging prima. Maar wat een schrik toen ik na het douchen de wond langzaam open zag trekken. Paniek, er is geen ander woord voor. Druipnat stond ik in de badkamer. En ook nu weer redde Leo de zaak, door me voorzichtig af te drogen en te helpen. Maar het voelde beslist niet kosjer, dus gingen we naar de Spoed Eisende Hulp. Ook daar weer vriendelijke en vooral adequate hulp. Het leek allemaal erger dan het was. Dicht- en afgeplakt kon ik terug naar huis, waar ik vooral een beetje op de bank gehangen heb. En mooi de tijd vond om dat dikke e-boek binnen de termijn uit te lezen.
Nylonkousen
Vorige week kocht ik vier maal twee paar pantalonkousjes. Nou ja, geen opzienbarende aankoop. Maar ik vouwde de kousjes op en daar lagen ze dus, op de bank. Acht paar kousjes, voor nog geen vier euro. Zo goedkoop, dat je er niet over piekert om ze te laten repareren. Dan ben ja alleen al aan die reparatie meer kwijt.
Dat was vroeger anders. De kousen die mijn zus destijds kocht, waren duur. Ragfijne kousen, met naad, die heel voorzichtig werden aangetrokken. En ook regelmatig ’s avonds gewassen werden en dan op een handdoek over de deur te drogen gehangen. Een ladder er in was rampzalig en werd met een klodder nagellak tegengehouden. Dan kon de kous later worden gerepareerd.
Ik herinner me een klein en donker winkeltje in de buurt bij ons thuis. Het rook er altijd een beetje muffig, naar zweetvoeten denk ik. Het was een beetje ook rommelig, overal lagen de kousen, er stond een aftandse kassa. Onder een ongezellige felle lamp zaten twee zussen (?) dag in dag uit kousen te repareren. Ze hadden daar een machientje voor, trokken de kous over een soort buis en dan ging het van prrrrrft, prrrrffft. Razendsnel en met een beetje geluk had je dan weer een paar kousen die nog wel even mee konden.
Zuinigheid met vlijt, duurzaam en ook wel milieubewust. Ach ja, verleden tijd.
Wolletje…?

Dit is niet Leo, maar een foto die ik op internet vond en waar ook het verhaal van het wolletje verteld wordt. http://www.11vbdbat.nl/verhalen/Geen-humorgevoel.html
Toen het laatst zo koud was, legde Leo ’s avonds een fleece dekentje over zijn voeteneind van het bed. En ja, dat moet natuurlijk ’s morgens weer netjes worden opgevouwen.
Hij keek eens naar het dekentje en zei toen: “hoe was dat ook al weer, een wolletje maken?” Ik keek hem niet begrijpend aan, maar later werd me duidelijk wat hij er mee bedoelde. Tijdens zijn militaire diensttijd sliep hij op een zelf gevulde strozak, zonder lakens, onder twee grijsgrauwe dekens. Die dekens moesten elke dag netjes opgevouwen worden. Niks “zo is het wel goed”, maar keurig netjes. De dienstdoende sergeant (??) kwam zelfs met een liniaal langs om te kijken of iedereen wel de juiste maat hanteerde.
En dus vouwt Leo zijn fleece dekentje ook nu nog steeds keurig netjes op. Net zo netjes als hij de bedden opmaakt. Want wil ik nog wel eens denken “het kan zo wel”, let Leo altijd op de patronen, die dan keurig aansluiten.
Toch wel nuttig hoor, die militaire diensttijd. Soms denk ik dat het wel goed zou zijn als het weer terug kwam. Niet om te leren schieten, maar om discipline, orde en netheid bij te brengen aan de jongens én meisjes van nu. Om meer structuur in het dagelijks leven te krijgen, koken en schoonmaken te leren. Je hebt er tenslotte ook later profijt van…
Knapzak
In 2008 moest ik na de borstkanker operatie ook nog bestraald worden. Dat gebeurde in de Daniël den Hoedkliniek, hier in Rotterdam.
De verzekering voorziet in zo’n geval voor ziekenvervoer, maar Leo en ik besloten op eigen gelegenheid te gaan. We zetten dan de auto bij een halte van de tram die bijna tot voor het ziekenhuis rijdt.
De eerste keer had Leo een katoenen tasje bij zich. Ik vond dat vreemd, waar had hij die nou voor nodig? Maar wat bleek? Eenmaal in de tram toverde hij uit die tas van allerlei lekkers. De ene dag was het een krentenbol, dan weer een stukje chocola of een sultana. Ook had hij meestal een pakje chocomel of appelsap bij zich en zeker als het heet was ook nog een flesje water. Elke dag, en dat meer dan 30 keer, was het iets anders. Ik had natuurlijk al snel in de gaten dat die knapzak altijd mee moest. Het werd een beetje een soort van handelsmerk. En zo werd die bestraling weliswaar nog geen feestje, maar wel een heel stuk minder vervelend.
Ook onderweg zagen we nog wel eens wat. Dan lag er een groot schip bij de Erasmusbrug, dan weer waren er allerlei evenementen in aanbouw. En op de terugweg namen we wel eens een ijsje of gingen we nog even de stad in.
Bestraald worden moet ook dit keer weer. Misschien minder vaak, maar toch. Maar die knapzak wordt vast weer van stal gehaald.
Podcast
Een beetje terug van weggeweest, een podcast. Een geluidsbestand dat je op je computer, laptop, tablet of telefoon kunt beluisteren. Hier kun je lezen hoe je dat in zijn werk gaat. Zelf heb ik al een heleboel uitzendingen van “De Sandwich” van Jacques Klöters om te beluisteren, de “Grote Harry Bannink podcast” ook en sinds kort is er een “Smaakmakers”-
podcast. De eerste daarvan was een interview met Karin Luiten, je weet wel van “Zonder pakjes en zakjes”. Die volg ik al lang, want ze kan niet alleen heel lekker koken, het is allemaal ook nog eens leuk beschreven. Karin houdt niet van lange lijsten ingrediënten. Ze houdt het redelijk simpel en daardoor kan iedereen haar recepten volgen. Ook geeft ze nog wel eens alternatieven aan, zodat je niet de deur uit hoeft om koriander te halen, als er peterselie in de koelkast ligt. Gewoon koken, maar wel erg lekker!
Dus wie ook wil luisteren, dit is de link.
Noodzakelijk…?
In een van de reclameblaadjes zag ik dit. En ik dacht ‘Heb ik dat nodig”. Nee, natuurlijk niet, want soep maken doe ik regelmatig en zeg nou zelf, soep maken is toch kinderspel. Alles, ja echt alles kan in de soep. Van ui en knoflook tot tomaten, courgettes, vlees, vis, maar ook rijst, pasta, bulgur of wat er maar in huis is. Zo’n lekker bordje soep dat altijd weer net iets anders smaakt.
Ik kook meestal een flinke pan vol. Heb er zelfs een keer een echt grote pan voor gekocht, zo een van 5 liter. Dat is nog niks vergeleken bij de soeppan van mijn nichtjes, die het formaat wasketel benadert. Daar kun je een extra bordje van uitdelen.
Ik heb eens gekeken hoe het apparaat werkt. Echt veel tijd zal het niet besparen. Wel veel ruimte in het keukenkastje. Die soep zal best binnen te houden zijn, dat wel. Maar die extra smaak van met liefde gekookte soep, pruttelend en zacht geurend, zou je die er ook in proeven?
