Wandelen

Het is prettig als je een beetje idee hebt waar en hoe ver je gaat wandelen. In je eigen buurt ken je de weg, maar in een vreemde stad of dorp is dat anders. Je kunt natuurlijk op internet op allerlei manieren wandelingen vinden, downloaden en printen. Maar soms zijn die te lang, of wil je nog een ander stuk van zo’n stad bekijken. Ik vond een link waarop je met heel weinig moeite een eigen wandeling kunt plannen, zoals deze, die ik met De Ganzenpas maakte. En zoals beloofd, leg ik uit hoe het in z’n werk gaat.
Je begint met naar de site van Runnermaps te gaan. Rechtsboven log je in met een e-mailadres.
Op de kaart kun je zoeken naar de plek waar je wilt gaan wandelen. Ik heb voor mijn gemak Rotterdam aangehouden, maar elke plaats is mogelijk, ook elders op de wereld. Typ de gewenste plaats in het zoekkader en klik op het vergrootglas. Vergroot de kaart zoals je dat het prettigst vindt. Als je “centreren” aanvinkt, blijft het verloop van je route goed in beeld.
Klik dan op het lijnsymbool links boven en zet de cursor op je beginpunt en klik. De wandeling is gestart. Ga telkens een stukje verder en klik op de kaart. Je zult dan zien dat de route via loopwegen wordt aangemaakt. Ook wordt het aantal kilometers meteen berekend.
Als je klaar bent, kun je je wandeling een naam geven, beschrijven en opslaan. Je kunt hem voor je zelf houden of delen met iedereen op Runnermaps.
Je kunt ook op dezelfde manier fietstochten maken, maar zelf heb ik dat niet geprobeerd.
Maar hoe je ook op pad gaat, veel plezier!!

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Cambridge

Bloedheet was het, toen we Cambridge bezochten. We logeerden niet ver van een Park&Ride parkeerplaats. Maar door een misverstand kwamen we in de plaats Newmarket uit en moesten we een heel stuk terugrijden. We stonden ook nog in de file, niet voor auto’s maar voor een hele stoet paarden. Niet zo verwonderlijk, want Newmarket bestaat voornamelijk uit paarden, paardensport, races en alles wat daarmee samenhangt.
Maar uiteindelijk kwamen we toch in Cambridge aan. We vonden de stad wat bekakter dan Oxford. Er zijn hele mooie stukken, maar de sfeer leek anders. Duurdere winkels, deftig aangeklede dames en heren, veel zwarte pakken, jacquets en hoge hoeden in de portierloges van de Universiteit. Kortom, alles iets minder losjes. We hadden geen vast plan en liepen op goed geluk richting rivier. En daar was het in de schaduw onder de bomen echt heerlijk. Op de rivier probeerde een hele groep Nederlandse jongens en meisjes onder luid gejoel vooruit te komen met zo’n punter. Maar dat viel nog niet mee. Wij lieten ons punteren en genoten ontspannen van het uitzicht op de fraaie gebouwen en tuinen van de colleges. We maakten talloze foto’s, maar jammer genoeg kwam Leo op het eind van de dag tot de ontdekking dat hij zijn camera verloren was. Er zat een adreskaartje bij, dus hoopten we dat ie zou worden opgestuurd. Maar helaas, dat gebeurde niet.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Wandelen

Afgelopen donderdag nam De Ganzenpas de metro naar Coolhaven, om vandaar uit een wandeling te maken. Die route had ik uitgezet en binnenkort zal ik bloggen hoe ik dat doe.
We liepen via de Rochussenstraat over de Lage Erfbrug via het schilderachtige Delfshaven naar het Dakpark. Dat park ligt letterlijk op het dak van een aantal grote winkels en een parkeergarage. Je zou het niet zeggen als je er loopt. Er is een mooie mediterrane tuin, speelweides voor kinderen, waterwerken en een mooie wandelweg. Een gebied dat vroeger nogal grauw en verwaarloosd was en zeker niet nodigde tot wandelen, maar nu heerlijk groen en levendig is. In het deel dat heringericht wordt, zagen we konijnen vanachter een hek. Ze waren zo druk, dat we ze moeilijk op de foto kregen. Vandaar dat het een konijnenkontje is geworden 😉 .
We hielden een plaspauze bij Café Ooms, waar we zo maar zelfgebakken cake bij de koffie kregen. Leuke verrassing van de vrolijke en gastvrije cafémevrouw.
We liepen verder naar Spangen, waar mijn roots liggen. Door het Justus van Effencomplex, via de Van Lennepstraat naar het Sparta Kasteel en over de Mathenesserdijk terug naar de Lage Erfbrug. De Van Lennepstraat is in al die jaren zo veranderd, dat ik de deur van mijn oude huis niet meer kon terugvinden. Wel de ingang naar de kleuterschool, al is daar nu een heel ander soort school in gehuisvest.
Nog even een drankje en wat te eten bij Café Soif en dan weer huiswaarts.
De app-jes na afloop toonden dat mijn mede-ganzen zo’n toeristentochtje in hun eigen stad ook leuk gevonden hadden.

(klik op een foto om te vergroten)

Wales

De natuur in Wales was voor ons een openbaring. Zo groen, zo rustig, zo weids en met onnoemelijk veel schapen. Die witter zijn dan bij ons, maar dat zal wel door de schone lucht komen. Met kleine, pittoreske dorpjes, stoere huizen en gezellige pubs.
De dorpjes liggen nogal verspreid in het landschap en door de bochtige en smalle wegen kun je niet zo snel van de ene plaats naar de andere gaan. Er is nog stilte, al raast de wind soms langs je oren.
We gingen een dag naar Abergavenny. En ja, die dag zat dat liedje aldoor in mijn oren. Abergavenny is een leuk plaatsje. Er was een rommelmarkt, maar dat is in Groot Brittannië niet ongewoon. We keken er natuurlijk even rond, dronken koffie en gingen naar de kasteelruïne. Het was prachtig weer, dus picknickten we in het gras.
Onze standplaats was Dolgellau, waar we logeerden in een huis uit 1840. Romantisch begroeid met klimop en wingerd. De huiskat kwam regelmatig langs met een vers gevangen muis, zeer tot onsteltenis van de huisbazin.
We reden, via Machynlleth, Aberdovey en verder, langs de kust, naar Llangelinin en via een binnenweg terug naar Dolgellau.
De volgende dag reden we wat verder noordwaarts, naar Porthmadog en langs een riviertje met veel vissende mannen naar Beddgelert. (klik op een foto om te vergroten)

En toen, helaas zaten onze dagen in Wales er al weer op. Maar we komen vast nog wel eens terug. Er zijn al vage plannen… dus wie weet…

Verkeersbord

De eerste keer dat we dit bord in Groot Brittannië zagen, dachten we dat het om een grap ging. Overstekend wild, overstekende kinderen en och, nou ja, overstekende oudjes. Maar het is waarschijnlijk een officieel bord, want we kwamen het meerdere malen tegen. Waarom er nou zo duidelijk op ouderen gefocust werd, is ons niet duidelijk. Misschien was in de buurt wel een seniorenflat? Maar goed, we werden er opmerkzaam op gemaakt en Leo paste beleefd zijn snelheid aan.
Zou zo’n bord hier ook werken? Of krijgen we dan weer protesten over leeftijds-discriminatie?

Bewaren

Water

Afgelopen week schreef Bertie een blogje over een (al dan niet) gratis glaasje water in een restaurant. In Nederland doen ze daar vaak moeilijk over, belachelijk moeilijk soms. Moet je een glaasje “bron” water kopen, alleen maar omdat je je pilletje wilt innemen.
In andere landen zijn ze veel soepeler. In Frankrijk komt de ober meteen al met en kan of fles water en glazen aan en ook in Groot Brittannië hebben we dat regelmatig meegemaakt. Zo hoort het natuurlijk ook. Want wat kost zo’n fles uit de kraan nou eigenlijk?
Maar het kan nog beter. Want ook je hond wil zijn dorst wel lessen na een flinke wandeling. En dus zie in Engeland en Wales overal bakken staan met water voor de hond, bij cafés, restaurants. Maar dus ook bij het station. Gewoon, service van de Great Western Railway. Dat is toch heel (dier) vriendelijk? En ze hebben daar niet een een PvdD…… 😉

Bewaren

Oxford

Al lange tijd wilde ik naar Oxford toe. Oxford, de stad van de beroemde universiteit, van Alice in Wonderland, van Morse en Lewis en Hataway, de detectives. We gingen met de trein, vanaf het kleine stationnetje van Evesham. Natuurlijk is één dag niet genoeg. Maar ja, roeien met de riemen, want meer dan die dag hadden we niet.
Van te voren had ik een wandeling uitgezet, die ons langs de meeste colleges en gebouwen zou leiden. Dus stevenden we van af het station meteen richting centrum, liepen langs de Carfax Tower en bezochten de Covered Market. Een verzameling oude winkeltjes met veel eettentjes, maar ook slagerijen, hoeden- en bloemenwinkels.
Er werden veel anjers verkocht, want met een anjer kon je laten zien dat je geslaagd was en de kleur verraadt dan waarvoor. We zagen dan ook studenten met zo’n bloem op hun toga.
We liepen Saint Aldates Street in, waar het stadhuis staat en de hoofdingang van Christ Church College is. Het leek me vertrouwd na het lezen van Alice Lidell’s biografie, al liepen de toeristen hier heel anders gekleed dan de meisjes Lidell in hun tijd.
We wandelden over de Meadows en wilden naar Magdalen College. Helaas, de studenten zaten aan hun maaltijd dus…. sorry, no entrance. Het hek was en bleef dicht. Er zat niets anders op om terug te lopen en via de High Street onze wandeling te vervolgen. Onderweg lesten we onze dorst in een donkere pub. Leo met een pint of bitter, ik met eenzelfde hoeveelheid cider.
Het was best warm en onze tijd beperkt, dus bekeken we al die mooie gebouwen, zoals Radcliffe Camera en de Bodleian Library alleen van de buitenkant. Aan het eind van de middag liepen we onder de “Bridge of Sighs” door en kwamen we via allerlei steegjes bij de Turf Tavern, waar we bier en cider dronken maar ook aten. Leo koos voor worstjes en aardappelpuree met de onvermijdelijke groene erwten. Ik nam een burger, iets minder traditioneel.
Onze voeten begonnen te protesteren en via een grote boekenwinkel liepen we terug naar het station.
We hebben nog maar een klein deel van Oxford gezien en gaan er vast nog eens naar toe. Maar dan met meer tijd, zodat we op meer ons gemak van alles kunnen genieten en ook in de omgeving van Oxford kunnen wandelen.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Beleefd

Nederland is een land van verboden, regels en verordeningen. Wij zijn streng, heffen snel het vingertje en zetten soms zelfs het nummer van een wetsartikel op het verbodsbord.
Engelsen zijn een stuk vriendelijker. Oh ja, er zijn vast wel heel erge bromberen te vinden. Maar kijk nou op dit bordje. “wilt u a.u.b. hier geen fietsen neer zetten. Dank u”. En dan doet ook niemand dat. In de verste verte geen fiets te bekennen. Dat soort dingen vallen mij dan op. Ook hoe ze nog steeds keurig in een rij staan te wachten. En in de trein ergens anders gaan zitten, zodat jij met je man samen op één bank kunnen.

We gingen met de trein naar Oxford en ik was op een gereserveerde plaats gaan zitten. In een normale trein, dus ik verwachtte dat niet. Toen wat stations verder een man instapte en zijn plaats wilde innemen, stond ik uiteraard op. Maar hij kon nog ergens anders zitten, dus…. nee,nee , no problem. Ik was stomverbaasd, maar ook blij verrast.

Bewaren

Bewaren

Wifi, maar toch…

Britten zijn echt “quite different”.
In het hele land loopt iedereen, net als elders in de wereld, met een smartphone. In bijna elk B&B was wel wifi. Misschien niet altijd echt om over naar huis te schrijven maar toch. Een ouderwetse telefoon zal dus ook in Groot Brittannië wel totaal in onbruik geraakt zijn. Hier zijn inmiddels de cellen met een lantaarntje te zoeken. Maar als je denkt dat Engelsen dan meteen alle telefooncellen van de straat halen, dan heb je het toch mis.

Die laten ze gewoon staan. En als ik me niet vergis, kun je ze zelfs nog steeds gebruiken. Om te bellen, maar ook om een tekstbericht te sturen. Helemaal zeker ben ik daar niet van, maar die knalrode hokjes geven het straatbeeld wel een heel speciale sfeer.

Vakantie

Wekenlang kijk je er naar uit en dan… is het ook alweer voorbij. Eigenlijk waren de 11 dagen in Engeland en Wales te kort. We hadden gekozen voor een reis, waarbij alles van te voren vastlag. Makkelijk dat wel. Maar voortaan doen we het toch weer zelf. Op internet stond een aantrekkelijke reis voorgeschoteld. Maar toen puntje bij paaltje kwam bleken de bestemmingen anders te zijn. Jammer, want nu ervoeren wij de reisdagen als soms te lang, maar ook soms te kort. En de B&B-adressen zouden wij niet allemaal gekozen hebben. Niet vanwege de overdaad aan roze rozen en kwikken en strikken in het interieur, maar meer vanwege de plek waar ze soms waren. Of vanwege de afstand tot de plaatsen die wij beslist wilden bezoeken.
Maar desondanks hebben we het toch heel fijn en gezellig gehad. Groot Brittannië is prachtig. Zeker als je de binnenwegen neemt. Dan rij je mijlenlang door een landschappelijk platenboek, ontdek je dorpjes waar je zo een TV serie kunt opnemen. Zie je huisjes met bloemen aan de muren en in de tuinen, waar romantische kleuren elkaar beconcurreren. En we boften met het weer. Zon, warmte, bijna elke dag en nauwelijks regen. Leo reed vrolijk en behendig links en nam de honderden “roundabouts” met gemak. En ik…. ik liet me prinsheerlijk rijden.
Binnenkort vertel ik er uiteraard meer over, maar in de diashow krijg je alvast een indruk wat we zoal gezien hebben:

Deze slideshow vereist JavaScript.