Regelmatig volgen wij een bibliotheek-college. Dat is meestal een lezing met beelden van ongeveer een uur over uiteenlopende onderwerpen. Afgelopen dinsdag hield Arjen Knoester, senior stedenbouwkundige van de gemeente Rotterdam een lezing over de hoogbouw in de stad. Want wie denkt dat er nu wel genoeg hoge flats in mijn stad gebouwd zijn heeft het helemaal mis. Rotterdam mikt op de bewoners die beslist niet in de buitenwijken of randgemeenten willen wonen, maar in de stad zelf. Dicht bij alles wat een stad tot stad maakt. Maar…, waar laat je die mensen? Op de beperkte plekken die er nu nog over zijn, komen dus hoge, hogere en hoogste gebouwen te staan. Mooi? Soms wel, soms niet. Dat is natuurlijk een kwestie van smaak. Maar met bouwen in de hoogte komen ook een heleboel problemen mee. Waar laat je de auto’s van die bewoners of hebben ze meer behoefte aan een fietsenstalling? Hoe maak je de woningen ook prettig bewoonbaar, licht en luchtig? Waar moet dan het groen en de buitenruimte komen? En met zoveel hoge gebouwen moet de begane grond ook gezellig en mooi zijn. Hoe richtenh we dus de “plinten” in?
Vanzelfsprekend kon dat alles niet in een uurtje gepropt worden, maar kregen we een globaal beeld van wat er op stapel staat.


Zomaar een wat grauwe dag en dan zie je dit. Als het nou net na Oud en Nieuw was, of na Pasen, Pinksteren…. Maar nee, gewoon doordeweeks. Zoiets intrigeert me. Wie zou het er hebben neergezet, en waarom ineens zo veel? Is er een huis leeg gehaald, kregen studenten ineens de geest en moest het huis spic en span gemaakt omdat er ouders kwamen? Tja, dat kan ik me natuurlijk wel afvragen, maar antwoorden zal ik niet krijgen. En waarom zou ik het moeten weten? Nieuwsgierig Aagje spelen…? Foei toch! Waar bemoei ik me eigenlijk mee…?
Langs het terras van een Vietnamees restaurant in het centrum staan deze planten. De grote bladeren lijken wat op klimop. Het is ook familie van de klimop, maar dit zijn echte naam is Fatsia Japonica.
Niet ver van de grote Gemeente-bibliotheek staan deze twee mini-biebjes, keurig rug aan rug. De inhoud was op dat moment een beetje pover, vond ik. Maar de intentie is natuurlijk prima. Je neemt een boek en als het uit is, zet je het weer terug. Of je zet en een ander boek bij… Je ziet ze steeds meer. Deze staan dus midden in de stad, maar ook in onze wijk kom ik wel eens zulke initiatieven tegen. 
Het lijkt een beetje uit de mode, maar kaarten sturen blijft leuk. Met een verjaardag, jubileum of zomaar. En er zijn nog heel veel mensen die je plezier doet met een kaartje uit je eigen stad. En buitenlanders vinden een Hollands kaartje ook leuk! Maar het zijn soms van die oubollige afbeeldingen. Het zou zo veel leuker kunnen. Dat denk ik iet alleen, want laatst zag ik bij
Wie Rotterdam zegt, ziet waarschijnlijk meteen een woud van hoge flats voor zich. Moderne architectuur, zakelijkheid, glas, staal en beton.
Bij dit huis hoeft de postbode niet te zoeken naar het nummer. Het staat er met koeiencijfers op. En ook wie er wonen blijft niet onbekend. Daarom heb ik het adres (dat er ook bij stond) maar weggelaten. Stel je voor dat er heel veel mensen grappig willen wezen en een kaartje sturen….?
Was het gisteren nog maar een kleintje, vandaag staat hier een toch wel uit de kluiten gewassen trafo-huis. Op weg naar Trompenburg Arboretum kwam ik dit een flinke tijd geleden tegen.
Mede-wandelaars vonden het maar een oninteressant ding, maar ik fotografeerde het meteen met de gedachte het te mailen aan
Of het nu een echt trafo-huisje is, weet ik niet. Wel waar het staat, namelijk op de Heemraadssingel, op de hoek van de Mathenesser-laan. Het valt me op dat in Rotterdam die huisjes vaak beschilderd zijn. Vraag me niet waarom. En Sjoerd, dit is er dus ook een voor jou. Morgen volgt er nog een, ook herrezen uit mijn archief 😉
