Trammuseum

Aanstaande zaterdag is er weer een open dag in het Trammuseum van de Stichting RoMeO inRottrerdam. Het museum draait volledig op vrijwilligers en is niet elke dag geopend. Wie er een kijkje wil nemen, zou dat dus komende zaterdag kunnen doen. Wij brachten al eerder een bezoekje en dat is altijd leuk. Zoveel oude trams en bussen staan er en ze zijn bijna allemaal ook van binnen te bezichtigen.

Ook staat er een van de eerste metrostellen. Keurig opgeknapt en in oude luister hersteld. Nou ja, wat schrijf ik, oude luister. Als je zo’n wagon van binnen bekijkt, dan blijkt dat de reis vroeger stukken simpeler was. Nauwelijks luxe, harde stoelen en banken. En nog maar weinig technische snufjes.

Vroeger ging ik met de tram naar de middelbare school. En toen ik dan laatst in zo’n oude tram stapte, wist ik het meteen weer. De banken, met handgrepen aan het gangpad, de mechanische bel en het bordje “de aandacht van het personeel niet afleiden”.

De bus was ook soberder dan nu. Al zag ik wel dat de vloer toen gewoon egaal was en dat ik nu opstapje op- en af moet in de bus. Het slingeren is nog steeds hetzelfde vrees ik 😉

Even uitpuffen…

Vlak bij de markt en de bibliotheek in de stad staat een enorme lange bank. Gewoon voor iedereen te gebruiken en dat doen heel veel mensen dan ook. Om even lekker bij te praten, om even uit te rusten, een tukkie te doen, om een patatje te eten of de nieuwste aankopen te bekijken.

Zelf zitten wij er ook wel eens op. Dan kijken we naar alle mensen die voorbij gaan. Lang, dun, dik, gehaast of met een bedachtzaam loopje, met of zonder boodschappen, met de benenwagen of op de fiets. Je ziet van alles voorbij gaan. En als het dan zo’n heerlijke, beetje zomerse dag is, niet te warm, niet te koud, klein beetje wind maar niet te veel, dan is die bank al snel vol. En dan kan ik het niet nalaten om een foto te maken.
Lekker Rotterdams plaatje, niet dan….?

Warm….

Nou ja…, had ik het helemaal nog niet over de warmte gehad. Want warm was het, de afgelopen dagen. Het kwik in onze kamer steeg naar 31,5 graden, een absoluut record. Wat deden wij? Nou, niet zo veel. Zitten, langzaam aan naar de keuken, koel water tappen en dan weer zitten. Lezen, computerspelletje spelen, lui zijn. Te warm om iets te doen. Zelfs koken vond ik een opgave, dus aten we vooral salades met veel groente. En ik haakte af voor de wandeling, zoals bijna iedereen van de wandelgroep.

Bron: Google foto’s

Maar eigenlijk vond ik al die heisa over de temperatuur een beetje overtrokken. We hebben natuurlijk ook genoeg tijd en te weinig zorgen om ons hier mee bezig te houden. Want toen de temperatuur het nu verbroken record haalde (23 augustus 1944) was er wel wat anders om je druk over te maken. Er was geen ijs te koop, geen stroom dus ook geen airco, weinig voedsel en slechts op bonnen te verkrijgen. En dan zijn er ook geen berichten over ouderen die met hun voeten in een koel waterbadje zitten en aan ijsjes likken. Geen foto’s van drukke zwembaden of strandmeertjes. Geen leuke plaatjes van frisse jonge meiden in een kekke bikini.

Wel was er een wrede bezetter in ons land, die weinig plezier toeliet. Die doodvonnissen liet uitvoeren, de bevolking onder de knoet hield. En dan wordt je interesse in de temperatuur danig bekoeld. Zelfs zonder airco. Want een vluchtige zoektocht in de kranten bij Delpher leverde op 24 augustus 1944 geen enkel bericht over het warme weer op. Dat is dus andere koek 😉

Boek

Eline stamt uit een gegoed Leids gezin en is getrouwd met Wieger, een archeoloog. Ze is niet religieus, wel ongedurig en heeft behoefte aan vrijheid. Als haar man naar een klein dorp in Drenthe gaat om er een veenlijk te onderzoeken, mist Eline hem enorm. Impulsief besluit ze naar hem toe te gaan en ze neemt haar kinderen mee.

Hoewel ze vriendelijk wordt ontvangen in het dorp, leidt haar aanwezigheid tot opschudding. Eline is niet gewend van haar hart een moordkuil te maken en haar vrije manier van doen en denken valt niet bij iedereen in goede aarde. Ze wordt dan ook min of meer terug gestuurd naar Leiden.

Nederland is in 1918 dan wel nog steeds neutraal in de grote oorlog, iedereen krijgt toch te maken met de nare gevolgen. Familieleden komen om, er is weinig meer te krijgen, het is armoe troef. Dan aan het eind van die oorlog staat een nieuwe en nog onbekende vijand op: de Spaanse griep maakt heel veel slachtoffers. Eline besluit terug te keren naar het Drentse dorp en helpt bij de verzorging van de grieppatiënten. Haar blik op de wereld wordt wijder en haar leven wordt langzaamaan anders.

Het boek is goed geschreven en die periode (1918 tot ca. 1922) interesseert me in hoge mate. Ik las het boek in één adem uit. Ik ga zeker nog meer boeken van deze schrijfster lezen.

Heel wat beleefd…

Vorige week werd in Gorinchem mevrouw Kuijntjes 114 jaar. Ze is daarmee de oudste inwoner van Nederland.

Ineens realiseerde ik dat die vrouw dus al 4 jaar was, toen mijn moeder geboren werd. Mijn moeder is echter al bijna 30 jaar dood.

Wat heeft die vrouw dan toch veel meegemaakt. Twee oorlogen, de grote beurskrach, de eerste radio, het eerste vliegtuig. Ze heeft de telefoon zien veranderen van een zeer exclusief apparaat naar een gebruiksvoorwerp dat zelfs kleuters moeiteloos weten te gebruiken. De typemachine is geëvolueerd naar een computer. En zelfs die is inmiddels al weer een beetje ouderwets. Want voor bijna alles kunnen we ook een smartphone gebruiken.

Was een reis naar een stad of dorp in Nederland al een hele onderneming, nu reist men van hot naar haar. We kijken niet meer op van een weekendje winkelen in New York, Dubai of Hongkong. Maar vroeger was de reis van Rotterdam naar Gouda toch een behoorlijke onderneming.

We realiseren het ons niet, maar in die 114 jaar is de wereld dus drastisch veranderd. En dan vraag ik me zo nu en dan hoe de wereld er over 40 jaar uit zal zien. Nou ja,. met een beetje geluk maak ik het nog mee 😉


Strandwandeling

Vorige week gingen de Ganzen van de Ganzenpas naar Hoek van Holland. Dat was al eerder gepland, maar toen strooide de regen roet in het eten.

Nu was het perfect strandwandelweer. Zo nu en dan een matig zonnetje, wat wind en een aangename temperatuur. Het zou een wandeling van slechts enkele kilometers worden, maar aan het eind hadden we toch aardig wat stappen gezet omdat er zo nu en dan wat afgeweken werd van de route. Maar wie maalt daarom als het gezellig is, er zo nu en dan wat te drinken en te eten is.

Het eerste deel liepen we over het strand en daar zag ik deze grote zakken staan. Daar is een flinke haard mee te vullen, al vermoed ik dat er zo nu en dan ook gewoon een leuk vreugdevuur mee gemaakt wordt.

In de duinen zagen we regelmatig grote stukken met deze planten staan. Een distelsoort, dat was wel duidelijk. Een kogeldistel wist één van de mede-wandelaars te melden. Ze had hem in de tuin gehad, omdat hun straat zo heet. Maar in Rotterdam mist die plant de zoute zeewind en had dus het loodje gelegd. Hier toonde ze zich gelukkig in volle glorie.

En dan weer met de bus terug naar Rotterdam. Konden we meteen een beetje uitrusten van de wandeling 😉 😉 😉

From Russia…

Over de hele wereld moeten mensen eten. Dus zul je over de hele wereld winkels vinden waar je eten kopen kunt. En omdat elke cultuur andere gewoontes heeft, zul je ook andere dingen in zulke winkels kunnen kopen.

In de moderne wereld kunnen we steeds meer “vreemde” spullen kopen, want mensen blijven zoeken naar juist datgene wat ze van thuis kennen. Dus in een stad als Rotterdam vind je winkels voor diverse nationaliteiten. Zelf ga ik regelmatig naar een Turkse supermarkt, want daar hebben ze verschillende soorten filodeeg, heerlijke feta en prachtige grote, zoete dadels en abrikozen. En voor een speciaal soort kaas ging ik weleens naar de Italiaanse super in de stad. Op de markt vind ik Portugese, Spaanse en Marokkaanse kramen met kruiden, gedroogde bonen en olijven.

Maar dit winkeltje kende ik nog niet. Blijkbaar is de Russische gemeenschap in de stad groot genoeg voor een eigen supermarktje. Binnenkort ga ik daar eens rondneuzen, want wie weet, wil Marlika na haar behandeling in Moskou alleen nog Russische dingen eten. En dat is dan helemaal geen probleem meer 😉

Toch niet gekker…?

Na het kunstgras is er nu ook, ja echt, een kunst-heg te koop. Altijd groen, altijd even hoog, netjes geknipt, verliest geen bladeren. Een uitkomst voor de luie tuinier. Kan ie toch in de schaduw liggen en hoeft ie zijn stoel niet meer uit te komen.

Ja makkelijk dat wel. Maar of we hier nou op zitten te wachten? Zo’n heg haalt het natuurlijk nooit bij het frisse groen van een levend exemplaar. Okay, hij wordt ook niet kaal. Maar het is toch een leven- en zielloos wangedrocht. Net als kunstgras of een tuin vol met alleen maar tegels.
En denk eens in wat een stof er in zal gaan zitten. Dat levert dan weer nieuwe problemen op, daar kun je op wachten. Of nee, dan zetten ze er natuurlijk een flinke spuit kostbaar drinkwater op.

En als ze hem zat zijn…? Dan mieteren ze hem in de kliko. Och och, wat een verarming voor de natuur.
Geef mij maar zo’n leuke groene groeiende heg. Liguster, haagbeuk, meidoorn of hulst, maakt me niet uit.
Als het maar leeft!