De Daniël den Hoed-kliniek, een begrip in Rotterdam en omstreken. Als je daar heen ging, dan wist je het wel. Je kon rekenen op meelijwekkende blikken, wat benepen geknik. Er liggen voor heel veel mensen hele nare en wrange herinneringen. Ook voor mij. Ik ging er met mijn moeder heen, kwam er toen ook mijn schoonvader tegen. Zelf bracht ik er meer dan dertig keer een bezoek voor bestraling. En toch… na al die jaren zijn het geen spookbeelden die opdoemen als ik er aan denk. Wel herinner ik me de vriendelijkheid, de hulp en begrip van doktoren en verpleegkundigen. De ruimte die je kreeg om je angsten en problemen te bepraten.
Nu gaat de kliniek op 18 mei 2018 definitief dicht. Nog deze week was ik er, waarschijnlijk voor het laatst. Want de behandeling die ik nu weer ga krijgen zal waarschijnlijk later en dus ergens anders gebeuren.
Ook de naam “Daniël den Hoed-kliniek” gaat verdwijnen, want is die inmiddels opgegaan in het Erasmus MC. Dat is bekender in Nederland en het buitenland en genereert dus meer geld. Toch vind ik dat jammer. Want Daniel den Hoed, de pionier in de radiotherapie en Rotterdammer van de eeuw, mag niet vergeten worden. We zijn hem veel dank verschuldigd. Er mag dus wel een plek komen waar hem eer wordt betuigd.
Category Archives: Zoeken en vinden op internet
Feest
Wat was het een feest, die 5e mei 1945 in Rotterdam. Zelf geboren ná de oorlog ken ik alleen de verhalen van mijn ouders en mijn zus. Ze was toen een tiener en hunkerde naar wat vrolijkheid na alle sombere jaren van de oorlog. Ze danste op straat, met haar schoolvriendinnen. Kreeg chocola en sigaretten, superdeluxe! Misschien bracht ze het hoofd van een Canadees wel op hol, met haar blonde haren. Maar kreeg later toch verkering met een degelijke Hollandse jongen.
Foto’s uit die tijd heb ik helaas niet, dus moeten we het hier doen met een van internet geplukt plaatje, genomen op de Coolsingel, valk voor het stadhuis.

Bron: http://www.brandgrens.nl/bevrijding
Pantoffelheld
Soms geeft een boek stof tot nadenken. Zo las ik Isabel van Johanne A. van Archem en werd me duidelijk dat vrouwen in vroeger tijd heel wat minder in de melk te brokkelen hebben dan wij nu. Want in de dertiger jaren verloor een vrouw met haar huwelijk alle rechten. Haar man werd de baas over haar geld. Niets kon of mocht ze zelf beslissen, in alles had haar echtgenoot een doorslaggevende stem. Het enige recht van de vrouw was…. inderdaad: het aanrecht.
Maar door de invloed van de vrouwen-emancipatie en de oorlog, keerde het tij. Nou ja, niet meteen, want pas in 1957 werd het “pantoffelheld-artikel” van kracht. Bij belangrijke zaken moest de vrouw ook een handtekening plaatsen onder een contract.
Ja, dat herinner ik me zelfs. Mijn moeder wilde graag een geiser in de keuken. Papa besliste dat we er dan een op huurkoop zouden nemen. En het contract daarvoor moest ook door mijn moeder worden getekend. In die gesprekken viel de term “pantoffelheld artikel” en dat maakte beslist indruk op mij.
Snuffelend op internet vond ik een leuk artikel hierover in het Historisch Nieuwsblad.
Zo onderworpen zijn we gelukkig niet meer.
Recept
Vorige week kwamen zoon en schoondochter eten. Kwam dat even goed uit, want ik had een heerlijk recept van Karin Luiten voor een Marokkaanse dorade-schotel.
Ik ben altijd een beetje eigenwijze kok. Voeg iets toe, laat iets weg, kort gezegd: ik geef mijn eigen draai aan een recept. Maar in dit geval leek me dat niet nodig. En daar had ik ook helemaal gelijk in. Het was een heerlijk gerecht, waarbij ik een gezellige couscous-salade maakte.
De vis wordt gemarineerd en gaat daarna met folie afgedekt minstens twee uur in de koelkast. Dan 30 minuten in de voorverwarmde oven (180 graden) en nog eventjes vijf minuten zonder folie nagaren. Ook de smaken van de salade moeten even intrekken, dus alles kan van te voren klaargemaakt worden. Konden wij lekker in de tuin genieten van een lekker glaasje… 😉

Normaal neem ik zo’n recept hier over, inclusief mijn eigen inbreng. In dit geval heb ik werkelijk niks veranderd en leek het me aardiger de links naar de recepten te geven.
Muzikaal begin van de week
Net als vorig jaar begin ik elke week weer met muziek. Het kan van alles wat zijn, in elke taal, soms ontroerend, soms carnavalesk. Maar het brengt in ieder geval mij altijd in een goed humeur.
Deze week start ik, wat ongewoon, met een klassiek muziekstuk van Bach: Violin Sonata fugue BWV 1001, op gitaar gespeeld door Julien Bream. Beslist de moeite waard om even te luisteren.
Rugzak
Vorige week kwam mijn nieuwe rugzak binnen. Gemaakt in China, voor een Japans merk, besteld bij een Amerikaans bedrijf en verstuurd van uit Duitsland. Nou, dat is nog eens reis, nietwaar?
Had ik nog geen rugzak? Ja, natuurlijk, al meer dan twintig jaar ga ik op reis met een rugzak. Want dat draagt toch het lekkerst. Maar de meeste rugzakken hebben een of meer nadelen. Allereerst zijn ze of te klein of te groot, of gaan ze niet gemakkelijk open. In grote rugzakken zakt alles naar beneden en dat draagt dan weer ongemakkelijk. De banden zakken van mijn schouders af en irriteren. Je ziet, ik ben niet lastig! Een beetje veeleisend misschien…. 😉
Maar toen zag ik op internet deze rugzak. Ook groot, maar een heel ander model. Het lijkt nog het meest op een flink formaat zak, met een grote opening aan de bovenkant. En die blijft ook stevig open staan, wanneer je wat wilt zoeken. Er zitten flinke handvatten aan, zodat ie gemakkelijk op te tillen is en mee te dragen.
Dit is vrijwel het kleinste model. Een zeer schappelijke prijs, want stel je voor dat je er een kapitaal voor betaalt en dat die dan toch niet lekker draagt.
Maar hij is me comfortabel! Blijft prima zitten, geen afzakkende banden. Er kan heel veel in en dan draagt ie toch opvallend licht. Ik ben er dus heel blij mee.
Klein opvallend detail: het model heet Himawari en dat is japans voor “zonnebloem”. En laat dat nou één van mijn lievelingsbloemen zijn!
Muzikaal begin van de week
Net als vorig jaar begin ik elke week weer met muziek. Het kan van alles wat zijn, in elke taal, soms ontroerend, soms carnavalesk. Maar het brengt in ieder geval mij altijd in een goed humeur.
Deze week start ik met Orange Blossom Special, een zinderend stuk muziek gespeeld door het orkest van James Last:
Mooi alternatief
Veel vrouwen hebben na de diagnose borstkanker hun borst (moeten) laten verwijderen. Je kunt begrijpen dat zoiets een enorme impact heeft. De verwerking van zo’n operatie en de zichtbare gevolgen daarvan zijn niet mis. Het helpt als er een goede prothese voorhanden is. Van een mede-patiënte hoorde ik dat de verzekering een prothese vergoedt (dat is natuurlijk ook logisch). Maar dat blijkt een zware en onaangename prothese te zijn, die ook nog eens duur is. Soms krijgen patiënten van uit het ziekenhuis een alternatief, zachter, prettiger en minder zwaar. Maar die zou dan weer niet door de verzekering vergoed worden, zodat je zelf voor de kosten opdraait.
Er is echter een heel prettig, goedkoop en vriendelijk alternatief: Knitted Knockers.
De gebreide nep-borsten zijn zacht, huidvriendelijk, licht van gewicht en kunnen gewassen worden. Ze worden op maat gebreid of gehaakt, met of zonder tepel. En wat kosten die dan….? Niks, helemaal niks. Ze zijn gratis! Vrijwilligers breien en haken de knitted knockers en rekenen hier niets voor. Alleen de kosten voor het versturen worden doorberekend.
Niet alleen worden nep-borsten gebreid, ook maken de vrijwilligers hart-kussens die de pijn direct na een operatie wat verlichten en maken ze drainzakjes, zodat je niet met zo’n akelig uitziende drain hoeft te sjouwen. En ook worden inmiddels, na suggesties van patiënten, kleine hartkussentjes gemaakt, die om de autogordel kunnen. Want zo’n autogordel kan heel hinderlijk zitten als je net geopereerd bent. En al deze zaken kun je gratis en voor niks krijgen.
Alles begon in Amerika, kijk maar op deze website. Inmiddels zijn er over de hele wereld soortgelijke brei- en haakgroepen. Ik vind het een heel bijzonder initiatief, dat ik dan ook van harte aanbeveel.
Openbaar vervoer
Op 9 februari 1968 reed de eerste Metro in Rotterdam én in Nederland. Wat een gebeurtenis! Daar hadden de Rotterdammers eens effe hun mouwen voor opgestroopt. De rit was niet al te lang, maar 5,9 kilometer lang. Geen vergelijk met Londen of Paris, maar wel uniek in Nederland.
Het eerste Metrostel staat tegenwoordig tentoongesteld in het Trammuseum in Rotterdam. Het is helemaal gerestaureerd. Een flinke klus, want Rotterdammers mogen dan trots zijn op hun Metro, erg zuinig springen ze er niet mee om. Na verloop van tijd is dat duidelijk te zien aan bekraste ramen, kapotte stoelen en vieze vloeren en wanden. Tja……, wat zou je daar nou nog over kunnen zeggen?
Inmiddels is het Metronet behoorlijk uitgebreid en maken dagelijks vele tienduizenden er gebruik van.
Sommige lijnen gebruiken we zeker wekelijks, op andere lijnen zie je ons zelden of nooit.
Maar die Metro, die zouden we echt niet meer willen missen.
Boek
Met heel veel plezier luister ik naar de Grote Harry Bannink-podcast. Ik ben dol op de liedjes van Harry Bannink en toen ik ergens las dat dit boek uit was, reserveerde ik het meteen in de bieb. Zo leuk om te lezen over een bescheiden, sympathieke en gewoon gebleven man. Die geen showbizz kuren had, maar rustig zijn zelf meegebrachte boterhammetjes at. Die geen sterren op hun nummer zette, maar wel voor hen nummers schreef die behoren tot ons cultureel erfgoed.
Veel anekdotes kende ik al van de podcast, maar toch heb ik ze weer met evenveel plezier gelezen. Met zijn muziek op de achtergrond natuurlijk 😉
