Karretjes

Sinds enige weken hoeven er geen muntjes meer in de supermarktkarretjes gestopt te worden. Enerzijds wel gemakkelijker, anderzijds wordt het nu wel snel een rommeltje.

Sommigen mensen vinden het helemaal niet meer nodig om hun karretjes netjes terug te brengen. Die laten het zeer a-sociaal gewoon op de parkeerplaats staan. Anderen zetten het nog wel weg, maar letten totaal niet op bij welke winkel ze horen.

Zijn we nou echt zo gemakzuchtig geworden dat we niet meer even terug naar de winkel kunnen lopen? Je kunt toch moeilijk zeggen dat je niet gezien hebt dat ze afwijken.

Nou ja, ergeren helpt niet. Klagen zou kunnen, maar ik weet niet bij wie. Misschien komt er een oplossing, gewoon door maar te bezien hoe het verder zal lopen.

Andere tijden

Er was een tijd dat deze foto absoluut niet gemaakt kon worden.

Ik herinner me als kind nog wel verhalen van familieleden die op besmuikte wijze vertelden van hun bezoek aan een “witte winkel”.
Daar wilden ze niet gezien worden door buren of bekenden.

Later de schroom van een collegaatje, die haar vakantievoorraad “regenjasjes” niet in haar geboorteplaats durfde kopen. Bang dat bekenden het aan haar ouders zouden doorvertellen. Dus ging ik met haar mee naar een winkel in de Rotterdamse binnenstad, waar haar aankopen anoniem waren.

Nu vond ik deze advertentie in het reclameblaadje van de Lidl en ik weet niet of het nu beter is. Aan de ene kant, waarom zou je je moeten schamen voor iets wat zuiver een privé zaak is? Aan de andere kant, als het privé is, moet dat dan tussen de dagelijkse boodschappen liggen, naast de stroopwafels en een stronk bloemkool?

Ach, elke tijd heeft zijn eigen eigenaardigheden.

Hamsteren

De grootsuper wil het niet meer over hamsteren hebben. Dat klinkt toch een beetje eh… a-sociaal….?

Maar dat betekent natuurlijk niet dat we niet meer aangespoord mogen worden onze wagentjes vol, voller of zelfs volst te vullen.

En dan helpt een beetje ruime tas. Daar doe je toch al snel een paar boodschappen meer in. Plek zat, dus vullen maar….

Wat zijn er toch veel manieren om het koopgedrag te stimuleren….!

Rantsoeneren

Veel eten gooide ik al nooit weg. Meestal vind ik wel een mogelijkheid om restjes op te maken. Maar nu ben ik helemaal niet van plan om ook maar een kruimel weg te gooien. Wie weet hoe hard we alles nog nodig hebben.

Bron: Google Afbeeldingen

Ik doe ook zeer strategisch boodschappen. Hooguit één keer in de week, met een strak lijstje dat ik in de loop van de dagen op mijn telefoon zet. Zo hoop ik niets te vergeten. Sommige dingen heb ik niet altijd in voorraad of slechts één fles of doos. Zodra die aangebroken is, wil ik een nieuwe halen. En bij sommige producten, zoals bleekwater, sta je nu voor lege schappen.

Ook eten haal ik heel overwogen in huis. Ik heb weer een menu voor een aantal dagen, zodat ik weet wat ik nodig heb. De kwetsbare groenten gaan het eerst op, de houdbare blijven nog even in de koelkast of berging. Hou ik ergens een klein stukje van over, dan gaat het terug in de koelkast. Ook heb ik een zak met groenteresten in de diepvries. Daar maak ik dan na verloop van tijd bouillon van.

En hadden we vaak genoeg wel drie of zelfs meer soorten kaas of vleeswaar op tafel staan, nu wordt dat beperkt. Ik speel zo’n beetje de rantsoenmeester. Alleen voor de voorraad bier en dranken heb ik geen volmacht, dat is de taak van Leo. Maar daar hoef ik me ook geen zorgen over te maken, hij doet dat uitstekend. Zijn biertje en mijn wijntje blijven dus nog steeds gegarandeerd. 😉 😉 😉

Dat hadden we nodig!

Wat denkt een mens allemaal nodig te hebben in tijden van nood? Nou, een beperkte hoeveelheid toiletpapier, maar 140 rollen….?

Verse groenten, fruit, iets lekkers om je zelf te verwennen, iets om te lezen, te haken, te breien. In ieder geval iets om al die dagen thuis door te brengen.

Nou nee, niks van dat al. Dit is in de bonus deze week. Kratten bier, voor een gezellig avondje met vrienden, voor bij het voetballen of de Grand Prix.

Ach, ze konden bij Appie natuurlijk niet weten dat we voorlopig allemaal thuis moeten blijven. Dat feestjes en visite even “not done”zijn.

Ik moest er dus wel een beetje om lachen. En dat is ook weer positief.

Want laten we vooral blijven lachen. Huilen kan altijd nog!

Genoeg…?

Leo ging boodschappen doen en ik vroeg hem ook een pak zakdoekjes mee te brengen. Hij kwam thuis met een enorm pak met 42 pakjes.

“Is het genoeg?” vroeg hij. “Nou, daar kunnen we wel een tijdje mee vooruit”, vond ik. Maar toen begonnen we beiden te sniffen en te snotteren. En dan gaat het hard.

Dus haalden we nog zo’n pak, voor het geval dat. Want met al die rare berichten over virussen en quarantaine moet je op alles voorbereid zijn, nietwaar?

Gelukkig zijn we alle twee weer helemaal opgeknapt. Laten we dat maar zo houden!

Overdaad

Dit is niet het eerste blogje waarin ik mijn verbazing (en ergernis) verwoord over de overvloed in ons dagelijks leven. Ik realiseer me terdege dat niet iedereen deelt in die overvloed. En dat maakt het misschien nog wel pijnlijker.

Voor een kleine kerstbijeenkomst had ik toastjes nodig. Zelf kies ik daarvoor altijd een bepaald merk . Maar dit keer wilde ik kleine ronde melbatoastjes hebben. Met stomme verbazing stond ik voor het vak, waarin ik in de gauwigheid meer dan 30 verschillende soorten en merken aantrof. Toastjes gewoon, volkoren, meer granen, met spelt, met sesam, met kruiden, olijfolie, rozemarijn of peterselie. Natuurlijk ook in bio-kwaliteit, glutenvrij en nog vele mogelijkheden meer.

Deze screenprint is nog maar een klein gedeelte, meer paste niet op mijn scherm

Wat is er gebeurd in dit land? Eten we allemaal zo verfijnd, zo exquis? Is onze smaak ineens zo geperfectioneerd? Ik kan het nauwelijks geloven. En het gevolg van al die overdaad is dat er onnoemelijk veel moet worden vernietigd, want niet verkocht en dus over de datum. En daardoor wordt het product natuurlijk weer duurder.
Kostelijk voedsel, dat verspild wordt. En dat vind ik doodzonde!

Bonnetjes

Laatst wilde ik bij de kassa van de super mijn boodschappen afrekenen. Alles op de band werd gescand. Sommige dingen moesten handmatig ingevoerd worden. En daar ging het fout. De jongen achter de kassa verschoot van kleur toen hij het totaalbedrag zag. “Dat kan niet kloppen”, stamelde hij. Een bedrag van meer dan 500 euro stond op de teller. En nee, zoveel had ik nou ook weer niet gekocht.

Bron: Google foto’s

Wat bleek? Mijn zak noten was maar liefst 58 keer opgevoerd. Het bleek om de code van iets anders te gaan en natuurlijk werd alles keurig en snel gecorrigeerd.

Nou was het deze keer wel heel erg duidelijk. Maar het kan ook dat zo’n fout je niet meteen opvalt. Ik wil dan ook altijd de kassabon en controleer die, zij het nogal vluchtig.

Maar ook bij latere klachten komt zo’n bon je van pas. Ik begrijp dan ook niet dat mensen steeds vaker de bon niet meenemen. Ook bij een volle kar. Dan is het toch onmogelijk om foutjes te herkennen. Of ben ik nu een beetje krenterig of te ouderwets?

Naar de markt…

Vorige week wilde ik een stukje lopen en Leo ging mee. En hij wilde nu eens niet langs de Rotte maar even naar de stad, naar de markt.

Of zoals ze in Rotterdam zeggen: “Effe naar de mart”. Goed voor altijd wel een leuk plaatje, een tas vol met groenten en fruit en soms ook nog een plant. Of een paar lapjes stof om een bloesje van te maken. Maar vaak ook gewoon een loopje over het leukste stuk van de stad. Want op de markt kom je van alles tegen. Je hoort er verschillende talen, ziet er mensen van allerlei pluimag en het geurt (of stinkt) je overal tegemoet. En met een beetje geluk is er wel een marktkoopman die iets leuks roept.

Wij gingen voor olijven, maar onderweg raakten onze tas vol met kersen, granaatappels en paprika. We zouden die olijven bijna nog vergeten zijn. Maar gelukkig vonden we bijna aan het eind een gezellige kraam, vol met noten, zuidvruchten en ja, dus ook olijven. Missie geslaagd.

Hebberige mensen…

Bij de kassa van de Lidl staat een man en naast hem staat een meisje van een jaar of 10-12. Ze kijkt een beetje angstig en als ik afreken hoor ik zeggen dat niet alleen dat meisje maar ook die man weg moeten. Ik heb geen idee waarom. Maar dat wordt me al snel duidelijk. Nog voor ik mijn bankpasje heb opgeborgen vraagt de man heel snibbig: “Spaart u die zegeltjes?” Zijn toon bevalt me helemaal niet en dus zeg ik kattig “Jazeker!” Dan loopt hij wat aarzelend weg. Nu is het de beurt van het meisje om te vragen of zij die zegeltjes mag. Ze doet het heel lief en och, het is nog maar een kind. Zelf hoef ik die knuffeldiertjes niet. Dan staat opeens diezelfde man weer voor me. “Ze heeft er al drie en ook nog eens twee volle kaarten!” “Nou en….?”zeg ik en ik geef het meisje mijn twee zegeltjes die ze snel opplakt. Dan loopt ze weg. De man loopt snel achter haar aan. En dan zie ik dat hij haar beetpakt en tegen de muur drukt. Ze weet zich los te rukken en komt huilend naar de kassa’s toe, verstopt zich achter een mevrouw. Ze is helemaal over haar toeren. Snikkend zegt ze dat ze de knuffels voor haar nichtje spaart. En dat die man, die al weer achter ons staat en opnieuw roept “ze heeft er al drie”, haar heeft geduwd. Niet alleen ik, ook andere vrouwen gaan zich er mee bemoeien. Iedereen vindt de man nogal hebberig en wat moet zo’n man nou met die knuffels? Voor zijn kleinkind misschien…? Maar dan kan hij dat toch ook vriendelijk zeggen… De hoofdcassière mengt zich in het geheel en de man wordt verwijderd. Het meisje snottert nog wat en stopt de volle kaart op aanraden van een mevrouw in haar zak. Maar ze is bang, dat zie je. Na nog wat troostwoorden loop ik naar de uitgang. Gelukkig, die man is weg. Ik erger me aan zulke hebberigheid voor een paar stomme knuffels…
knuffels.jpg