Consumeren

Als je maar een half uurtje op de grote weg zit, heb je al meer dan genoeg gezien om over na te denken. Naast vele auto’s (waarin je zelf ook zit) rijden er kilometerslange rijen met enorme vrachtwagens. In die wagens zitten allerlei producten die wij menen nodig te hebben. Gemaakt door producenten die menen dat wij behoefte hebben aan hun producten.

Natuurlijk kunnen we niet meer terug naar de “goeie ouwe tijd”. Geen mens wil meer wassen in een houten tobbe, douchen met ijskoud water, pompen in de tuin of noem maar op.

Toch moeten we minderen. En dat kan ook, zonder al te veel van ons comfort op te geven. Door samen te besluiten dat het minstens met de helft minder kan. Met de helft minder producten bedoel ik.

Want zeg nou zelf, hebben we werkelijk behoefte aan al die enorme keus. Aan rijen wasmachines, koelkasten, diepvriezers, airfryers en noem maar op. Niet dat we ze allemaal het huis uit moeten gooien. Want nuttig zijn al die apparaten natuurlijk.

Maar als ik een nieuwe koelkast nodig heb, is het dan noodzakelijk dat er tig modellen zijn? Dat geldt ook voor al die andere apparaten en goederen. Is die keuzestress noodzakelijk? Als alle fabrikanten nou eens afspraken dat ze nog maar de helft van hun modellen maken. Dan is er heus nog steeds keuze genoeg.

Druk, druk

Hoe ouder ik word, hoe drukker ik het lijk te hebben. Nou is de kersttijd altijd al een beetje druk, maar dit jaar ben ik zo bezig met bakken, dat het bloggen er een beetje bij inschiet.

Dus bezig geweest met ingrediënten zoeken, afmeten, wegen en alvast klaarzetten. De resultaten hebben nog even de tijd, er staat van alles te wachten.

Dit is in ieder geval al klaar. En ze smaken heerlijk.

Ongeval

Bron:Google Foto’s

En ik zal je wat vertellen van Sint Nicolaas
Die ging het dak op met zijn paard en ook met Pieterbaas
’t Gebeurde gisteravond laat hier ergens in de stad
T’is eeuwig zonde, maar wel logisch, want ’t was hardstikke glad
En ze gleeën met z’n tweeën
Langs de pannen naar benejen
Van ’t dak, oh yeah..

En ik wil je wel vertellen dat Sint Nicolaas
Toen in het ziekenhuis belandde met z’n Pieterbaas
Ze lagen in de ambulance, nou dat wat me wat
Hij reed met loeiende sirene door de hele stad
Nu gaan ze voortaan met z’n tweeën
langs de ladder naar benejen
Van het dak, oh yeah….. OH YEAHHHHH

Met dank aan Zangclub Plus 😉


Druk bezig

Nou ja, zo druk heb ik het nou ook weer niet. Maar toch, gisteren was ik in de weer met een grote pan erwtensoep koken. En moest ik me haasten omdat we later die dag naar de film gingen.

Er lagen nog andere dingen die geregeld moesten worden. Dus vergat ik helemaal een blog te typen.

Er zijn ergere dingen in de wereld, toch? Vandaag dus gewoon een beetje toepasselijk plaatje. Verder niks!

Verpakkingen

Bron: Google foto’s / De Gelderlander

Er werd weer eens iets nieuws bedacht. Kaas, zoals camembert, zou straks niet meer in zo’n klein spanen doosje mogen. Te milieubelastend.

Dat vond de Europese Commissie, die er zijn licht op liet schijnen. Een houten doosje, dat kan niet. Zo’n doosje wordt maar één keer gebruikt. Het moet iets recyclebaar worden. Nu kieperen de mensen dat zomaar in de kliko….

Nou denk ik altijd, voordat je iets gaat verbieden, bekijk dan eerst wat de alternatieven zijn. Want wat zou het dan moeten worden? Geen idee… plastic…? Nee joh! Keramiek, papier met een plastic laagje?

Daar was men zo een twee drie niet uit. De Normandische boeren protesteerden, maar hoefden gelukkig niks te vrezen, want hun streekgebonden producten vielen buiten de regeling. Maar de grootste zuivelproducent ter wereld, Lactalis, fabrikant van onder andere Président camembert, altijd verpakt in die spanen doosjes, gooide zich in de strijd en tekende protest aan. En met succes.

Want, meldde Lactalis, zo’n doos is niet voor de sier. Die heeft een functie. Het hout zorgt voor voldoende luchtcirculatie en daardoor rijpt de kaas na. En toen krabbelde de Europese Unie terug…..!

Ik denk dat zo’n spanen doosje eigenlijk prima is. Die spanen komen van populieren, inheemse en snelgroeiende bomen. Die ook nog eens niet zo heel oud kunnen worden, na 50 jaar zijn ze op.

Waarom zou je iets veranderen wat uitstekend werkt?

Verbaasd

Bron: Google afbeeldingen / Cartoon Arend van Dam

Met verbazing heb ik vorige week gekeken naar de reacties op de verkiezingsuitslagen.

Het leek alsof er een soort van angstwekkende invasie van buitenaardse aliens had plaatsgevonden. Waarom? Die stemmers zijn toch gewone, doodnormale en hardwerkende mensen.

In plaats van moord en brand schreeuwen, zou de zittende macht zich beter eens achter de oren krabben en nagaan wat er allemaal niet goed is gegaan in de afgelopen dertien jaar.

We zwalkten van crisis naar crisis. Nu hebben de verliezers hun mond vol over niemand uitsluiten en zou iedereen er toe doen. Daar denk ik toch anders over. Want nog niet zo lang geleden mochten grote groepen mensen niet in een theater, café, restaurant.

Destijds werd uur na uur vermeld hoeveel patiënten er op de ic lagen. Nu lezen we nauwelijks over oversterfte. Laat staan dat er een gedegen onderzoek loopt naar de mogelijke oorzaak ervan. Integendeel, het is angstwekkend en oorverdovend stil.

Ook is nog steeds heel veel geld niet verantwoord. De toenmalige minister weigert, ondanks rechterlijke uitspraken, opening van zaken te geven. Je zou toch zeggen dat zo’n gigantisch bedrag niet zomaar kwijt raakt.

Hoe de regering er de komende jaren uit zal zien, weet ik niet. Of het zo veel beter of slechter zal zijn, geen idee.

Ik denk dat, in het belang van ons allemaal, samenwerken het meest voor de hand zou liggen. Geef het voordeel van de twijfel.

Verspilling

Vorige week bestelde ik iets via internet. Geen breekbaar artikel, zo’n 30 x 30 centimeter en passend in een doos. Nee, het pakket zou niet door de brievenbus kunnen, dus werd het bezorgd door PostNL.

De doos die voor de deur werd gezet was bedidend groter dan dat 30 x 30 pakket. Maar misschien heeft dat te maken met de standaardmatten die door PostNL gevraagd worden.

Ik maakte de doos open en was verbaasd toen ik zag hoe de ruimte was opgevuld. Met een lap dik en mooi wit papier van minstens 1,5 x 2,5 meter. Dat papier was niet meer te gebruiken, want grondig verkreukeld. Wat een verspilling van materiaal.

Een tijd lang kreeg je als opvulling een soort plastic kussentjes. Maar ja, plastic mag niet meer. Dit nog wel. Het is de gekte van onze maatschappij.

We hebben papier en doos in de papier kliko gegooid en ons geweten gesust met de gedachte dat het weer opnieuw gebruikt zal worden. Maar toch….. echt lekker zit het me niet.

Pannen

In de kookwinkel in de Rotterdamse Markthal zag ik een mooie set pannen. Nou heb ik al jaren een set pannen natuurlijk, maar deze waren wel een beetje bijzonder.

Leo was de kookboeken aan het bekijken, dus liep ik naar hem toe en zei hem dat ik nieuwe pannen nodig had. Verbaasd keek hij op. Nieuwe pannen, waarom?

Een beetje kribbig vertelde ik dat dit wel heel bijzondere pannen waren en dat ik beslist niet meer zonder kon koken. Hij liep met me mee, maar snapte niet zo gauw waarom ik nou precies dié pannen wilde.

Totdat hij beter keek en het kwartje bij hem viel. Want zeg nou zelf, koken in pannen die Leo heten…..

Nee, ik heb ze niet gekocht, het was maar een grapje. Ik kook nog wel uit mijn vertrouwde pannenset. Dat smaakt ook gewoon lekker, vindt Leo.

Leuk werk

Een paar maanden geleden blogde Sjanne over het sprookjesboek “Verhalen van Moeder de Gans” met daarin illustraties van Rie Cramer. Jammer genoeg was het boek al oud, was het al gerepareerd met plakband. Sjanne wilde het weer opnieuw het met plakband repareren.

Meteen schreef ik haar dat dat niet zo’n goed idee was, want plakband maakt nare vlekken en is niet het juiste materiaal voor dit soort werk. Ik wilde het wel weer in orde maken. En zo bracht Sjanne in september het boek bij mij. We maakten er meteen een leuke dag in Rotterdam van.

Ik ben geen professioneel restaurateur, maar heb al vaker boeken gerestaureerd. Met een beetje goeie wil en heel veel gepriegel lukte het me ook nu om van de kaft en losse bladzijden weer een boek te maken.

Eerst maakte ik alle bladzijden los, verwijderde het jarenoude plakband en repareerde dat wat gescheurd was. Daarna verstevigde ik alle pagina’s aan de bindzijde met een randje gevouwen rijstpapier. Zo konden de bladzijden weer aan elkaar geplakt worden. Voor het rijstpapier gebruikte ik een rolletje sigarettenvloei, dat ik een keer in een coffeeshop op de kop kon tikken. Een prima en al beproefd alternatief.

Tussendoor liet ik alles goed drogen tussen twee planken. Een reep boekbindersgaas gaf nog wat meer stevigheid en toen kon alles stevig geklemd worden.

Ik had nog een restje blauw boeklinnen, dat wonderwel paste bij de kleuren van het boek. Daarmee maakte ik de rug en kon het boek nogmaals tussen de klemmen.

En zo werd dag na dag die stapel papier weer een boek, dat vastgehouden kan worden en – het allerbelangrijkst – waaruit Sjanne haar kleinkinderen weer uit kan voorlezen.

Dus nam ik vorige week in de stromende regen de trein naar Sjanne om het boek af te leveren en gezellig bij te praten.

Mooi uitzicht

Vast en zeker heb ik dit uitzicht als eens eerder laten zien.

Meestal is de luxaflex ervoor en wordt het beeld een beetje streperig, maar voor deze gelegenheid heb ik de jaloezieën maar even opgetrokken. En laat ik jullie genieten van onze voortuin met de esdoorn in herfsttooi.

Ik kijk mijn voortuin in als ik groenten sta te snijden. In het voorjaar ontdek ik er de eerste knoppen en zie ik de esdoorn uitlopen. Hij is altijd mooi, maar in de herfst laat hij zich eigenlijk van de beste kant zien.

Vorige week, toen het zulk somber weer was en de regen telkens tegen de ramen sloeg, vond ik dit een plaatje om blij van te worden.

Nu is alles alweer een beetje verwaaid en straks blaast de wind het laatste blaadje van de takken.

Met een beetje geluk vriest het deze winter en staat hij op een morgen vol rijp. Maar dat moet ik nog afwachten. Dan wordt het weer tijd voor een nieuw begin van de seizoenen.