Tijdens de fototour in Delft kwamen we deze zaak tegen. Nou ja, er zijn erg veel horeca gelegenheden in Delft, dus dat is ook niet zo verwonderlijk. Maar toen ik de naam en de bijbehorende borden zag, ontspon in mijn hoofd meteen dit telefoon-gesprek 😉 😉 😉 :
Hallo? Waar ben je? Ik zit even bij Moeke… Bij Moeke?Ja! Waarom?Nou, Moeke heeft gin.Oh…? En Moeke brouwt haar eigen bier…. Ja,ja, en is dat dan wat? Ja zeker! IPA, Blond en ook nog Weizen. Trouwens, Moeke ruimt haar kelder op. Het duurt dus nog wel even voor ik weer thuis kom. Oh ja, zucht….. ik zie het wel…. !!!
De plaatjes spreken gewoon voor zichzelf, nietwaar?
Dat ik van fotograferen hou, is wel duidelijk. Bijna alle foto’s op dit blog zijn zelf gemaakt. Daarom meldde ik me op Facebook aan bij Fotomaatjes. Om me daarna te bedenken dat ik natuurlijk een vreemde eend in de bijt zou zijn met mijn kleine cameraatje. Maar ja, fotograferen is fotograferen. Of je het doet met een spiegelreflexcamera of met zo’n redelijk eenvoudig dingetje als mijn compact cameraatje, het gaat tenslotte om de plaatjes. Maar ik ken de beperkingen van mijn toestel natuurlijk al te goed. Maar zo’n handig klein en licht toestel geeft me vrijheid, terwijl zulke grote en zware -maar absoluut prachtige- camera’s mij te veel zouden belasten.
En het was reuze gezellig met nog zes andere dames, waarvan ik alleen mede-blogster Jeanne kende. Binnen no time zaten we aan de koffie en werd er gezellig gepraat.
Het weer was ons goed gezind, met zelfs een warm zonnetje zo nu en dan op onze rug. Snel door de stad wandelen was niet de bedoeling. Er werd natuurlijk bij alles wat fotogeniek is gestopt en uitgebreid gefotografeerd.
Hierbij wat foto’s die ik die dag maakte. Morgen komt er nog een ander verhaal, dat ik ter plekke bedacht en op de geheugenkaart vastlegde.
Wanneer we staan te wachten op een metro, schalt steevast de stem van de omroepster over het perron. “Wij maken u er op attent dat roken verboden is op alle perrons en stations van de metro“.
Wij roken al jaren niet meer, dus op ons is die boodschap niet van toepassing. Maar er zijn beslist hordes mensen die nog wél roken. En dat die dus geen sigaret mogen opsteken op een perron dat volkomen in de buitenlucht ligt, vind ik nog steeds vreemd. Binnen, ja dat is begrijpelijk. Niet alleen voor de luchtkwaliteit, ook in verband met brandveiligheid. Maar buiten? Ik vind het nog altijd erg betuttelend. En een inbreuk op iemands vrijheid. Want ook al is roken slecht, je hebt nog steeds een eigen keuze.
Veel mensen steken dus hun rokertje maar op even buiten het perron, met als neveneffect een enorme peukentroep.
Het restje boerenjongens en wat kruidnootjes brachten me op het idee voor het toetje van een etentje met vrienden. Ik noemde het Boeren appeltrifle.
Dit heb je voor 4 personen nodig: 40-50 kruidnootjes 4-6 eetlepels rozijnen (uit de boerenjongens) 4-6 eetlepels vocht van de boerenjongens 500 gram appelmoes, naar smaak gezoet 250 gram ricotta 1/8 liter slagroom Suiker of honing naar smaak Kaneel naar smaak
Neem 4 mooie (limonade)glazen en bedek de bodem met wat kruidnootjes. Lepel hier wat Boerenjongensnat over. Meng de appelmoes met de rozijnen, maar houd wat rozijnen over voor de garnering. Voeg kaneel naar smaak toe. Zet even apart. Klop in een kom de slagroom tot er pieken ontstaan, lepel er dan de ricotta door. Meng alles goed door elkaar en breng op smaak met honing of suiker. Lepel een laag ricotta/slagroom op de kruidnootjes. Leg langs de rand kruidnootjes er op en lepel er vervolgens wat appelmoes over. Nog een laag ricotta/slagroom er boven op en eindigen met een laag appelmoes. Garneer met de resterende rozijnen en zet alles een paar uur in de koelkast, zodat de smaken goed door kunnen trekken. Serveer met een lange lepel. EET SMAKELIJK !!
Wie dit toetje zonder alcohol wil maken, kan de avond tevoren blanke rozijnen weken in wat appelsap en dit gebruiken in plaats van boerenjongens.
In Groede namen we ook een kijkje. Een leuk dorpje met midden in het centrum een straatje waar je doorheen kunt lopen, maar ook waar je de huisjes kunt bezoeken. Vergeet niet eerst een kaartje te kopen bij de winkel.
De huisjes zijn teruggebracht in oude staat en herbergen onder andere een handwerkwinkeltje, een smederij, een bakkerij, kapperszaak, schildersbedrijfje en kruidenierswinkeltje. Nu was alles nog niet helemaal bezet, maar aan de hand van wat filmpjes werd toch iets over het verleden verteld. De oude ambachten zijn inmiddels historie. Wie weet nog hoe een smid werkte, welke schilder maakt nog zelf zijn verf of mengt de kleuren? Wat kon je vroeger kopen in zo’n kruidenierszaak of manufacturenwinkel?
Zelf heb ik nog herinneringen aan mijn opa en vader, die huisschilders waren. En ik keek dan ook met veel belangstelling naar de vele verschillende kwasten en ander gereedschap.
Na afloop kochten we in het kleine winkeltje nog wat stoofpeertjesjam. Maar ook voor andere streekproducten kun je hier terecht. Alles ambachtelijk gemaakt. Dat zal best lekker smaken.
Normaal snoep ik (niet meer) zoveel. Maar onderweg wil ik natuurlijk wel de lokale lekkernijen proeven.
En wat eet je in Zeeland? Natuurlijk een bolus. En een beetje zoeken op Google leidde ons naar de beste bolusbakker, die in Clinge zit. Omdat we toch van plan waren naar Hulst te gaan, waar Clinge dicht in de buurt ligt, besloten we het eten van een bolus uit te stellen tot de laatste dag.
Tegen één uur waren we bij de bakker, maar die was nog gesloten. En zoiets als een klein cafeetje bij de bakkerij zagen we ook niet. We reden even rond en konden na enen de bakkerij weer in. En kochten de twee laatste (!) bolussen. Helaas, geen koffie erbij dus. Maar ze smaakten wel heerlijk, al aten we ze dan op een parkeerterrein verderop in het dorp.
Misschien ga ik die bolussen nog wel eens zelf bakken. Met dit recept moet het lukken.
Aan de kust logeren en dan geen strandwandeling maken, dat kan natuurlijk niet. Dus trotseerden Leo en ik de hevige wind, maar genoten we van de zon. Want al had ik al vaker gehoord dat het “in Cadzand altijd mooi weer is”, zo’n opmerking nam ik m et een korreltje zout. Maar kijk: de zon scheen echt!
We parkeerden de auto op een nu nog vrijwel leeg parkeerterrein en liepen de dijk bij Nieuwvliet op. Het licht was prachtig en de wind maakte mooie patroontjes in het zand. En de frisse zeelucht maakte ons helemaal helder en fris.
Onze capuchons op en dicht geknoopt, das om en met de jas toe geritst kon ons niet veel gebeuren. 😉 Tenslotte zijn we niet van suiker.
We kozen voor de wind in de rug, want zand in ons gezicht, nee liever niet. Maar even lekker uitwaaien ja, dat wel!
Sluis ligt in het uiterste zuidwest puntje van Nederland en je hoeft dan ook niet ver te rijden om in België te komen. Het was koud en dus kropen we na een wandeling in Sluis gauw de auto in om wat verder te kijken. Leo had gelezen dat Lissewege een leuk dorpje is. Het is nog allemaal authentiek en de huisjes zijn hel wit geschilderd. In het dorp staat een grote kerk, met mooie ramen en een prachtig gerestaureerd orgel.
De klok van de toren heeft een nieuwe wijzerplaat, maar de oude plaat wegdoen was niet aan de orde. Die staat nog in de kerk naast het orgel.
De omgeving van Lissewege heeft helaas niet de authentieke sfeer behouden. Grote viaducten doorsnijden het landschap en een constante stroom van goederenverkeer dendert er overheen. Ja ja, de nieuwe tijd…. net wat u zegt…!