Zaterdag kocht ik een bos pioenrozen bij mijn favoriete bloemenvrouw.
“U zult er geen spijt van hebben”, zei ze. “Het zijn net toverballen. Want ze worden toch groot”. Ik keek eens en vond ze al een flink formaat hebben. En een mooie kleur, een wat mistig zacht donker roze.
In de vaas zag je ze met het uur groter worden. En ja, ook de kleur veranderde heel langzaam. Maandag waren ze al bijna helemaal uit en werd het roze steeds lichter.
Gistermorgen waren ze nog verder opgelicht. Een heel teer en vagelijk roze leek het wel.
En toen ik ze gisteravond fotografeerde was de kleur ineens lichtgeel, bijna wit.
Je kon nauwelijks nog verschil ziet met de veel kleinere bloemen die ook in de vaas staan. Het lijken rozen, maar zijn het niet. Hoe ze heten weet ik niet meer. Dat moet ik nog eens uitzoeken.
Onze tuin is een beetje wild. Op sommige plekken misschien zelfs wel een beetje te wild. Maar heel erg vinden wij dat niet.
Integendeel zelfs. Wij verwelkomen de aanwaaiers die onze tuin als een plek hebben gekozen om op te groeien.
Soms hebben ze het zo naar hun zin, dat de toevloed iets te veel wordt.
Maar bevallen ze ons niet, dan is het niet te veel moeite ze uit de grond te rukken. Dus mogen akelei, IJslandse papaver en hibiscus gewoon nog even doorgroeien.
Het mag dan heerlijk rustig zijn in Nederland en de ons omringende landen. Dat betekent wel dat het toerisme zo langzamerhand de nek is omgedraaid.
Ik maakte wat foto’s bij de molens van Kinderdijk en bedacht een beetje beschaamd dat dit toch wel een soort van ramptoerisme mag heten.
Want het is fijn als je op je gemak kunt kijken, maar saai en levenloos is het wel. Een beetje reuring was toch wel prettig.
Werd je vorig jaar nog onder voet gelopen door hordes Chinezen, Japanners, Italianen of weet ik welke landsaard dan ook. Nu is het overal stil en verlaten. Lege parkeerterreinen, gestapelde stoelen op terrassen, bezoekerscentra en musea leeg en gesloten. Rondvaartboten die aangemeerd blijven.
Overal enorme investeringen die er nutteloos bij liggen. Hoe lang nog? Voorlopig nog wel…
Vandaag een liedje uit het radioprogramma “De Taalstraat. Ik heb u lief, mijn Nederlands”. Helaas zonder bewegend beeld, want dat was gewoon niet voorhanden. Gerard Cox bezingt de telefoon, de gewone hè, nog niet mobiel 😉 Tekst van Willem Wilmink en muziek, ja natuurlijk, van Harry Bannink.
Geïnspireerd door de verhalen van Marthy besloten wij afgelopen dinsdag maar eens een keertje naar Kinderdijk te gaan. Dat is een plan van al langer geleden, maar dan wilde ik met de waterbus. Dat leek ons nu niet zo’n goed idee, dus namen we de auto.
We parkeerden vlakbij de molens en liepen langs het water. Het was ongelofelijk stil en rustig. Een beetje winderig, met veel wolken. Maar dat gaf nou juist zulke mooie vergezichten.
Normaal gesproken zouden we wel een flink stuk gewandeld hebben, maar mijn knie is nog steeds pijnlijk en dus liepen we maar een stukje en gingen we al snel weer terug.
Die molens zijn uniek in de wereld en zo mooi. Ze dateren van rond 1740 en werden in die tijd zonder computers, snelle berekeningen of lawaaiige machines gebouwd. Puur mensenwerk, steen voor steen. Ook het binnenwerk van stevige boomstammen werd geheel handmatig gemaakt, gezaagd en gebeiteld. En dan staat alles er na zo veel jaren nog zo prachtig bij.
Wel jammer dat we niet binnen konden kijken. Maar ja, dat zit er nu even niet in. Het was toch een leuk uitje!
Peulvruchten zitten sowieso een keer ertussen, met een saus of als curry. Maar verder natuurlijk vooral verse groeten, die wel een beetje te bewaren zijn.
Vorige week had ik weer eens paprika mee genomen en daar maakte ik Shakshuka van. Dat is een recept waarin heel veel eigen variatie mogelijk. Leo vond het erg lekker en daarom deel ik het met jullie.
Bron: Google foto’s
Sahkshuka (voor 2 personen) 1 ui, gehakt 2 tenen knoflook, gehakt 1 pepertje, gehakt 3 paprika’s, gehakt 3 stengels bleekselderij, in blokjes 1 lenteui, gehakt ½ bosje peterselie, gehakt 2 tomaten, in kleine stukjes 1 eetlepel tomatenpuree 4 eieren 1 theelepel gemalen komijn 1 theelepel (gerookte) paprika ½ theelepel gemalen korianderzaad ½ theelepel oregano (olijf) olie om in te bakken
Verwarm de olie en fruit hierin de ui,
knoflook, pepertje en bleekselderij licht aan. Doe de
tomatenpuree erbij en bak even mee. Strooi de kruiden erover en roer
goed door. Voeg de paprika toe en laat alles ongeveer 5-10
minuten zachtjes bakken. Doe er eventueel wat water bij als het te
droog wordt. Voeg de tomaten erbij, net als de lenteui en
peterselie en laat alles nog even goed door bakken. Proef en breng op
smaak met zout en peper.
Maak in de groenten vier holletjes en breek daarin de eieren. Zet het vuur laag en laat de eieren stollen totdat het wit gaar is en de dooier eventueel nog wat zacht. Bestrooi de eieren nog met wat zout en peper en eventueel nog wat peterselie.
Dit jaar was moederdag voor velen van ons heel anders. Ook voor mij. Normaal gesproken vind ik het vooral een commercieel gedoe. Het is leuk als er aan gedacht wordt, maar vaak waren wij op vakantie en dan is er dus voor de jongens niks te bezoeken.
Dit jaar waren we natuurlijk thuis. Maar wat hadden we de jongens al lange tijd niet gezien. Wel regelmatig geappt, zelfs meer dan gewoonlijk. Maar ze “in het echt zien” is toch heel wat anders. Zelfs zoomen of videobellen kan dat niet goedmaken.
Gelukkig was het mooi weer en kwamen ze om -op gepaste afstand- koffie te drinken in de tuin en weer gezellig bij te praten.
We voelen heel goed aan dat zij het er ook moeilijk mee hebben en dat alle coronanieuws hen niet onberoerd laat. Oudste moet nog wel naar kantoor, al was hij helemaal ingesteld op thuiswerken. Gelukkig niet meer met het openbaar vervoer maar met de auto. Schoondochter werkt al weer weken thuis aan de eettafel en onze jongste werkt ook op afstand.
Die onzichtbare vijand speelt ons allemaal parten. Want je weet niet of jij ziek wordt of dat je een ander besmet. Het blijft een lastige zaak en het zal voorlopig nog wel schipperen blijven.
Maar nu kunnen we er weer even tegen. Even gewoon intermenselijk contact, gewoon koffie drinken met zelfgebakken koekjes van de een en bloemen van de andere op tafel. Het leek net die goeie ouwe tijd 😉 😉 😉