Alleen de stijl al verraadt dat dit huis niet van recente datum is. Ik ben er al heel vaak langs gekomen. Van dichtbij, maar ook uit de verte als we aan de andere kant van de Rotte wandelen.
Maar afgelopen donderdag viel het één van de Ganzen op dat dit wel een heel erg oud huisje moest zijn. Want kijk, het dateert al van 1327, toen de eerste steen werd gelegd op 30 mei.
Natuurlijk is het huis regelmatig gerestaureerd en misschien wel helemaal nieuw opgebouwd. We verwonderden ons erover. Zou dat nou waar zijn….?
En nu, achter mijn toetsenbord bedenk ik me dat het natuurlijk helemaal niet waar kan zijn. In 1327 werd er nog heel anders Nederlands geschreven. Is het een grap, lazen we het verkeerd of staat er niet 1327 maar 1827 of 1927…? Raadsel dus. Misschien weet het stadsarchief raad. Ik ga eens zoeken.
Maar goed, het blijft een leuk huisje en een foto is het zeker waard.
Afgelopen week meerde een groot schip aan in de haven van Rotterdam. Het werd begroet met een saluut van de Havendienst en op de Erasmusbrug stonden vele mensen ter verwelkoming.
Nou meren er natuurlijk vaker schepen aan, soms nog wel groter of hoger. Maar dit schip, de “Global Mercy” is wel heel bijzonder. Het is namelijk het grootste ziekenhuisschip ter wereld. En het is speciaal gebouwd als ziekenhuisschip, het is dus geen omgebouwd koopvaardijschip.
Het schip is 174 meter lang en heeft een bruto tonnage van 37.000 ton. Het heeft 6 operatiekamers en biedt plaats aan meer dan 600 vrijwilligers van over de hele wereld die vele disciplines vertegenwoordigen, waaronder chirurgen, maritiem personeel, koks, leraren, elektriciens en meer.
Natuurlijk gingen Leo en ik kijken en als altijd raakten we onder de indruk van zo’n machtige boot. We konden niet aan boord al hadden we kunnen inschrijven voor een rondleiding. Maar vanaf de kade konden we de buitenkant natuurlijk goed bekijken.
De “Global Mercy” ligt nog een paar dagen in Rotterdam en daarna vaart het schip, bemand met vrijwilligers, naar Senegal om daar de mensen weer te gaan helpen.
Een tijdje geleden ontstond er in Rotterdam opeens ophef over de “Hef”. Die brug vormt een markant punt in onze stad en heeft een geheel eigen plekje veroverd in de Rotterdamse geschiedenis. In de jaren dertig sprong er een jongen vanaf en vergaarde daarmee tijdelijke roem. Zijn opvolger moest zijn sprong met de dood bekopen.
Voordat de spoortunnel er was, reed je met de trein over de brug als je naar de zuidelijke provincies ging. Eenmaal over de brug was je echt weg of weer helemaal thuis als je Rotterdam weer inreed.
Nu is de brug een monument. En Rotterdammers zijn trots op hun monumenten. Daar moet je niet mee gaan rommelen. Maar ja, die brug ligt wel soms een beetje in de weg. Zoals bij het zeilschip dat bij Oceano gebouwd wordt voor Jeff Bezos. Een superjacht, met een super mast. En die mast is te hoog voor de Hef.
Of iemand dat over het hoofd heeft gezien of dat er gedacht is dat voor geld alle deuren en bruggen wel open zullen gaan, ik weet het niet. Maar iemand heeft bedacht dat dan die Hefbrug maar “even open moet”. Op de totale bouwsom van 500 miljoen maakt een bedrag van enkele tonnen natuurlijk niet meer uit. Maar voor Rotterdammers was het een brug te ver.
Hoe het verder zal gaan, weten we nog niet. Heeft men een beetje al te snel conclusies getrokken? Volgens burgemeester Aboutaleb is het helemaal niet zeker dat zo’n eis zomaar ingewilligd zal worden. We zullen het dus nog wel horen, zien en beleven.
Mocht Jeff Bezos mijn blog lezen -je weet maar nooit 😉 -, dan geef ik hem ongevraagd advies. Als hij het zelfde bedrag als voor het verwijderen van de val schenkt aan een echt Rotterdams goed doel, dan kunnen we misschien wel even zo’n ontmantelde brug door de vingers zien….
Wandelend door de wijk zie je natuurlijk overal deuren. De meeste mensen maken er niet veel werk van. De standaard deur, zoals bij de oplevering, krijgt hooguit zo nu en dan een nieuw kleurtje of ander glas.
Is zo’n deur te oud, te verweerd of verveelt ie toch op den duur, dan komt er wel een nieuwe deur. Maar meestal zijn dat toch deuren van de bouwmarkt. Gewone deuren, er gaan er wel dertien in een dozijn.
Maar degene die hier woont wil misschien wel een statement maken. Of maakt dit soort deuren van professie…? Ik heb er geen idee van. Maar bijzonder is die deur wel. Zou niet misstaan bij een kerk of als ingang van een gebouw voor … tja, voor wat…?
In ieder geval heeft de bewoner geen last van inkijk. En dat zou voor mij een bezwaar zijn, want dat betekent ook dat het in de hal toch een ietsiepietsie donker wordt.
We moesten iets afgeven in het centrum van Vlaardingen en de zon scheen. Dan hebben Leo en ik geen verdere aanbeveling nodig en rijden we naar een plekje aan de kade.
Met uitzicht op de bedrijvigheid van de Rotterdamse haven, waar we in de verte de skyline van kunnen zien. En een visser met een grote paraplu, dus bestand tegen alle soort weersomstandigheden.
Er staan zat bankjes om even de benen te strekken en te genieten van het scheepvaartverkeer.
We ontdekten dat de Waterbus hier tegenwoordig aanlegt en moeten maar eens kijken hoe die route dan wel loopt.
Ook watertaxi’s vlogen over de rivier om hun klanten af te halen of aan land te brengen.
En een bootje van de “De Roeiers” legde aan. Een bemanningslid stapte van boord en een ander kwam juist aan. En hup, daar ging het weer op weg naar een volgende klus.
Nee, vervelen doen we daar niet. En toen de zon ook nog even doorkwam….
Al een paar maanden geleden was ik er langs gelopen en toen we laatst weer naar het Oogziekenhuis moesten kwam ik er weer langs. Midden in een nogal groenarme wijk ligt de Habitattuin. Een tuin bestaande uit een aantal flinke bakken, met daarin allerlei planten die voedsel leveren aan bijen en andere insecten.
Het was niet echt meer tuinseizoen en alles leek daardoor een beetje triest. Maar wanneer de planten weer opkomen en alles gaat groeien en bloeien zal het een heel ander gezicht zijn.
Wat verder zoeken op internet leerde me dat in de bakken ook veel planten staan die als “eetbare apotheek” zouden kunnen dienen. Want allerlei onkruiden die we vaak bestrijden, kunnen ons de nodige vitamines en mineralen leveren. En waarom zouden we daar geen gebruik van leren maken?
Ik vind zoiets altijd heel inspirerend en hoop dan ook dat dit nog verder uitgewerkt en hopelijk uitgebreid gaat worden.
Vlakbij verrijst een nieuwe woontoren, die ook al zo hoog wordt als in Rotterdam op dit moment gebruikelijk is. De bewoners zullen vast wel blij zijn met wat meer groen voor de deur.
Nieuwe tijden vragen om nieuwe dingen. In de tijd dat de cafés en bars gesloten waren, werden er natuurlijk ook minder drankjes verkocht. En dan zijn er altijd mensen die nieuwe mogelijkheden gaan onderzoeken.
De etalage bracht ons niet veel verder. Ja, er stonden blikjes in. Maar wat zat daar dan in… cocktails?
Gelukkig stapte er een vriendelijke meneer naar buiten en die vertelde ons dat het inderdaad cocktails waren. Je kon ze thuis laten bezorgen, keurig verpakt in een doos. Als alles weer open zou gaan, konden die blikjes natuurlijk ook aan cafés geleverd worden. Dat is toch gezellig, met wat vrienden bijkletsen en ondertussen een drankje nuttigen.
Op onze opmerking dat wij zo’n blikje wel erg kil vonden, kregen we een uitnodiging om binnen even te komen proeven. Ja, dan hadden we toch een ander idee.
Maar op een druilerige morgen rond kwart over tien? We drinken graag een glaasje, al zijn we geen fan van cocktails. We sloegen we het aanbod dus maar vriendelijk af. Wel beloofde ik een blogje te maken. En belofte maakt schuld, dus bij deze. Wie weet worden deze ingeblikte cocktails wel een enorme trend….! We wensten hem veel succes.
Vanuit elke havenstad zullen mensen wel vertrokken zijn om elders hun heil te zoeken. Rotterdam kent een hele wijk, die bekend stond om zijn Chinese bewoners. Sommigen vonden er hun geluk, hun partner of verdienden genoeg om weer terug te keren naar hun vaderland.
Maar vanuit Rotterdam vertrokken ook honderdduizenden om aan de andere zijde van de oceaan hun geluk te beproeven. Misschien trokken ze verder, naar Canada of naar de westkust van de Verenigde Staten. Ze begonnen een bedrijfje, kochten land om een boerderij op te zetten of trokken naar de goudvelden in Californië of Alaska.
De meesten van hen zullen zijn scheep gegaan aan boord van één van de schepen van de Holland America Lijn. Op die kade begonnen heel wat verhalen, van tragedies tot succes stories.
Het hoofdkantoor van de HAL stond aan de Wilhelminakade en is nu het welbekende “Hotel New York”. De loodsen van toen zijn omgebouwd tot een grote “terminal” voor cruiseschepen.
Wie wil weten of een oud familielid aan boord van één van de HAL-schepen was, kan nu die passagierslijsten digitaal inkijken.
Ik weet intussen dat er heel wat reislustige familieleden waren. Niet allemaal waagden ze de oversteek definitief. Ze gingen soms ook alleen op (zaken)reis en kwamen na verloop van tijd weer terug. Misschien vind ik zo ook nog wel “verdwenen” familie…. 😉
Bij ons laatste bezoek aan het Arboretum Trompenburg liepen we ook nog even de kas in. Dat doen we wel vaker, het is er warm en er staan honderden succulenten in allerlei vormen en maten.
Nu werd onze aandacht getrokken door een opmerking van een andere bezoeker. Bij de uitgang stond een flinke cactus. Maar wat zou er zo bijzonder aan zijn?
Het kaartje bij de plant gaf uitsluitsel. De plant is in wezen niet zo bijzonder, maar haar levensgeschiedenis wel.
In 1926 kreeg Nicole Leemans (toen 8 jaar oud) een cactus cadeau, die ze in een vensterbankkasje zette. Op 10 mei 1944 werd het huis van Nicole gebombardeerd en lag de gewonde cactus op straat. Haar moeder redde de plant en later nam Nicole haar mee naar Blaricum, waar de plant van 1966 tot 2006 stond. De plant werd daarna geschonken aan het Historisch Museum Rotterdam. Dat was geen geschikte plek voor een plant, dus werd een plek gezocht in Arboretum Trompenburg.
En daar staat ze nog altijd. Iets te groot voor de vensterbank. Kijk maar, ik fotografeerde Leo (1,90 meter) ernaast. De plant torent echt boven hem uit.
Het is een wel echte Rotterdamse plant, niet klein te krijgen maar “sterker door strijd”.
We waren dan wel op vakantie, maar toch niet helemaal afgesneden van de digitale wereld. En zo las ik op Facebook dat Trompenburg Arboretum de lockdown nu helemaal spuugzat was en als protest zaterdag open zou gaan.
Weliswaar met een wat aangepast toegangsbeleid, dat wil zeggen je moest je (digitaal) aan melden en een tijdslot opgeven. Maar gelukkig zonder QR-code.
Natuurlijk meldden Leo en ik ons ogenblikkelijk aan. Want waarom zo’n grote tuin niet open mocht, het was ons altijd al een raadsel.
Toch leek er nog een kink in de kabel te komen, want de burgemeester had laten weten te zullen handhaven. Maar dat bleef gelukkig achterwege. Soms triomfeert in onze stad het gezonde verstand.
Alle bezoekers waren net als wij dolblij weer in het arboretum te kunnen wandelen en te genieten van wat de natuur ons belooft. Want al zien sommige struiken en bomen er nu wat miserabel uit, onder de grond en in de stammen en twijgjes wordt volop gewerkt aan wat er komend seizoen te zien zal zijn.
Op verschillende plaatsen piepten narcissen, krokussen en sneeuwklokjes uit de aarde. Op de takken zag je dikke of iets minder dikke knoppen en de rododendrons konden bijna niet wachten met openspringen. Ja, bijna aan het eind staat er zelfs een die al volop voorjaarspracht vertoonde.
Ach ja, de natuur gaat gewoon zijn gang en laat zich niks gelegen liggen aan onze menselijke regeltjes. En zo hoort het ook!