Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
Een goed advies, als het niet meezit, zing dan. Het mag in alle talen, maar Michel Fugain zegt dan: Chante.
Vanavond kijk ik weer naar Heel Holland bakt. Een tijd lang heb ik die uitzendingen niet gevolgd, maar dit jaar besloten we toch weer regelmatig te kijken.
En ja, het is nog steeds wel leuk. Maar eigenlijk niet meer om het bakken, maar veel meer om wat er allemaal niet zo goed dan wel helemaal fout gaat. Dat is ook niet verwonderlijk, want ik heb het gevoel dat er steeds meer stress in de opdrachten komt.
Bron: Google foto’s / De Stentor
En al die bouwwerken, spektakelstukken die gemaakt moeten worden. Voor mij is dat niet de essentie van bakken.
Het gaat om de smaak en natuurlijk moet een koekje of taart er ook aantrekkelijk uitzien.
En dat vinden Leo en ik bij Rudolph van Veen, die dagelijks bij 24Kitchen te zien is. Een paar weken lang reed hij met zijn bakfiets langs Nederlandse bakkers en proefde hij van hun specialiteiten. Die zijn vaak helemaal niet zo pompeus, maar voor een thuisbakker wel goed na te bakken.
En daarna gaat Rudolph aan de slag om een verrassing voor de bakkers zelf te maken. En ook daar komt geen spektakel aan te pas. Meestal wordt het een eenvoudig, maar wel erg lekker recept. Met ingrediënten die in de meeste keukens wel te vinden zijn.
Waarschijnlijk had iemand me het boek aangeraden, anders had ik het niet aangevraagd in de bieb. Titel noch schrijfster zeiden me iets toen ik er in begon.
Maar Sacha Bronwasser heeft een pakkende schrijfstijl en allengs werd ik helemaal in het verhaal getrokken.
In het begin hangt het verhaal een beetje als los zand aan elkaar. Waarom speelt het in Parijs, wie is de hoofdpersoon, wat moet je met de familie van Philippe, met de au pairs of gebeurt er straks wat met de kinderen?
En vooral: wie is de hoofdpersoon? Is dat de vertelster of zou het Flo zijn? Dan krijg je langzamerhand meer inzicht in wat er allemaal in de jaren 80 en daarna in Parijs en Nederland gebeurde. En pas op de laatste bladzijde begrijp je het.
Ik vond het een zeer intrigerend boek, dat misschien nog wel eens herlezen zal worden. Het lijkt op een thriller al begaat geen van de hoofdpersonen een misdaad.
Gelukkig voor mij komt het programma Salvage Hunters weer terug. Helaas nog maar één keer per week, op een andere dag, maar toch…
Want Drew Pritchard weet altijd iets bijzonders te maken van het zoeken naar leuke dingen op Vintage- en rommelmarkten .
In één van de vele oudere uitzendingen had hij een pop -een boogschutter- gevonden. De pop moest opgewonden worden en dan zou hij meerdere pijlen afschieten.
Natuurlijk was er van die pop niet veel meer over en vroeg hij Donald en Maria Start van House of Automata of die pop nog te restaureren was. Ja zeker, al was het best een gehavend geval.
Het bleek een heel bijzonder karwei. Kijk hieronder om te zien hoe er van bijna niets weer een prachtige creatie werd gemaakt.
Jaren geleden was in Duitsland het statiegeld voor plastic flesjes al ingevoerd.
Op het vliegveld in Berlijn zagen we toen een nette man met een enorme koffer in de ene hand en aan zijn arm een tas. Hij liep een beetje doelloos rond, leek het. Maar in feite keek hij naar de mensen die wachten en wat dronken uit een flesje. Want als Nadat zo’n flesje leeg was, kieperde men ze in een afvalbak.
Bron: Google foto’s / De Gelderlander
En daar kwam de man in actie. Onopvallend viste hij het flesje op, stopte het in de tas. En toen snapten we het. Een statiegeld jager. Eigenlijk een illegale handeling, want officieel zou het statiegeld aan de staat toebehoren, vertelde mijn Duitse vriendin. Maar de man haalde zo te zien heel wat geld op.
Als ik dan lees dat er in Nederland in 2023 miljoenen euro’s aan niet ingeleverd statiegeld op straat gegooid wordt. Dan lijkt het me niet zo lastig om zo wat geld te verdienen. Best slim toch?
Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
De ene dag is de andere niet. Want: what a difference a day make, dit maal gespeeld door jazzgitarist Fapy Lafertin & Le Jazz. Lekker Django Reinhardt sfeertje vandaag.
Zoals vaker vond ik deze foto op Instagram. Er bestaat een hele groep van mensen die foto’s maken van waslijnen in allerlei vormen.
Het is dan ook een leuk gezicht, wapperende lakens, kleding of in dit geval werkdoekjes.
Ik heb deze zelf ook, doe ze alleen gewoon in de droger, bij de andere was. Ja dan mis je dit leuke plaatje. Want ook ik zou ze zo keurig op kleur ophangen.
Maar gelukkig zijn er altijd foto’s van anderen, die ik dan ook graag gebruik.
In Deurne was Hendrik Wiegersma een bekend figuur. Hij was arts, maakte zelf zijn medicijnen en was ook een begenadigd kunstenaar. Een man, zoals de vrouw in het museum zei, binnenkwam en niet omver te lopen was. Dat kon je ook wel opmaken uit de film die in het museum gedraaid werd.
Hendrik begon pas laat met schilderen en maakte kennis met diverse kunstenaars die ook regelmatig in zijn huis op bezoek kwamen en bleven logeren.
Het huis “De Wieger” is nu een museum, waar regelmatig wisselende tentoonstellingen worden gehouden.
Wij waren er vorige week vrijdag en zagen schilderijen en tekeningen van Hendrik Wiegersma. Daarnaast was er ook een tentoonstelling van Gerrit van Bakel en tijdgenoten en van Gerrit’s zoon Michel van Bakel.
Het huis op zich is ook beslist het bekijken waard. Kleine musea zoals deze moeten gekoesterd worden, want juist daar ontdek je soms zulke mooie pareltjes.
Ik denk dat er weinig mensen zijn die het lied “Het tuinpad van mijn vader” niet kennen. Maar wie weet waar de tekstdichter -Friso Wiegersma- zijn inspiratie vandaan haalde?
Dat ontdekten we vorige week, toen we in Deurne waren. Daar staat het huis van Friso’s ouders. Het huis heet De Wieger en is sinds lange tijd een museum. Daar over vertel ik later.
Destijds behoorde bij het huis een enorme tuin, waar de kinderen Wiegersma heerlijk konden spelen en waar Friso later zo prachtig over zou dichten.
Zijn levenspartner Wim Sonneveld vertolkte het en maakte het tot een evergreen.
De tuin is inmiddels al lang niet meer zo groot, maar de hoge bomen staan er nog. We liepen het verkorte “Tuinpad van mijn vader”. Het is nog steeds een inspirerende omgeving.