Langs de Rotte wordt nog steeds stevig gebouwd. En bij die nieuwe huizen hoort vaak een grote tuin. Maar ja, dat duurt nog wel even voordat die goed begroeid is.
Voor het hek, zomaar in de berm, ontdekte we deze kleurige bloemenwei. De nieuwe bewoners hadden zich misschien wel goed voorbereid en al in het voorjaar gezaaid. Of het is een toevalstreffer. Dat is nog eens geluk hebben.
Er zijn niet veel oude gebouwen meer in Rotterdam. Het bombardement op de stad vaagde het merendeel van de binnenstad weg. En in de haast om alles op te bouwen, werd ook nog wel eens iets tegen de vlakte gegooid wat eigenlijk wel beter bewaard had kunnen worden.
Maar midden in de stad staat nog steeds de Laurenskerk. Er is een heleboel aan gerestaureerd, want natuurlijk was ook dit gebouw ernstig beschadigd. Maar alles oogt weer als vanouds.
Dus als we over de grote markt lopen, kijk ik altijd even naar de kerk. Een vertrouwd gezicht.
Een stad is steeds in beweging. Ook als je denkt dat alles stilstaat.
Want we waren al een hele tijd niet in de buurt van de Rijnhaven geweest. Was het tot voor kort een lege bedoening, nu ligt er een drijvend kantoor en ook wat drijvende huisjes. De plek moet een hotspot in de stad worden.
De huisjes zijn volledig ingericht en duurzaam gemaakt van gerecycled karton. Je kunt ze huren en er overnachten, met wel 6 of 8 personen. Maar je kunt er ook een tijdelijk kantoor van maken, of een vergaderruimte. Ze zijn flexibel ingericht en van alle gemakken voorzien.
Ik vind ze wel leuk en het is zeker heel bijzonder. Misschien eens een keertje overnachten?
Hadden jullie dat vroeger ook? Zo’n map met speldjes van allerlei bedrijven? Of een verzameling sleutelhangers, sigarenbandjes of suikerzakjes?
Ik weet het eigenlijk niet meer. Ik geloof dat ik wel speldjes had, maar ook een verzameling met mini-kruidenierswaren. En monsterzeepjes of flesjes lotion.
Ik weet eigenlijk niet of kinderen nu nog speciale dingen verzamelen. Verzamelingen bestaan tegenwoordig uit heel andere dingen, zoals sneakers, t-shirts of sjaals.
Ach, al die spullen raken natuurlijk ook weer uit de mode. En dan komen ze weer later in de tijd op de 2e-handsmarkt terecht.
Roken, wie rookt er nou nog? Bijna onze gehele familie is van de sigaret af. Maar hoe dat bij anderen is? Soms lijkt het wel of vooral jonge mensen weer meer gaan roken.
Wat er om de hoek van dit bordje te vinden is, weet ik (nog) niet. Is daar een speciale rookhoek? Wonen daar de gezelligste mensen? Je zou het bijna denken.
Maar nee, we steken er toch maar geen meer op. We zijn inmiddels al vele jaren afgekickt. En aan nieuwe verleidingen hebben we geen behoefte 😉
Een gewone straat met doorsnee deuren. Beetje grijs en grauw.
Dat zou wel anders kunnen, moet de bewoner van deze woning hebben gedacht. Een beetje kleur, wat glitter en glans. Hoe zal ik dat nou doen?
Tja, dan kun je het beste een beetje bescheiden beginnen. Later kan er nog van alles aan toegevoegd worden. Maar met een beetje flink huisnummer is de toon tenminste gezet.
Nu het weer kan, namen we even een kopje koffie op een terrasje.
We zochten plaatsje aan het water van de Oude Haven. Zo hadden we goed zicht op het Witte Huis, eens het hoogste gebouw en daarmee de eerste “wolkenkrabber” van Europa.
Maar nu staat het gebouw in de steigers, dus viel het als fotogeniek onderwerp meteen af. Maar daarnaast en erachter zijn in de loop van de jaren heel veel nog veel hogere gebouwen verschenen.
En met de Oude Haven en zijn nostalgische schepen op de voorgrond ontstond toch een mooi contrast tussen oud en nieuw.
Leo kreeg een oproep voor controle in het Oogziekenhuis. Tenminste… dat dacht hij.
Nou staat het Oogziekenhuis al sinds 1948 aan de Schiedamse Vest. En daar reed ik hem dan ook naar toe. Fijn parkeerplekje gevonden en Leo ging naar de afspraak. Ik zou wachten en omdat het lekker weer was, besloot ik een wandelingetje te maken. Tijd zat, want zo snel gaan de afspraken niet, weten we uit ervaring.
Maar het liep anders. Leo was al heel snel weer terug. Ik was nog niet uitgewandeld toen ik zijn telefoontje kreeg. Die afspraak was niet in het Oogziekenhuis, maar op een ander adres. Ja, het stond in de brief, maar echt heel in het oog springend was dat niet gedaan.
Bron: Google foto’s
En dat vind ik dan raar, in een tijd met zoveel communicatie mogelijkheden. Zoveel moeite is het niet om een stukje tekst wat opvallender te maken.
Elke Rotterdammer rijdt zowat blindelings (!) naar het Oogziekenhuis. Het is een instituut en niet alleen in Rotterdam. Ja, natuurlijk hadden we de brief goed moeten lezen. Maar na 73 jaar een ander adres, dat had wel even wat duidelijker en in grotere letters vermeld mogen worden. Ik vind dit een gevalletje van mis-communicatie.
Ik kwam toevallig in de Van Brakelstraat, waar lange tijd mijn tante en oom woonden. Vaak geweest als kind, aan de hand van mijn moeder. Toen ik in de buurt werkte, ging even gauw in mijn lunchpauze op bezoek. Later kwamen we op bezoek met onze kinderen en damden ze met oom, die ze stoere verhalen vertelde uit zijn tijd als sleepbootkapitein. Wat later bakte hij dan gauw suikervlinders voor ze en was er altijd nog wel een cafetariahapje in zijn “kombuis” voor Leo en mij.
Er is veel veranderd. Huizen zijn gesloopt, winkels verdwenen. De kroeg waar Noorse zeelieden met elkaar overhoop lagen, is al lang gesloten. Geen Spaans restaurantje meer. Het is nu een rustig ogende straat.
Maar ik kon het niet laten een oude foto op te zoeken in het Stadsarchief en een nieuwe van af (bijna) dezelfde plek te maken. Geen fraaie foto, want ik stond wel een beetje in de weg. 😉
Toen ik deze plant zag, dacht ik “wat leuk, dat lijken allemaal hartjes”. Maar toen keek ik nog eens goed, en zag ik de venijnige stekels. Dus toch maar niet cadeau doen met Valentijnsdag.
Ik had natuurlijk meteen moeten weten dat het een cactus was, want de plant (nou ja, bijna een boom) staat in de cactus-kas van het Trompenburg Arboretum.
Alle planten die daar staan zijn cactussen of succulenten. Ik vind ze niet allemaal even mooi, wel vaak heel intrigerend. Maar de meesten ogen niet echt vriendelijk.
Ze worden al vele jaren zeer goed verzorgd, dat is wel duidelijk.
En zo zie je er weer een heel andere kant van de natuur.