Wie zegt de naam Rob Touber nog iets? Vagelijk bekend misschien? Ja, inderdaad in de jaren 70 was Rob Touber een bekend figuur in de Nederlandse Showbiss. Hij was zanger, maar bekender als televisieregisseur en platenproducer.
Hij had een fijne neus voor talent en wist onder anderen Jenny Arean, Willem Nijholt, Gerard Cox, Lennart Nijgh te strikken. Hij maakte diverse televisieshows. Maar omdat de Hilversumse bazen zuinig waren, werden de banden van die shows gewist en opnieuw gebruikt.
Platen bleken een langer leven beschoren. Frank Jochemsen en Jim Immig zagen de naam Rob Touber op veel grammofoonplaten uit die tijd staan en vroegen zich af “wie was die man” en “zou er nog meer van terug te vinden zijn?”
Ze zochten verder en vonden in archieven de originele teksten, waar en wanneer een show werd uitgezonden en wie er aan meededen. En ze gingen op bezoek bij enkele artiesten en haalden met hen herinneringen op aan die tijd. Dat resulteerde in een podcast-serie van meer van 20 afleveringen, die ik inmiddels allemaal heb afgeluisterd. Veel opnames werden gedigitaliseerd, zodat ze voldoen aan de eisen van de oren van nu.
Sommige liedjes werden later nog wel eens uitgebracht of vertolkt. Een schat aan onbekende, maar vaak prachtige teksten zijn aan de vergetelheid onttrokken. Wie van cabaret en Nederlandse teksten houdt zal ook van deze podcast zeker genieten. En wie weet, misschien komt er nog een CD-set met een aantal “vergeten” opnames uit.
Als we nou kleinkinderen hadden, dan… dan zouden ze vast wel eens komen logeren. En op een druilerige middag, wanneer de uitstapjes door regen worden verpieterd, dan liet ik ze dit filmpje zien.
Gewoon omdat het leuk is, maar krap een kwartiertje duurt en je er een beetje door wordt opgevrolijkt.
Dus grootouders, bewaar de link en laat uw kleinkinderen kennis maken met de jeugdherinneringen van Paul McCartney.
In de tussentijd zet je thee en biscuitjes klaar! 😉 😉 😉
In 2013 werd in Diergaarde Blijdorp een nieuwe vlinderhal (Amazonica) geopend. Het was een zeer indrukwekkend gebouw, met een groot koepeldak dat uit vele driehoekige segmenten was opgebouwd.
Helaas bleek deze innovatieve constructie niet bestand tegen de weersinvloeden. Bij storm of hagel sneuvelde soms één of meerdere segmenten. Die repareren was een heel lastig en ook kostbaar karwei.
Hierdoor was men in 2023 genoodzaakt de hal te sluiten. Uiteraard nadat alle daarin levende dieren -en dat waren niet alleen vlinders- ergens anders een plek hadden gevonden.
Nu staat het gebouw al geruime tijd leeg. Alle kunststoffen panelen zijn verwijderd en het hout ziet er op sommige plekken slecht uit. Jammer dat zo’n veelbelovend experiment zo moet eindigen.
Toen we laatst met een gloednieuwe trein reden, viel ons op dat de tussendeuren niet goed werkten. Ze gingen tergend langzaam open en sloten veel te snel. Bijna iedereen zat er tussen. Of bleef met een rugzak steken. e zou zoiets natuurlijk meteen moeten melden. Maar toen ik zag dat zelfs de conducteurs moeite hadden met het openen, nam ik aan dat het inmiddels wel bij de NS bekend zou zijn.
Het viel trouwens niet alleen ons op. Een paar dagen later las ik een stukje van Francisco van Jole, waarin hij hetzelfde euvel beschreef. En ook hij dacht na over “hoe moet het nou als er iets naars gebeurt”. Brand of een ongeluk. Dan valt alles uit en zitten de passagiers als ratten in de val. Waarom moeten die deuren computergestuurd worden?
Eén simpele handeling was vroeger voldoende om de deur te openen, gewoon mechanisch. Dat zou toch nu ook voldoende moeten zijn. Het is toch niet nodig om alles via een computer te regelen. Mensen kunnen zelf die deur openen, laat ze dat dan ook doen.
Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
We kennen de verhalen over schranspartijen, enorme diners en tig gerechten in een banket. Soms zien we er beelden van. Maar stel je zoiets voor in 1454, dus bijna 600 jaar geleden. Wat zou men daar geserveerd hebben? Daar kun je je nu weinig bij voorstellen. Toch was het door Filips de Goede aangerichte Banket van de Fazant van een ongekende grootte. En het duurde meer dan 18 dagen.
Het begon in Rijssel (Lille) op zondag 17 februari 1454 met een koninklijke verloving, werd gevolgd door nog meer dagenlange feestelijkheden en eindigde met een enorm theater van ongekende heerlijkheden. Met orkest in een schelp van deeg, met een levende olifant waarop een vrouw reed. Er was muziek, er werden allegorieën opgevoerd, kortom er waren kosten nog moeite gespaard voor een spektakel van ongekende afmetingen.
En uiteindelijk kwam dan die goudfazant ten tonele. Filips de Goede verzocht aan alle aanwezige edelen een eed op dat dier te doen en vooral veel geld te doneren. Want hij wilde de Turken gaan verslaan met een nieuwe kruistocht, waarbij de Turken eens en voor altijd verslagen zouden worden.
Op de tentoonstelling in het Limburgs Museum was de glitter en glans van dit spektakel mooi verbeeld met een paviljoen van “gouden” reuze pailletten, stonden er overvloedige gerechten en waren de wanden versierd met wandtapijten.
Met enige fantasie krijg je een beeld van de enormiteiten, zeker als je het in die tijd verplaatst.
Er was een film met telkens die fazant, met een ketting vol edelstenen. Daartussendoor kon je eden lezen, die de edelen hadden uitgesproken. En al moest dan het Christendom verdedigd worden, veel van die eden schonden het gebod van “gij zult niet doden”. De kruistocht kwam er overigens nooit.
Protesteren mag gelukkig in Nederland. En wie zijn protest kracht bij wil zetten, gebruikt weleens ongebruikelijke methodes. Maar protesteren tegen het gebruik van fossiele brandstof, maar wel de geneugten van deze grondstoffen genieten, vind ik erg tegenstrijdig.
Paul Meekhof schreef dit stukje op Facebook en ik wil het graag delen, omdat het met humor de vinger op de zere plek legt.
quote Hier wat tips voor als zoon of dochterlief ook de neiging krijgt om het asfalt te willen gaan knuffelen. En het volledig eens te zijn te zijn met de blokkades op de A12.
Na haar stompzinnig idee hebben we als ouders maar besloten om haar te helpen met het voorkomen van de door XR ( Extinction Rebellion ) aangekondigde “massale uitroeiing en het verdwijnen van hele ecosystemen”. Tja het blijft toch je kind.
Ze gaat voortaan op de fiets naar school, want wegbrengen met de auto kost brandstof. Natuurlijk wordt het straks winter en dan wil ze met de bus, maar zolang dat een dieselbus is, lijkt dat ons niet bevorderlijk voor het klimaat. Nu vraagt ze natuurlijk om een elektrische fiets, maar we hebben haar de verwoestingen aan de natuur laten zien ten gevolge van de lithiumwinning, dus het wordt gewoon trappen. Is goed voor haar, wij fietsten vroeger ook naar school.
Om alvast te wennen aan “het van het gas af moeten” hebben we de radiator in haar kamer afgekoppeld. Het daalt er nu ‘s avonds tot twaalf graden, maar in de winter zou het weleens kunnen gaan vriezen. In dat geval hebben we beloofd dat ze een extra trui, muts, maillot en handschoenen krijgt. Om dezelfde reden hebben we afgesproken dat ze voortaan alleen een koude douche neemt. Kleding wassen doet ze voortaan zelf, met het wasbord, want de wasmachine is nu eenmaal een stroomverbruiker en de wasdroger al helemáál. Dat kan natuurlijk niet meer.
Nu we het toch over de kleding hebben, die ze nu heeft zijn allemaal synthetisch, dus gemaakt van aardolie. Maandag brengen we daarom alles naar de Kringloper. We hebben een eco-winkel gevonden waar uitsluitend kleding wordt verkocht uit ongeverfde en ongebleekte linnen, wol en jute. We denken niet dat het haar mooi staat, zelfs dat ze uitgelachen gaat worden, maar dat is wat ze ervoor over moet hebben, voor het klimaat. Katoen is uit den boze, dat komt uit verre landen en er worden veel bestrijdingsmiddelen voor gebruikt.
We zagen zojuist op haar Instagram dat ze best kwaad is geworden. Dit was de bedoeling niet. Maar straks om 19:00 zetten we de WiFi uit en die gaat pas morgen na het avondeten weer even aan. Op die manier sparen we elektriciteit, heeft ze geen last van elektrostress en is ze totaal geïsoleerd van de buitenwereld, zodat ze zich beter op haar huiswerk kan concentreren. Om elf uur ’s avonds halen we de stroom eraf, donker is dan echt donker. Dat scheelt een hoop CO2.
Ze gaat niet meer mee op wintersport. Ze gaat niet meer mee op welke vakantie dan ook, want onze vakantiebestemmingen zijn praktisch onbereikbaar met een fiets. Terug naar de CO2-uitstoot en voetafdruk van je overgrootouders betekent domweg dat je ook leeft zoals je overgrootouders en die hadden nooit vakantie en zelfs geen fiets.
Dan hebben we het nog niet over eten gehad. Geen CO2-afdruk betekent geen vlees, geen vis en geen gevogelte maar ook geen vleesvervangers op basis van soja ( dat groeit immers waar eerst regenwoud was.) en ook geen geïmporteerd voedsel, want dat heeft een negatief ecologisch effect. En absoluut geen chocolade uit Afrika, geen koffie uit Zuid-Amerika en geen thee uit Azië.
Uitsluitend nog Nederlandse aardappelen, groenten en fruit dus en alleen van de koude grond, want broeikassen draaien op verwarmingsketels, CO2 en kunstlicht. Dat is slecht voor Het klimaat. Brood kan nog, maar boter, melk en eieren, kaas en yoghurt, kwark en room komen van kippen en koeien en die stoten CO2 uit. Geen ijsjes in de zomer. Geen wijn. Geen frisdrank en geen bier, die belletjes zijn immers CO2. Ze wilde wat kilo’s kwijt, nou, dat gaat lukken.
Ook gaan we alle plastic uitbannen, want dat komt uit chemische fabrieken. Ook alles van staal en aluminium moet weg. Weleens gezien wat een energie zo’n hoogoven verbruikt of een aluminiumsmelterij? En ten slotte krijgt ze geen make-up, zeep, shampoo, crème, lotion, conditioner, tandpasta en medicijnen meer en het maandverband wordt van linnen. Net als vroeger…. Unquote
Paul Meekhof ik ben het helemaal met u eens, consequent zijn heeft een prijs. Fijn dat u dat zo goed onder woorden bracht.
Maar we gingen natuurlijk vooral naar Venlo om de tentoonstelling van de Bourgondiërs te bekijken. Ik was al aardig in de stemming gebracht door het boek en de podcast van Bart van Loo. Maar hier lagen nu de relikwieën, stonden de beelden en hingen de schilderijen uit die tijd.
Een tentoonstelling in beperkt licht, omdat veel van de voorwerpen uiterst kwetsbaar zijn. Maar alles werd zonder meer prachtig uitgelicht. Voor wie wil zijn er audiotours te verkrijgen en uitgebreide informatie staat op de wanden te lezen.
Het ene moment sta je oog in oog met Flips de Goede, Karel de Stoute of Maria van Bourgondië. Wat verderop staan houten beelden, zo mooi en fijn gesneden. Iets waarover ik me altijd weer verwonder, omdat de kunstenaars destijds alleen hamer, beitel en vijl ter beschikking hadden. En dan toch zulke levensechte en gedetailleerde voorstellingen maken…. ik ben er altijd weer stil van.
Er was een grote plek ingericht voor het “Buffet van de Fazant”, maar daarover vertel ik later.
En dan waren er waren nog boeken, wandtapijten, beeldhouwwerken, gouden en zilveren voorwerpen.
En toch maakte ik niet veel foto’s. Dit is iets wat je gezien moet hebben, de sfeer ondergaan en zelf ervaren. En vooral van moet genieten, omdat we niet zo vaak zo dicht bij die Bourgondiërs en de Middeleeuwen kunnen komen.
De tentoonstelling in het Limburgs Museum is nog te zien tot en met 1 februari 2026.