In het programma van Salvage Hunters kwam laatst een bezoek aan Wenthworth Woodhouse voorbij. Het is het huis in particulier bezit met de breedste voorgevel van Europa (!!). En ook binnenin is het prachtig ingericht. Drew Pritchard voelde zich als een vis in het water en wilde een heleboel kopen. Maar ja, niet alles was te koop en dus moest hij zich tevreden stellen met wat spullen uit de opslag.
Wat hij kocht weet ik eigenlijk niet meer zo goed. Maar ik was helemaal onder de indruk van die enorme voorgevel van 185 meter lengte. Stel je eens voor, ongeveer 35 “gewone” huizen achter elkaar, een paar keer de straat waar ik zelf woon…
Arme schilders, die weer meteen opnieuw kunnen beginnen als ze klaar zijn. En arme dienstbodes in vroeger tijden, die steeds maar heen en weer tussen al die enorme vertrekken moesten lopen. En wat een rijkdom uit vervlogen tijden…

Bron: Wikipedia


En wij stonden hier in de rij voor de 
Afgelopen week waren Leo en ik in Londen. En ondanks dat het Londens gemeentebestuur het verkeer in goeie banen wil leiden, is en blijft het een hectisch geheel. Met bewondering keken we hoe de ontelbare bussen door rijen taxi’s en dure automobielen laveerden, keurig naar de stoep kwamen als je je hand opstak. En hoe watervlug sommige fietsers links en rechts voorbij schoten. Het was ook nog eens zeer luidruchtig en hoewel we toch wat gewend zijn in Rotterdam.
Op zoek naar nieuwe schoenen. Stevige stappers waar je zo nodig ook een wandeling op kunt maken. Maar ook wel een beetje netjes, niet van die stoere exemplaren. Ik koos in eerste instantie voor een keurig grijsachtig paar, maar die zaten gewoon niet lekker. En dat is natuurlijk ook heel belangrijk. En toen viel mijn oog op deze schoenen. Vuurrood lak, mooie veters. Beslist schoenen om een beetje mee op te vallen. Maar kon dat nou nog wel…? Een toch al middelbare dame, met die kleur aan haar voeten. Was dat geen aanfluiting. Ik paste ze en was meteen verkocht. Nog even twijfelde ik voor de spiegel, maar toen Leo ze leuk vond staan, was ik overstag. En waarom ook niet? Ik ben wel niet meer zo piep, maar voel me beslist nog jong genoeg voor zo’n kleurtje.
Ik vraag me af of het toeval is dat een chocoladewinkel, die zich “De Bonte Koe” noemt gevestigd is in een winkelpand dat oorspronkelijk behoorde aan een “vleeshouwerij” oftewel een slagerij. Het past zo mooi bij elkaar. Er lag zelfs een enorme chocolade koeienkop in de etalage. Dan kan het toch bij geen toeval zijn? Maar ja, je weet het nooit hè?
Na een gezellige lunch loop ik met vriendin C. terug naar het station in Den Haag. We gaan via een een binnenplein met rondom mooie appartementen. Maar moeten we nou links of kunnen we ook gewoon rechtdoor…? Een mevrouw op de fiets stopt en wijst ons de weg. “Dan kom je bij SZW, maar daar kun je gewoon doorheen lopen hoor”. En ja, dat klopt. We komen uit op een stukje Den Haag dat ik alleen vanuit de tram ken. Kijk, zegt C. moet je zien en wijst omhoog. We zien door het glazen dak een immens grote, langzaam draaiende bol. Als ik nog na denk wat het voorstelt, komt een jongen op ons af en begint een gesprek. Dat het best wel mooi is, maar dat ook de natuur mooi is. Dat er nog zo weinig natuur over is in Nederland en hoe dat zou moeten veranderen. Hij blijkt voor Natuurmonumenten leden te werven. Maar dat heeft bij ons geen zin, we zijn allebei al jaren lid. Maar het is een aardige knul en we hadden best een goed gesprek. Wat verder loopt een man met een grote zak chocolade paaseitjes en een karton voor zijn borst. Hij deelt knuffels uit. Of wij er ook een willen? Nee, we wimpelen beleefd af. Neem dan een chocolaatje, zegt hij. Maar dat willen we ook niet. Hij zegt lachend gedag. Een gewone dag in Den Haag, en drie aardige, leuke mensen op een rij binnen pakweg 500 meter.