Raamluiken

AL rijdend door Twente viel me vaak op dat de luiken voor de ramen van huizen, maar vooral van boerderijen, een speciaal patroon of kleur hadden.

En dan wil ik weten: waarom? En omdat ook op vakantie Google niet ver weg is, ontdekte ik dat je aan die luiken kon zien tot welk landgoed ze behoorden. De pachters van de boerderijen kunnen niet zomaar een kleurtje op hun luiken smeren. Want die luiken vormen een soort van herkenning voor voorbijgangers.

Eigenlijk had ik helemaal geen idee dat er zoveel landgoederen in Twente zijn. Maar tussen Zwolle en Enschede kun je er heel wat bezoeken.

De luiken van de boerderijen die behoren tot het landgoed Twickel zijn allemaal zwart gerand met een wit veld in het midden. Ik maakte er speciaal foto’s van.

Zie je dus zo’n strak in de verf gestoken zwart/wit luik, dan behoort het gebouw tot het landgoed Twickel.

Wanneer we weer in Twente zijn, gaan we beslist eens op zoek naar andere landgoederen en let ik natuurlijk weer op die luiken. Zo is er altijd wel wat te ontdekken.

Landgoed Twickel

Bron: Google foto’s

Tijdens ons verblijf in Enter maakten we ene wandeling over Landgoed Twickel. Nou ja, maar een een klein stukje van dat landgoed, want het beslaat 4.400 hectares. Daar zijn dus vele mooie en lange wandelingen te maken.

Wij waren er op een zondag en het was prachtig weer. Er waren dus meer wandelliefhebbers, maar hoewel we veel mensen tegenkwamen (en ook veel honden) was er ruimte genoeg. Niemand liep elkaar in de weg.

Het kasteel Twickel wordt nog bewoond en is dus niet toegankelijk. We stonden ervoor en ik had Downton-achtige visioenen. Grote zalen, trappen, veel antiek en kunst. Maar ja, dat konden we dus niet met eigen ogen zien.

Maar de fantasie verbleekte bij de pracht van de natuur. Weidse vergezichten, hoge bomen, stille doorkijkjes en dat alles omhuld met een waas van aardse geuren en vogelgezang.

We liepen een flink stuk en onderweg zochten we een bankje op om ons brood op te eten en wat te drinken. Genieten in optima forma.

Toeval

We waren een weekje weg, naar Twente.

Naar een gezellig plaatsje, met leuke huizen, de gebruikelijke winkels en vriendelijke bevolking.

En daarnaast is er dan een vakantieparkje. Met diverse huisjes, buiten het centrum.

Om precies te zijn naar Enter. Een wereldstadje? Nee dus 😉

We hadden er dan ook nooit van gehoord en moesten het opzoeken op de wegenkaart.

Maar vlak voor we weg gingen, stond er in de krant een berichtje. Een meneer had in één klap 48 glazen bier kunnen vervoeren. Hij deed dat door de glazen ingenieus te stapelen en zo kwam hij in de krant.

En waar woonde die meneer nou? In Enter!

Dat je oog dan zo maar ineens op zo’n berichtje valt. Dat moet wel toeval zijn.

Veranderd?

Bron: Google foto’s

Gek om een foto te zien van rond 1920, de Binnenweg in Rotterdam. Je zou denken dat alles heel erg veranderd was. Dat de huizen van toen gesloopt zouden zijn en er nieuwe moderne gebouwen neergezet waren.

Bron: Google foto’s

Maar gelukkig, niet alles verandert. Zelfs in Rotterdam blijft nog wel eens wat overeind staan 😉

Dit stukje stad is qua bebouwing niet erg veel veranderd. Een beetje verbouwd is er wel. De voortuinen zijn deels opgeslokt door het trottoir. En de sfeer lijkt me nu heel anders.

Hollands

De kleur van het water doet vermoeden dat het hier een foto uit een Middellandse zee gebied is.

Niks is minder waar.

Nog geen krappe 10 kilometer van ons huis vonden we dit prachtige plaatje.

Onder een stralende herfstlucht wandelden we afgelopen zondag in Hitland, op de grens van Capelle en Nieuwerkerk aan de IJssel.

Daar gaan we zeker nog wel vaker heen!

Kleuren

Wonderlijk om te zien hoe in de natuur alles van kleur verandert. Soms lijken bomen of struiken een beetje rozig, dan komt het blad en wordt alles frisgroen.

Die kleurverandering zie je natuurlijk het best in de herfst. Toen we dan ook afgelopen week weer een keer naar Trompenburg gingen, lette ik nog meer op al die veranderingen.

Met nog wat foto’s van eerdere bezoeken leverde dat een leuke verzameling op van bloemen, bladeren en vruchten.

Terug naar toen

Vakanties waren vroeger vooral bezoeken bij ooms en tantes. Niks mis mee, ik amuseerde me prima in Ede of Hoogerheide of Ossendrecht.

Voor mijn moeder lag dat anders. Die draaide toch min of meer mee in de dagelijkse huishoudens. Dat veranderde toen mijn vader besloot dat de vakantie in een pension doorgebracht zou worden.

Onze eerste vakantie ging naar Zeddam. Ik heb er heerlijke herinneringen aan. Maar ook zag ik daar in 1961, in een bijna verduisterde kamer, het bouwen van de Berlijnse muur. Toen was ik een tiener, op de grens van de puberteit.

Nu, in 2021, vroeg ik me af of Zeddam erg veranderd zou zijn. We reden er naar toe. Hier was de hoofdstraat. Ik keek eens om me heen, maar herkende toch niet veel. Ja, de kerk. Maar waar was dat nou in die straat…?

En plotseling zag ik het. We stonden er nota bene vlak tegenover. Pension Aurora, vrijwel onveranderd.

Nee, ik heb niet aangebeld. Er zullen vast andere mensen wonen.

Maar even rondkijken en een foto maken, dat wilde ik wel.

Gluren

Na een boodschap in een andere wijk nog even de benen strekken. En dan meteen even “gluren bij de buren”.

Het is een mooie, rustige en vooral groene wijk achter de Kleiweg in Hillegersberg. Fraaie huizen, mooie tuintjes, ja prima wonen.

En voor sommige huizen geldt een soort bonus. Want die liggen met hun achtertuin aan de Bergse plas.

Oké, ik moest even op mijn tenen staan en kreeg maar een klein stukje blauw te zien.

Maar onmiddellijk ging mijn fantasie op hol. Tuin, eigen strandje, zwemmen en zonnen. Je eigen Rivièra…. Tja, het blijft bij dromen.

Monument

Tot mijn 23e woonde ik vlakbij het Justus van Effencomplex. Toen was het nog een wat vervallen gebouw, met veel grauw en grijs beton. Heel zelden kwamen we er weleens, maar echt herinneringen had ik er niet aan.

Leo en ik waren er al eens gaan kijken, na de grote renovatie en afgelopen zaterdag konden we het bezoeken, in het kader van Open Monumenten-dag.

Het complex is in alle glorie gerenoveerd en gerestaureerd en intussen al lang geen “arbeiders-vesting” meer. 264 Woningen werden samengevoegd en verbouwd, waarna er nog 154 woningen over zijn. Die zijn allemaal aangepast aan de eisen van deze tijd.

We kregen een rondleiding en gingen natuurlijk ook naar de woonstraat. Nee, geen galerij. Hier konden in 1922 bakker, groenteman en melkman met hun kar komen, zodat men niet telkens naar beneden hoefde. Heel vooruitstrevend. Helaas is die mogelijkheid in deze tijd gesneuveld. Veel bewoners gebruiken de woonstraat nu als terrasje, met planten in potten.

Midden in het complex ligt het badhuis, want douches of badkamers waren niet voorzien in 1922. Nu natuurlijk wel en daardoor is de functie van het badhuis beneden veranderd in een galerie ruimte. Maar ook huisvest dit gebouw de warmtevoorziening. die zorgt voor warmte in de winter, maar ook voor koelte in de zomer.

Ontdekking

Dat het er was, wist ik al een tijdje. Maar er naar toe gaan, dat kwam er maar niet van.

Tot vorige week. Toen reden Leo en ik naar het westen van Rotterdam, naar het Essenburgpark. Een stukje groen tussen een woonwijk en de spoorbaan. Lang lag het braak en werd het verwaarloosd.

Tot een aantal vrijwilligers de koppen bij elkaar stak en het omtoverde tot een mooi stukje “wilde” natuur. Natuurlijk hoor je regelmatig een trein voorbij denderen. Maar ook fluiten er allerlei vogels, lopen leuke paadjes tussen de bomen door. Er zit een kleine klim in, want je kunt naar de (afgeschermde) spoorbaan toe.

Honden mogen mee. Maar de hondenpoep moet worden opgeruimd en daar staan van de oude vuilnisbakken voor, kriskras door het park.

Het is een oase in de drukke stad en een plek om zeker vaker naar toe te gaan.