Ontsmetten

Afgelopen vrijdag had ik in de Appie door de Margriet gebladerd. Nog nog even gegrinnikt om Sanne, die door haar zus gebeld wordt. En schrikt wat zuslief allemaal doet in deze C-tijd en Sanne zelf achterwege laat.

‘sMiddags moest ik in het ziekenhuis een bloeddrukkastje ophalen en 24 uur bij me dragen. Dat en de warmte maakte dat ik gisteren bloggen maar even oversloeg.

Natuurlijk moest ik in het ziekenhuis mijn handen ontsmetten. Oké, dat begrijp ik wel.

Maar wat was ik verbaasd, toen ik na 24 uur dat kastje afkoppelde en ontdekte dat juist dàt niet echt schoon was. Daar waar de verbindingsslang vastzit, was nog nooit een doekje langs gegaan. Bah, het zat vol met stof en haartjes. En dat terwijl iedereen zoiets 24 uur bij zich moet dragen, op zijn blote lijf en ook nog eens mee moet nemen in bed. Ieeuw, vies dus!

Dat maakt dan ook dat ik al die schoonmaakregels een beetje sceptisch bezie.Want het ene ontsmetten en het andere vies laten, helpt natuurlijk niet echt.

Atoombom

Bron: Google foto’s

Vandaag, 6 augustus, is het exact 75 jaar geleden dat de eerste atoombom viel op Hiroshima. Veel was er niet meer over van die grote stad. Alleen dit gebouw stond nog overeind.

Hiroshima, 2009 (eigen foto)

In 2009 maakte ik er deze foto. Nu is het een monument, een aanklacht tegen de wreedheden van de oorlog. Natuurlijk gingen wij ook naar het atoombom-museum. De overblijfselen, gesmolten flessen, verwrongen stalen voorwerpen, alles netjes uitgestald, leken ontdaan van hun dramatisch verhaal. Zij waren verworden tot objecten zonder ziel. Het was verschrikkelijk, maar de verschrikkingen waren niet in woorden uit te drukken.

Wij keken er naar, net als de vele Japanse schoolkinderen. Op mij liet het een diepe indruk achter. De kinderen giechelden, plaagden elkaar. Ach ja, net als kinderen over de hele wereld doen.

Hiroshima is tegenwoordig weer een bruisende stad. Wie er rondloopt, kan zich nauwelijks voorstellen hoe erg het verwoest was. Men winkelt, loopt, lacht. Ogenschijnlijk niemand kijkt terug in de geschiedenis.

Pluizig bolletje

Wanneer deze distelsoort begint te groeien is het eerst een stevige rozet van stekelige bladeren, waaruit een ook al stekelige steel komt met een soort van mini-artisjok.

Niet veel later zie je overal de paarse bloemen in het veld staan. En nu laat de plant een heel andere kant van zichzelf zien. Want in plaats van stekels toont ze nu dikke pluizige en zachte bolletjes. Eén zuchtje wind en de zaadjes waaien over het land uit.

Er zijn veel distelsoorten met evenzovele namen. Deze wordt, geloof ik, “kale jonker” genoemd. Nou, kaal is ie nu toch niet 🙂

Boek

De meeste boeken van Marja Visser die ik gelezen heb, vind ik mooi. Ik hou van historische verhalen en bij het zien van deze titel wilde ik het meteen graag lezen.

Maar nadat ik de laatste bladzijde had omgeslagen, kwam ik tot de conclusie dat dit boek toch niet geheel aan mijn verwachtingen voldeed.

Het is het verhaal van Johanna van Coesvelt, een jonge vrouw, die van huis weggaat om dienstbode te worden bij een kasteelheer. De kasteelheer is aardig, maar zijn zoon niet. Hij maakt Johanna het leven soms knap zuur.

Na de dood van de kasteelheer vertrekt Johanna met een kunstschilder naar Middelburg. Zij verzorgt zijn huishouden, heeft wel gevoelens voor de schilder, maar wil niet met hem trouwen.

Dan vindt de schilder een andere liefde en verlaat Johanna zijn huis om huishoudster te worden in een groot en voornaam huis in Den Haag. Nu zouden we haar een soort van “manager” noemen, want zo’n voornaam huishouden heeft een stoet aan personeel en er is veel te organiseren.

Wanneer mevrouw op sterven ligt, belooft Johanna voor haar man te zorgen. En om praatjes te voorkomen, trouwt de heer des huizes haar.

Ik had gedacht dat juist die laatste periode veel aandacht zou krijgen, maar weinig pagina’s worden aan deze tijd besteed. En dan nog zeer oppervlakkig.

Al met al wel een lezenswaardig boek, maar de titel dekt naar mijn mening niet de inhoud.

Geduldwerk

In de buurt wordt momenteel nogal druk geklust. Dus horen we regelmatig het geluid van schuur- en boormachines. Ook klinkt soms het geluid van zo’n enorme nietpistool. Westerse mensen schijnen niet zonder grote elektrische apparaten te kunnen.

Maar kijk eens naar dit filmpje. Een man zit op de grond en zaagt dunne latjes uit verschillende soorten hout, schaaft ze en maakt ze glad. Dan plakt hij de latjes in staven, die dan weer gevormd worden tot blokken met een mooi en veelkleurig patroon.

Hij is nog steeds niet klaar, want van de blokken schaaft hij dunne vellen, die als versiering op andere voorwerpen -zoals dozen- geplakt worden. Alles met de hand in een heel rustig tempo. In tegenstelling tot het kluslawaai vind ik dit heel rustgevend. Het maakt me zen.

Bron: TEWAZA

Van vrijwel al het Japanse handwerk zijn filmpjes gemaakt. Ze duren meestal maar een paar minuten, maar zijn het bekijken meer dan waard.

Inspiratie

Inspiratie…. of juist het gebrek er aan. Te warm, te moe, te weinig zin… Nou ja, wat voor smoes dan ook, geen idee waar ik het vandaag over zal hebben.

Maar dan zijn er altijd nog de plaatjes. Want in de loop van de jaren heb ik er heel wat verzameld en op Pinterest gezet. Dus daarom vandaag een serie van mijn bord “Posters en Labels” met een selectie van tekeningen van de Franse tekenaar René Gruau. Zijn naam mag je misschien niet bekend voorkomen, maar we kennen allemaal nog wel de prachtige reclames van Dior.

Maar hij tekende en illustreerde ook voor anderen en niet alleen vrouwen. Hij heeft een onmiskenbaar eigen stijl, waardoor mannen en vrouwen er altijd op hun voordeligst op komen te staan 😉 En hier dan een kleine selectie van één van mijn Pinterest-borden.

Pareltje

Deze week zingt Jenny Arean “Ik ben de kleine zigeunerprinses”. Dit liedje staat op de CD “Denkend aan de Dapperstraat” en verscheen in 1994 ter gelegenheid van de boekenweek. De tekst van het gedicht is van Hendrik de Vries en de muziek is, ja natuurlijk, van Harry Bannink.

Natuur in de stad

Vandaag een klein plantje, dat ik ontdekte bij het oversteken. In een nauw spleetje tussen stoeprand en tegels stond het.

Felgele bloemetjes, frisse blaadjes. Hoe het heet? Ik heb geen idee. Op mijn telefoon staat weliswaar zo’n app om planten te kunnen herkennen, maar daar had ik niet aan gedacht toen ik de foto maakte.

Ik was meer verbaasd om zoveel kracht in zo’n klein plantje. Want ondanks de rare plaats langs de weg, deed het erg zijn best om op te vallen.

Maar misschien wordt het nu wel door iemand herkend. Ik wacht dus maar even af…