Er even tussenuit

We hadden het een paar weken geleden reuze naar onze zin in Sibculo. Alleen het weer werkte niet erg mee. Maar dat kan gebeuren. Ach, een paar dagen rustig aan is helemaal niet erg.

Gingen we dan helemaal niet weg? Natuurlijk wel! Maar we vinden er niks an als het miezert en alles klam en nat is. En met een grijze lucht worden die foto’s er ook niet fraaier op. Dus maakten we wel wat kortere wandelingen.

We bezochten ook een paar dorpen in de omgeving, zoals Vilsteren, Ommen en Beerze. Als het even droog was, stapten we uit de auto en liepen wat. Maar te vaak werden we door de regen weer teruggeleid.

Vlak bij Sibculo ligt het natuurgebied De Engbertsdijkvenen. Een gebied met het nog zeldzame hoogveen, plassen en uitgestrekte heidevelden. En daar wandelden we wel een paar keer en kon ik gelukkig toch nog wat foto’s maken.

Maar wie weet gaan we nog een keertje terug…

Opvallend

Deze jonge rups ziet er opvallend en een beetje afschrikwekkend uit. Die grote ogen zijn nep, gewoon een paar doneke vlekken. Maar een vogel zou er van schrikken. Ik denk ik ook 😉

Het is de rups van het Groot Avondrood, een inheemse vlinder in Nederland. Maar wil je dievlinder een keertje spotten, moet je wel ’s nachts op zoek gaan., want het is een nachtvlinder.

En die vlinder is helemaal niet afschrikwekkend, nee eerder eetlustopwekkend.

Je zou er zou een mierzoet snoepje in kunnen zien. Zuurstokroze en een allerliefst beestje.

De natuur is altijd weer verrassend…!

Landverhuizers

Vanuit elke havenstad zullen mensen wel vertrokken zijn om elders hun heil te zoeken. Rotterdam kent een hele wijk, die bekend stond om zijn Chinese bewoners. Sommigen vonden er hun geluk, hun partner of verdienden genoeg om weer terug te keren naar hun vaderland.

Maar vanuit Rotterdam vertrokken ook honderdduizenden om aan de andere zijde van de oceaan hun geluk te beproeven. Misschien trokken ze verder, naar Canada of naar de westkust van de Verenigde Staten. Ze begonnen een bedrijfje, kochten land om een boerderij op te zetten of trokken naar de goudvelden in Californië of Alaska.

De meesten van hen zullen zijn scheep gegaan aan boord van één van de schepen van de Holland America Lijn. Op die kade begonnen heel wat verhalen, van tragedies tot succes stories.

Het hoofdkantoor van de HAL stond aan de Wilhelminakade en is nu het welbekende “Hotel New York”. De loodsen van toen zijn omgebouwd tot een grote “terminal” voor cruiseschepen.

Wie wil weten of een oud familielid aan boord van één van de HAL-schepen was, kan nu die passagierslijsten digitaal inkijken.

Ik weet intussen dat er heel wat reislustige familieleden waren. Niet allemaal waagden ze de oversteek definitief. Ze gingen soms ook alleen op (zaken)reis en kwamen na verloop van tijd weer terug. Misschien vind ik zo ook nog wel “verdwenen” familie…. 😉

Boek

Vanuit Rotterdam vertrokken honderdduizenden mensen op zoek naar geluk in het verre Amerika. Ze stapten op een schip van de Holland America Line in de hoop dat aan de overzijde van de oceaan hun fortuin zou liggen. Helaas, velen zullen er vooral armoe gevonden hebben. Tenminste dat vermoed ik, want er zijn tientallen boeken over verschenen.

Eén van die boeken is “Fortuna’s kinderen” van Annejet van der Zijl.

Het begint met het verhaal van Léon Herckenrath, zoon van een gegoede familie in het Zuid-Hollandse westland. Hij wordt voor zaken naar Amerika, naar Charleston gestuurd. Als hij daar ernstig ziek wordt, zorgt de kleine Juliette voor hem en waakt dag en nacht. Leon en Juliette worden verliefd. Eigenlijk kan dat niet goed gaan, want Juliette is een slavenkind.

In het geniep leven ze samen, krijgen kinderen. Maar als het er echt om gaat spannen weet Leon toch zijn kinderen en vrouw naar Nederland te sturen, waar ze allen in de familie worden opgenomen. In Nederland is Juliette weliswaar een bijzonderheid, maar de Nederlanders reageren zeer nuchter op haar huidskleur. Nu is zij de dame en heeft ze bedienden die voor haar werken.

De oudste dochter trouwt een vriend van de familie. En ook deze man heeft reisbloed in zijn aderen, want hij vertrekt naar Californië om goud te zoeken. Het goud wordt hem niet in de schoot geworpen, maar dankzij zijn handelsgeest weet hij wel een succesvol zakenimperium op te zetten.

Zoals in alle boeken van Annejet van der Zijl is zij diep in de geschiedenis gedoken. Het boek is niet zozeer een roman als wel een prachtig historisch verhaal.

Maandag met muziek

Old Blue Eyes Frank Sinatra, samen met Ella Fitzgerald, altijd goed voor een heerlijk jazzy nummer “The lady is a tramp”

Als het filmpje niet start, dit is de LINK

Nota bene:
Het is soms wel begrijpelijk dat artiesten of platenmaatschappijen niet willen dat hun link zo maar gratis wordt afgespeeld op een blog of website. Maar het is lastig om op voorhand te bekijken of een YouTube link werkt of niet. Daarom probeer ik ook altijd de link er onder bij te zetten. Ik hoop dat het filmpje wel dan wel werkt.

Boek

De Kronkels van Simon Carmiggelt heb ik altijd met veel plezier gelezen. Van Ellen Warmond heb ik maar een paar gedichten gelezen en eerlijk gezegd niet veel van begrepen.

Maar de naam Ellen Warmond en ook haar werkelijke naam Nel van Yperen hoorde ik regelmatig bij ons thuis. Nel was jaren de hartsvriendin van mijn zus. Samen zaten ze op de HBS in de oorlog en vlak erna.

Mijn zus bewonderde de levensstijl van Ellen/Nel. Mijn ouders deden dat beduidend minder. En toen mijn zus een beetje opstandig werd en van de HBS af wilde, werd de vriendschap onder dwang verbroken.

Maar zo nu en dan vertelde mijn zus over die turbulente schooltijd. Een tijd vol avontuur, angst maar ook van zorgeloos leven. Met feestjes, drank en sigaretten. En ja, ik begreep wel dat er toen een hemelsbreed verschil was met de wat burgerlijke gezapigheid van ons.

Met kerst kreeg ik van Leo dit boek, waar ik al eerder over gelezen had. Een bloemlezing uit de 15-jarige correspondentie die Ellen Warmond met Simon Carmiggelt voerde in de tijd dat ze bij het Letterkundig Museum werkte.

En in de brieven van Ellen Warmond zie ik soms mijn zus terug. Grappig, spitsvondig en een beetje dwars. Met een bijzonder gevoel voor humor en oog voor absurde dingen.

Misschien is mijn lezersblik wel een beetje vervormd door wat ik er in wil lezen. Maar ik ben erg blij met dit boek.

Erg oud

Bij ons laatste bezoek aan het Arboretum Trompenburg liepen we ook nog even de kas in. Dat doen we wel vaker, het is er warm en er staan honderden succulenten in allerlei vormen en maten.

Nu werd onze aandacht getrokken door een opmerking van een andere bezoeker. Bij de uitgang stond een flinke cactus. Maar wat zou er zo bijzonder aan zijn?

Het kaartje bij de plant gaf uitsluitsel. De plant is in wezen niet zo bijzonder, maar haar levensgeschiedenis wel.

In 1926 kreeg Nicole Leemans (toen 8 jaar oud) een cactus cadeau, die ze in een vensterbankkasje zette. Op 10 mei 1944 werd het huis van Nicole gebombardeerd en lag de gewonde cactus op straat. Haar moeder redde de plant en later nam Nicole haar mee naar Blaricum, waar de plant van 1966 tot 2006 stond. De plant werd daarna geschonken aan het Historisch Museum Rotterdam. Dat was geen geschikte plek voor een plant, dus werd een plek gezocht in Arboretum Trompenburg.

En daar staat ze nog altijd. Iets te groot voor de vensterbank. Kijk maar, ik fotografeerde Leo (1,90 meter) ernaast. De plant torent echt boven hem uit.

Het is een wel echte Rotterdamse plant, niet klein te krijgen maar “sterker door strijd”.

Onvoorspelbaar

Het is een oneindig onderwerp van gesprek en je kunt er nauwelijks op rekenen. ???? Ik bedoel natuurlijk het weer.

Tijdens onze vakantie in Twente hoopten we op een beetje mooi weer. Maar wat we voorgeschoteld kregen was grauw, mistig, koud en bij wijlen zelfs onaangenaam.

Maar op de op één na laatste dag stonden we op met zon en een stralend blauwe hemel. Dus besloten we wat vroeger op stap te gaan. Maar nauwelijks waren we op weg of Leo realiseerde zich iets te zijn vergeten. Bij een benzinestation keek hij nog even in zijn rugzak of hij het toch bij zich had. Maar nee…

Hè bah, nou ging net de zon weg. En wat was dat, zag ik dat goed? Ja, het sneeuwde een beetje. Nou ja, natte sneeuw… Leo stapte weer in en reed weg. En ineens zaten we in een hevige sneeuwbui. We reden het dorp in, waar alles al enigszins wit was. Bij een rotonde keerden we en reden terug naar ons huis. Het hield op met sneeuwen en …. kijk nou, stralende zon, helderblauwe lucht. Geen regendrop te bekennen. Op nog geen drie kilometer zoveel weersverandering, het leek een beetje surrealistisch.

Thuis zocht Leo zijn spullen bij elkaar en stopte ze snel in de rugzak. Opnieuw gingen we op weg. En weer doken we de grauwe wolken in. Maar gelukkig, droog bleef het en wandelen konden we dus ook. Al was het echt bitter koud.

Boek

“De kers op de taart”, alleen de titel al trok me aan. En toen ik op de achterzijde las dat het ging over een bakwedstrijd en allerlei romantische verwikkelingen, was de keus voor dit boek van Katie Fforde snel gemaakt.

Zoë staat op een keerpunt in haar leven. Ze wil graag een delicatessenwinkel beginnen, maar heeft niet voldoende geld om dat te realiseren.

Maar stel dat ze de bakwedstrijd zou winnen, dan… En ja, op de eerste dag al werkt ze zich in de nesten. Ze is ook veel te lief, te behulpzaam. en ook recht door zee, in tegenstelling tot haar kamergenote. Die kent geen scrupules en brengt alles in stelling om haar doel te bereiken.

Een gezellig boek, leuk geschreven. Met alle ingrediënten voor een mooi verhaal. Een groot Engels landhuis, een enorme verbouwing, een bruiloft en een bevalling. En tussendoor moet Zoë natuurlijk ook nog die bakwedstrijd winnen. Krijgt ze alle leden van de jury op haar hand? En gaat er om spannen…!

Heerlijk luchtig feel-good boek.

Puzzel

Eindelijk is deze puzzel dan ook weer klaar. Het is een heel leuke afbeelding, maar moeilijk vertelde Lies.

En moeilijk was ie. Met heel veel donkere stukjes Eiffeltoren, waar ik in het begin geen kop of staart aan kon zien. Met lastige kleurverschillen, moeilijke en niet te onderscheiden fantasie decoraties.

Het duurde dan ook enkele weken voordat ik eindelijk een beetje voortgang kon ontdekken. Tot twee keer toe wanhoopte ik en wilde alles opbreken. Maar ja, onoplosbaar is zo’n puzzel niet. Het is en blijft een uitdaging om alles aan elkaar te leggen.

En zo ligt ie nu al een paar weken te pronk onder de glasplaat. En ga ik weer eens kijken wat ik nu nog kan gaan leggen.

Want dat ik weer aan een nieuwe puzzel ga beginnen, staat wel vast. Gezellig hoor, ’s avonds terwijl Leo een film bekijkt of leest, ik zoekend naar juist dat ene hoekje of stukje. Er staan er nog een paar te wachten op mijn werkkamer.