Boek

Ongehuwd zijn in het Engeland van 1914 is geen sinecure. Cate moet haar kind alleen opvoeden,  geld verdienen en dan ook nog opboksen tegen de argwaan die de maatschappij heeft bij een vrouwelijke arts.

Vrouwen mogen dan wel medicijnen studeren, zich ontplooien als zelfstandig arts is iets geheel anders. Dan blijven de benoemingen zeer schaars.

Het begin van de 1e wereldoorlog brengt echter een ommekeer.  Cate wordt gevraagd om, samen met anderen, in Frankrijk een hospitaal op te zetten, waarvan de staf uitsluitend uit vrouwen bestaat. Het lijkt een utopie en ze moet er haar dochtertje tijdelijk voor achterlaten onder de hoede van goede vrienden.

Na maanden kan ze weer terug naar Londen, waar nu wel ruimte wordt gemaakt voor een militair hospitaal. Ook daar weer bestaat de hele bezetting uit vrouwen.

Toch is er tegenstand, want nog steeds is men niet gewend aan vrouwelijke artsen. Maar het is juist die vrouwelijke touch en de empathie die de gewonden weer terug in het leven plaatsen. Velen verloren ledematen, werden levenslang invalide. Daarnaast leden ze onder de psychische gevolgen van de moderne oorlogvoering.

Feiten en fictie, ze lopen in dit boek door elkaar. Dat is echter geen bezwaar, want het een mooi geschreven roman. Maar juist door de historische feiten gaat het verhaal leven. Het zou zo maar mogelijk zijn geweest.

Ilaria Tutti: Waar de wind de aarde raakt.

Door de duinen

Nadat we donderdag een stuk over het strand gelopen waren, besloten we om door de duinen terug te gaan. We hadden dat al eens eerder gedaan, maar dat was al weer lang geleden.

We liepen het pad op en al gauw ontdekten we dat we niet alleen wandelden, maar dat er ook diverse (nogal haastige) wielrenners van de weg gebruik maakten.

Maar gelukkig vonden we een echte wandelaarspad en kon de man van het Zuid Hollands Landschap ons bevestigen dat we echt niet zouden verdwalen, want dat het pad evenwijdig aan de wielerkoers lag. Het eindpunt zou dus bij het strand en de metrohalte zijn.

En wat was het mooi. We zagen onderweg allerlei bloemen, zelfs orchideeën, al kreeg ik die niet goed op de foto. Ongetwijfeld is na te zoeken hoe alle bloemetjes en planten heten, maar daar is het me niet om te doen.

Maar niet alleen de bomen, struiken en planten verrasten ons. Ook kregen we een fluitconcert te horen. Gelukkig had één van de Ganzen een vogelherken-app op haar telefoon. En laat het nou een nachtegaal wezen, die ons toezong. Die had ik echt nog nooit zomaar in het wild gehoord. En ja, dan wil je natuurlijk wel even laten horen hoe dat klinkt.

Kleurexplosie

Lekker weer, alles aan kant en verder geen afspraken na te komen. Mooie gelegenheid om weer een keer naar Trompenburg te gaan. Je kunt er in met een Museumjaarkaart of Rotterdampas. Maar een kaartje kopen kan natuurlijk ook.

In deze tijd van het jaar valt er zo veel te zien. Zoveel planten en struiken die nu bloeien, het was een ware kleur explosie. En dat laat ik het beste zien met een diavoorstelling.

Stil en verlaten

Nou nee, stil en verlaten was het strand niet toen de Ganzenpas dames er waren. Want met die nieuwe metro-verbinding naar het strand namen velen met ons de metro naar Hoek van Holland.

Wel beloofden een grijze lucht en veel wolken geen zonnebad mogelijkheden. Dus bleef het strand over de volle breedte maagdelijk leeg en schoon. Maar wandelen was prima te doen.

Met een windje tegen liepen we over de betonnen platen richting ‘s-Gravenzande.

De rijen strandhuisjes bekeken we zowel vanaf het wandelpad als van dichtbij. Er stonden diverse leeg, dus konden we het toch niet laten even binnen te kijken.

Terug liepen we via de duinen, waar de wind ons wat minder in de rug duwde en het op sommige plekken zelfs zwoel aanvoelde. Maar daar vertel ik later nog wat over.

En na al het wandelen lokten de strandtenten met een lekkere lunch. En dan moeten we weer gehoor geven aan de afspraken, dus stapten we weer op de metro.

Het was een heerlijke dag. Zo’n uitstapje doet een mens goed!

Boek

Stephanie Schuster: Wondervrouwen (deel 1) / Alles wat je hart begeert

Weer een boek over gewone vrouwen, in het Duitsland van net na de 2e wereldoorlog.

In 1953 woont Luise met haar man in Sternberg in Beieren. Ze droomt van een eigen winkel. Maar hoe moet ze dat voor elkaar krijgen?

Helga woont nog bij haar ouders en zit in de eindexamenklas. Ze wil arts worden, maar wordt onder druk gezet om toch maar snel met een nette jonge zakenman te trouwen, zodat die de opvolger van haar vader kan worden.

Marie heeft betere tijden gekend en werd van huis en haard in Silezië verdreven. Nu zoekt ze werk in dit Beierse dorp. Ze

En dan is er nog de doktersvrouw Annabel, die alles doet om het haar man naar de zin te maken. Maar of hij die pogingen allemaal wel opmerkt, blijft ongewis.

En dan zijn er natuurlijk nog de oude vriendinnen van Luises schoonmoeder, de roddelgemeenschap die zo’n dorp natuurlijk ook heeft.

Het zijn de elementen in dit boek, dat allerlei verwikkelingen beschrijft, waardoor de vier vrouwen tot elkaar komen.

Ik hou van dit soort boeken. Ze geven een indruk van hoe de mensen in die tijd leefden, hun dromen, hun geluk en hun mislukkingen. Ik kan niet wachten tot ik het volgend deel uit de bieb kan halen.

Strand

Sinds kort wonen we tussen twee stranden. En toch zijn we niet verhuisd… Ra ra, hoe zit dat?

Aan de ene kant, bij het beginpunt van de Metro in Nesselanden, ligt het strand van de Zevenhuizerplas. Aan de andere kant ligt Hoek van Holland en is het eindpunt van diezelfde metrolijn, vrijwel op het strand.

Dus kunnen wij zowat van huis uit in één ruk van strand naar strand. Zeg maar, badpak en slippers aan, tas met broodjes en limonade mee en gaan…!!!

Nou ja, wij stappen op de metro in Ommoord en dan is het altijd nog bijna een uur rijden. Dus helemaal klopt het niet. Maar het is heerlijk. En dat vonden wij niet alleen, maar afgelopen zondag trokken duizenden mensen naar de Hoek. We hadden er tenslotte ook lang op moeten wachten.

Hoe het was? Nou, gewoon heerlijk. De zon scheen, het strand was goudgeel, de golven rolden rustig en de wind was zeer bescheiden. De ouderwetse houten plankieren waren verwisseld voor stevige betonnen platen, die over kilometers langs het strand lagen. En dus konden deze Rotterdamse 60-plussers genieten van een lekkere strandwandeling.

En voordat we weer de metro in gingen, even uitblazen op een terrasje met een hapje en drankje.
Zeker voor herhaling vatbaar!

Campingplaats

Ik heb totaal geen ervaringen met kamperen. Slechts één keer sliep ik in een tentje en alles wat ik er nog over weet te herinneren is dat ik het ongelofelijk koud heb gehad. Niks leuk, niks gezellig, alleen die kou is in mijn gedachten gebleven.

Leo heeft iets meer ervaring. Hij bracht diverse vakanties door met een vriend in een sheltertje. Hij weet er sappig over te vertellen. Hoe ze geen plek konden vinden en later toch wel. Want toen mochten ze op het gazon in een Engelse tuin hun sheltertje opzetten. ’s Avonds nodigde de bewoners hen uit voor een glas whisky en een jointje roken. Ja, dan voel je natuurlijk ook geen kou 😉 !

Maar al hou ik danniet van kamperen, ik kijk wel met plezier naar “We zijn er bijna”. En daar moest ik onmiddellijk aan denken toen ik dit op een vintagebeurs zag.

Ik neem aan dat met dit bordje de plek waar je mag staan wordt gemarkeerd. Zo te zien al heel wat jaartjes geleden in gebruik geweest. Er is toch (bijna) niemand meer die met zo’n klein eitje op vakantie gaat? Wat ik zo nu en dan aan caravans voorbij zie komen is groot, luxe en van alle gemakken voorzien.

Maar voor mij hoeft het niet. Ik ga wel in een hotel.

Jurk

In 2010 werd voor de kust van Texel door hobby duikers een 17e eeuws vrachtschip ontdekt. Toen in 2014 de duikers ontdekten dat het schip gedeeltelijk vrij was gespoeld, hebben ze het onderzocht en dingen naar boven weten te halen. Ze vonden onder andere palmhout en noemden het schip derhalve “Het palmhoutwrak”

Bron: Google fotos / Museum Kaap Skill, Texel

Het bleek een schatkamer te zijn. Er werden een heleboel prachtige voorwerpen opgehaald, maar het mooist was een jurk. Een (bijna) complete jurk van gouden zijde. Van wie was die jurk, hoe kwam zo’n fraaie en dure japon aan boord van dat schip? Wie waren er allemaal aan boord en waarom vervoerde het schip ook zo veel boeken?

De duikers weten niet goed wat met de jurk aan te vangen. Ze spoelen hem schoon en hangen hem op. Maar als de directrice van het Texelse museum Kaap Skill op bezoek komt, realiseert ze zich dat er nu wel een groot probleem is. Want je mag niet zomaar iets uit zee opvissen. Dat moet gemeld, anders valt het onder diefstal.

En hoe moet je verder met zo’n jurk. Nat kan het niet blijven, maar drogen brengt risico’s met zich mee. En omdat het zo’n kostbare en bijzondere jurk is, beginnen allerlei instanties, waaronder musea, zich te roeren. Die willen zo’n object wel onderzoeken, conserveren en dan in hun eigen collectie hebben.

Twee jaar lang werd er gesteggeld, overlegd en onderzocht. De duikers beseffen wel dat alles wat ze in dit wrak gevonden hebben, nu aan de staat en het publiek bezit behoort. Het valt hen zwaar om er afstand van te doen. Zoiets bijzonders vinden gebeurt maar één keer in je leven. En ze hebben toch geen misdaad begaan, handelden uit goede wil.

Moeten ze dat nu allemaal uit handen geven? Ja, daar zit niks anders op. Maar er wordt beloofd dat alles weer terug zal komen naar Texel en tentoongesteld zal worden in Museum Kaap Skill. Uiteindelijk worden alle voorwerpen nauwkeurig onderzocht, er wordt gezorgd voor de juiste vitrines en een (semi) permanente tentoonstelling wordt opgesteld.

Dat alles was te zien in de 3-delige TV-serie “De jurk en het scheepswrak” die ik met heel veel belangstelling volgde. En natuurlijk ook luisterde naar de 5-delige podcast, waarin gezocht wordt naar verhalen die kunnen leiden naar de oorsprong van de jurk.

En nou wil ik vanzelfsprekend ook weer een keer naar Texel. Zelf zien hoe die jurk er uit ziet en wat er nog meer uit dat palmhoutwrak is opgedoken.

Hekjes

Dit jaar staat er een trip naar Londen gepland op onze agenda. Dus struinen we zo nu en dan het internet af op zoek naar “leuke dingen”. Binnen no time krijg je dan ook allerlei zaken, waarvan BigBrother meent dat het je ook wel zal interesseren. Meestal natuurlijk zijn dat advertenties van niet te missen evenementen en tripjes. Maar soms stuit je op iets wat toch wel de moeite waard is.

Zo postte Alice Loxton (@History_alice) op Instagram een bericht over de hekjes die overal in Londense wijken langs de tuinen staan. Die zijn niet gewoon rechttoe/rechtaan, maar hebben een opmerkelijke vorm.

Want al zijn het nu hekjes, vroeger waren het … draagbaren. Door hun vorm waren ze gemakkelijk te stapelen, snel te pakken en stevig en geschikt dus voor het vervoer van doden en gewonden. Ze konden goed gereinigd worden, wat weer belangrijk zou zijn bij een gasaanval.

Het is een prachtig voorbeeld van hergebruik, want voordat ze draagbaren werden, waren het … hekjes. De Londenaren werden in de oorlog gevraagd (of gesommeerd) hun hekjes af te staan voor het produceren van draagbaren. En na de oorlog werden die dus weer gebruikt als hekjes.

Tja, wie let daar nou op als je al wandelend langs al die hekjes komt? Maar wij zullen er nu niet zo maar aan voorbij lopen.

Verandering

Na de middelbare school ging onze jongste studeren in Utrecht. Hij kreeg een kamer op de zolder in een huis op de Van Sijpesteijnkade.

Uiteraard zijn wij daar vaak geweest. Het was een echt studentenhuis, met rommelige trappen, wasgoed en spullen overal. Hij heeft er jaren gewoond, maar uiteindelijk verhuisde hij terug naar Rotterdam.

We kwamen nog wel eens in Utrecht, maar nooit meer op de Van Sijpesteijnkade. Bij de laatste blogbijeenkomst besloot ik er weer eens een kijkje te gaan nemen.

Ik wist dat de huizen gesloopt waren en er driftig gebouwd was. Heel benieuwd wat er voor in de plaats gekomen was en hoe het er nu uit zou zien. En dat was een complete metamorfose.

Van Sijpesteijnkade anno 2023
Van Sijpesteijnkade in 2009