Balanceren

Bron: Google afbeeldingen

Om oefeningen te doen met mijn knie vroeg de fysiotherapeute me zo’n grote fitness bal te kopen en daar mee te oefenen. Nou hoef ik gelukkig niet als de olifant op dit plaatje op die bal te gaan staan. Maar zitten vind ik al knap lastig.

Je moet een beetje balanceren en die bal blijft natuurlijk niet liggen.

Ik zie mezelf in de spiegel en vind me nou niet zo’n gracieuze ballerina. Eerder een klein, angstig varkentje, al rollend op weg naar de slachtbank.

Er zijn ook andere oefeningen, met de bal tegen de muur. Maar dat vraagt ook om een beetje overgave. Pffft, niks voor mij. Ik hou alles graag onder controle.

Maar oefening baart kunst en als dat dan ook nog helpt om mijn knie weer gewoon en zonder al te veel pijn te laten functioneren, dan heb ik het wel voor over.

Vandaag dus maar weer aan de slag. Leo is weg, dus niemand die me ziet en gaat lachen….!

Stralend wit

Niet alle bloggers zullen met plezier naar deze plant kijken. Het is dan ook een behoorlijk woekerend onkruid, dat lastig te verwijderen is. Uittrekken is geen optie, want dan komt het twee keer zo snel terug. De bladeren moeten in het voorjaar met een bestrijdingsmiddel bespoten worden.

Gelukkig heb ik deze “pispotjes” (Haagwinde – Convolvulus sepium) niet in mijn tuin. Ik fotografeerde ze toen ik vorige week wandelde in het gebied niet ver van huis. Daar tiert het welig, maar kan het toch niet zo veel kwaad, lijkt het.

Deze bloemen zijn precies op hun mooist en zo helder wit, dat ik ze meteen zou kiezen voor een wasmiddelen reclame.

Niet al te ver

Vorige week wilden Leo en ik een stukje wandelen. Vlakbij huis is dat niet zo moeilijk, maar ja… verandering van spijs doet eten.

Dus nadat onze hulp er was, pakten we de auto en reden we naar Lekkerkerk, naar het Loetbos. Vaak langs gereden, maar nooit echt geweest. En dat is heel onterecht, want het is een mooi gebied. Met veel slootjes, vogels en mooie wandelpaden.

Nog steeds loop ik niet zo goed, dus was ik blij dat er her en der bankjes staan en we even uit konden rusten. Het was trouwens bloedheet, dus ook dat maakte dat we geen lange kilometers weg liepen. Maar kijken wat er om je heen groeit, fladderende vlinders bewonderen en luisteren naar de vogels en de zoemende insecten, maakte dat we een heerlijke ochtend hadden.

En omdat we toch in de buurt waren, gingen we even op bezoek bij een oude vriend van Leo. Hij was verrast en liet de schildersklus waar hij mee bezig was, de schildersklus. En maakte koffie en broodjes die we in de tuin samen met zijn kleinzoon opaten. En zo hadden we een heerlijke lome dag.

Boek

Vroeger las ik vaker boeken in het Engels of Frans. Maar op een bepaald moment werd ik blijkbaar wat luier of gemakzuchtiger en koos ik voor vertalingen.

Een vriendin had dit boek dubbel en gaf het tweede exemplaar aan mij. Ze is lerares Engels en een echte boekenwurm, dus geen wonder dat haar boekenkast volstaat met allerhande Engelse boeken.

Het duurde niet lang voor ik gegrepen was door het verhaal. Het speelt tegen de achtergrond van York (Eborby in het boek). Een stadje met een lange geschiedenis van de Romeinen, Middeleeuwen tot nu. Een decor van smalle en donkere straatjes, waar je gemakkelijk in kunt verdwalen. En waar rare dingen gebeuren. Vreemde moorden, naakte lijken op vreemde plaatsen. Bepaald huiveringwekkend, maar niet zo dat ik er niet van kon slapen 😉

Ik kwam niet in al te grote taalmoeilijkheden. Kate Ellis schrijft vlot en houd je bij de les. In het begin kwam ik wat uitdrukkingen tegen die ik wel begreep, maar toch niet helemaal thuis kon brengen. Maar gelukkig is er tegenwoordig Google Translate, zodat je snel even kunt zoeken wat het nou precies betekent.

Jammer genoeg zijn er nog geen boeken van Ellis in het Nederlands vertaald. Maar wie zijn Engelse leesvaardigheid weer op wil rakelen… Je weet tenslotte maar nooit waar dat nog eens goed voor is 😉

Reclame

De TV-reclame duurt me vaak veel te lang. En dat niet alleen, het is schreeuwerig, vaak uiterst dom en onnodig. Want we hebben tenslotte alles al. En zouden we niet een beetje minder gaan doen? Nou dan!

Maar toch, zo nu en dan vind ik sommige reclames wel grappig. In ieder geval heel creatief bedacht. Zoals deze. Van zo’n stapel burger broodjesmonsters word ik vrolijk. Lekker zomers, weer eens wat anders dan anders.

En ik bewonder het brein dat zich hierop heeft mogen uitleven. Alle broodjes net iets anders. Met grote scheve tanden, een lange tong en uitpuilende oogjes. Dit vind ik nou goed bedacht.

Maar kopen? Nee, wij hebben geen barbecue en eten zelden burgers. Maar wie wel wil, kan deze week dus terecht bij de grootgrutter 😉

In het oog springend…

Meestal als we er naar toe gaan, kijken we niet zo naar het gebouw zelf. We zoeken de ingang, willen snel geholpen worden en dan ook snel weer weg. Je komt tenslotte niet voor je plezier in het Oogziekenhuis in Rotterdam.

Afgelopen dinsdag moest Leo er zijn voor controle. En hij ging alleen, want in verband met Corona werd dat aangeraden. Ik was wel mee, maar wachtte met een drankje en een boek op een terras in de schaduw.

Leo was al snel klaar en gelukkig was alles goed. Pas weer over een jaar terugkomen. Pak van zijn en mijn hart.

Toen Leo appte dat hij bijna klaar was, liep ik alvast de goede richting uit. En toen viel me op hoe fraai dat gebouw is. Mooi metselwerk, statige bogen en strakke uitstraling.

Gek toch, dat je ineens met heel andere ogen naar zo’n gebouw kan kijken.

Pareltje

En na een lange zoektocht vond ik op YouTube dit. Geen filmpje, maar een statisch beeld. Adèle Bloemendaal zingt uit het programma “Dat ik dit nog mag meemaken” een tekst van Willem Wilmink op muziek, ja natuurlijk, van Harry Bannink.