Toeren

Van Drenthe uit reden we naar de Veluwe, naar Hoenderloo. Het hotel was dit keer wat anders van opzet en besloeg diverse locaties. Wij hadden een kamer in een popperig huisje. Met een terras erbij en uitzicht op weer een mooie tuin. We kregen zelfs meteen visite. Die de 1,5 meter goed in de peiling hield en wegsprong toen ik hem van dichterbij wilde begroeten 😉

Vanuit het hotel stapte je meteen het bos in. En daar is altijd wel iets te vinden. Paddenstoelen, torren, hazelwormen, pas gehakte bomen waar de hars een mooi patroon op tekende. En her en der bomen met een rode verfstip. Zouden die binnenkort ook omgehakt worden?

De volgende dag reden we naar de Hooge Veluwe en maakten er een wandelingetje nabij het Sint Hubertus Jachtslot. Jaren geleden was ik daar ook en toen maakte het een verpletterende indruk op me. Nu was dat iets minder.

En ja, zeg nou zelf. Wat eet je op de Veluwe? Een pannenkoek, natuurlijk. En die smaakte ons zo als vanouds.

Daarna reden we naar Gortel, een zo’n kleine vlek op de kaart dat de navigatie er niet naar toe wou. Maar met een ouderwetse wegenkaart kom je er ook. Het is een beschermd dorpsgezicht. Piepklein, maar heel sfeervol en stil.

En dan is het alweer tijd om de koffer in te pakken voor een volgende etappe.