Verspilling

Vorige week bestelde ik iets via internet. Geen breekbaar artikel, zo’n 30 x 30 centimeter en passend in een doos. Nee, het pakket zou niet door de brievenbus kunnen, dus werd het bezorgd door PostNL.

De doos die voor de deur werd gezet was bedidend groter dan dat 30 x 30 pakket. Maar misschien heeft dat te maken met de standaardmatten die door PostNL gevraagd worden.

Ik maakte de doos open en was verbaasd toen ik zag hoe de ruimte was opgevuld. Met een lap dik en mooi wit papier van minstens 1,5 x 2,5 meter. Dat papier was niet meer te gebruiken, want grondig verkreukeld. Wat een verspilling van materiaal.

Een tijd lang kreeg je als opvulling een soort plastic kussentjes. Maar ja, plastic mag niet meer. Dit nog wel. Het is de gekte van onze maatschappij.

We hebben papier en doos in de papier kliko gegooid en ons geweten gesust met de gedachte dat het weer opnieuw gebruikt zal worden. Maar toch….. echt lekker zit het me niet.

Pannen

In de kookwinkel in de Rotterdamse Markthal zag ik een mooie set pannen. Nou heb ik al jaren een set pannen natuurlijk, maar deze waren wel een beetje bijzonder.

Leo was de kookboeken aan het bekijken, dus liep ik naar hem toe en zei hem dat ik nieuwe pannen nodig had. Verbaasd keek hij op. Nieuwe pannen, waarom?

Een beetje kribbig vertelde ik dat dit wel heel bijzondere pannen waren en dat ik beslist niet meer zonder kon koken. Hij liep met me mee, maar snapte niet zo gauw waarom ik nou precies dié pannen wilde.

Totdat hij beter keek en het kwartje bij hem viel. Want zeg nou zelf, koken in pannen die Leo heten…..

Nee, ik heb ze niet gekocht, het was maar een grapje. Ik kook nog wel uit mijn vertrouwde pannenset. Dat smaakt ook gewoon lekker, vindt Leo.

Leuk werk

Een paar maanden geleden blogde Sjanne over het sprookjesboek “Verhalen van Moeder de Gans” met daarin illustraties van Rie Cramer. Jammer genoeg was het boek al oud, was het al gerepareerd met plakband. Sjanne wilde het weer opnieuw het met plakband repareren.

Meteen schreef ik haar dat dat niet zo’n goed idee was, want plakband maakt nare vlekken en is niet het juiste materiaal voor dit soort werk. Ik wilde het wel weer in orde maken. En zo bracht Sjanne in september het boek bij mij. We maakten er meteen een leuke dag in Rotterdam van.

Ik ben geen professioneel restaurateur, maar heb al vaker boeken gerestaureerd. Met een beetje goeie wil en heel veel gepriegel lukte het me ook nu om van de kaft en losse bladzijden weer een boek te maken.

Eerst maakte ik alle bladzijden los, verwijderde het jarenoude plakband en repareerde dat wat gescheurd was. Daarna verstevigde ik alle pagina’s aan de bindzijde met een randje gevouwen rijstpapier. Zo konden de bladzijden weer aan elkaar geplakt worden. Voor het rijstpapier gebruikte ik een rolletje sigarettenvloei, dat ik een keer in een coffeeshop op de kop kon tikken. Een prima en al beproefd alternatief.

Tussendoor liet ik alles goed drogen tussen twee planken. Een reep boekbindersgaas gaf nog wat meer stevigheid en toen kon alles stevig geklemd worden.

Ik had nog een restje blauw boeklinnen, dat wonderwel paste bij de kleuren van het boek. Daarmee maakte ik de rug en kon het boek nogmaals tussen de klemmen.

En zo werd dag na dag die stapel papier weer een boek, dat vastgehouden kan worden en – het allerbelangrijkst – waaruit Sjanne haar kleinkinderen weer uit kan voorlezen.

Dus nam ik vorige week in de stromende regen de trein naar Sjanne om het boek af te leveren en gezellig bij te praten.

Mooi uitzicht

Vast en zeker heb ik dit uitzicht als eens eerder laten zien.

Meestal is de luxaflex ervoor en wordt het beeld een beetje streperig, maar voor deze gelegenheid heb ik de jaloezieën maar even opgetrokken. En laat ik jullie genieten van onze voortuin met de esdoorn in herfsttooi.

Ik kijk mijn voortuin in als ik groenten sta te snijden. In het voorjaar ontdek ik er de eerste knoppen en zie ik de esdoorn uitlopen. Hij is altijd mooi, maar in de herfst laat hij zich eigenlijk van de beste kant zien.

Vorige week, toen het zulk somber weer was en de regen telkens tegen de ramen sloeg, vond ik dit een plaatje om blij van te worden.

Nu is alles alweer een beetje verwaaid en straks blaast de wind het laatste blaadje van de takken.

Met een beetje geluk vriest het deze winter en staat hij op een morgen vol rijp. Maar dat moet ik nog afwachten. Dan wordt het weer tijd voor een nieuw begin van de seizoenen.

Waarom?

Bron: Google foto’s

Allerlei dingen kunnen tegenwoordig niet meer. Dingen die we vroeger gewoon noemden, hebben tegenwoordig een soort van smet. En moeten dus hernoemd worden. Maar dan blijft het toch gewoon wat het is.

Nu las ik weer dat allerlei Amerikaanse (maar blijkbaar ook elders in de wereld) vogels een andere naam moeten krijgen. Want de man of vrouw waarna ze genoemd zijn, heeft een slavernij verleden, had ouders met slaven of was op een of andere manier in de geschiedenis niet helemaal smetvrij.

Waarom wil men toch de geschiedenis herschrijven? Wat toen normaal was, is heden ten dagen fout. Maar veranderen kunnen we het niet. De mensen die geleden hebben onder de slavernij, die gedood werden in welke oorlog dan ook, hebben niks aan onze vernieuwingsdrang.

En wat zal de maatschappij over 80 of 100 jaar te zeggen hebben over deze tijd? Moeten dan ook weer allerlei dingen opnieuw “bijgesteld” worden?

Gedane zaken nemen geen keer. Nu goed kijken wat er toen fout was en het in deze tijd beter doen, lijkt me veel verstandiger.

Te leen

We kennen inmiddels allemaal wel het fenomeen van de deelfiets. Hier in Rotterdam staan er vele, soms op de meest onmogelijke plekken. Net als de deelscooters, die te pas en te onpas achter gelaten worden.

Ik begrijp heel goed dat zoiets lekker makkelijk is. Je hoeft zelf geen fiets of scooter te kopen, je kunt op- en afstappen waar je wilt. Maar het zou wel prettig zijn als degenen die zo’n vervoermiddel achterlaten zich een beetje rekenschap geven dat er ook meer mensen over het trottoir willen kunnen lopen of fietsen of zelfs in een rolstoel of scootmobiel zitten en dus wat meer ruimte nodig hebben.

Nu zag ik laatst ook een bakfiets die je op afroep gebruiken kon. Ik weet niet of dat er al veel zijn. Deze stond nogal pontificaal midden op straat. In een yuppenwijk, dat wel. Ben benieuwd of er daar nu ook weer heel veel van komen en hoe er daar mee omgegaan wordt.

Bijzonder reisje

Vorige week stapten we op de trein.

Nou en? Dat doen we toch wel vaker en natuurlijk weten we dan waar we naar toe gaan. Dit keer wisten we dat niet zo precies, maar het werd Utrecht, Culemborg, ’s Hertogenbosch, Breda, Dordrecht en weer terug naar Rotterdam-Centraal.

Nergens stapten we uit en veel van de omgeving zagen we ook niet, want het was donker.

Toch was het een belevenis, want onderweg kregen we een heerlijk diner en lekkere wijn geserveerd. Het was een cadeau van onze kinderen voor onze 50 jarige trouwdag.

Een luxe beleving, want wanneer kun je nou nog uitgebreid en lekker dineren in de trein? Alles ter plekke bereid en vriendelijke bediening.

Er was keurig gedekt, mooie glazen, bloemetje erbij en een gezellig lampje. Een beetje “Oriënt-express gevoel” gaf het ons. Gelukkig geen moord gebeurd 😉

We hadden echt een heerlijke avond!

Zo kon het ook

Bron: Google foto’s

Op Instagram vond ik een filmpje uit de 40er jaren. Een vrouw komt aan met een kinderwagen, maakt deze vast aan de fiets en rijdt daarna weg.

Ik dacht “wat handig”. Die kinderwagen zag er stevig uit, het kind zat goed ingepakt en droog. Het leek me een ideale oplossing.

Tenslotte zie ik dagelijks kinderen in bakfietsen vervoerd worden. Soms zitten er wel meerdere kinderen in. En ze zijn niet altijd zo rustig als de kleuter in de film.

Maar uit de honderden commentaren bleek dat niet iedereen het me mij eens zou zijn. Gevaarlijk, onverantwoordelijk, dat kind heeft geen lucht…. Als ze valt, omslaat, de kinderwagen losschiet…

Ja, het verkeer is natuurlijk veel drukker, maar als je toch voorzichtig rijdt…. Waren onze ouders en wij nou vroeger zo veel minder bewust van alle gevaren of groeien kinderen nu iets té beschermd op?

Advent

Wij in Nederland zijn niet zo druk bezig met Advent, maar in Duitsland zie je dat veel meer.

Vroeger hadden we voor de kinderen wel zoiets als een Adventskalender, meestal met chocola. Die kun je nu ook hier in vele soorten kopen.

Maar de leukste vind ik toch de zelfgemaakte, met voor iedere dag een kleinigheid. Soms heel eenvoudig, soms heel uitgebreid , heel origineel of prachtig versierd (klik). Vaak ook zo mooi, dat je ze meerdere keren wilt gebruiken.

Natuurlijk springt hier ook de commercie op in. Ik zag al advertenties voor “kalenders” met whisky of andere sterke drank voor een pittige prijs.

En dit zag ik vorige week in een Duitse supermarkt: een hele krat vol met bier. Voor elke dag een andere soort.

Het is wel grappig, maar of dat nou helemaal de bedoeling van Advent is….?

Erfgoed

Al weer heel veel jaren geleden waren Leo en ik in Friesland en bezochten we het Planetarium van Eise Eisinga in Franeker. Laatst las ik dat dit onvoorstelbaar ingewikkeld en mooi Planetarium op de Wereld Erfgoedlijst is gezet. En terecht.

Bron: Google foto’s / Canon van Nederland

Eisinga was wolkammer, net als zijn vader, en bleek een goede zakenman. Maar zijn interesse voor planeten en sterrenkunde brachten hem er toe om in zijn eigen woonhuis een planetarium te bouwen.

Dwars door muren en vloeren maakte hij van hout, spijkers en koperen raderen een inmiddels wereldberoemde kleine versie van ons planetenstelsel.

Ik weet dat ik met grote bewondering alles bekeken heb en me verbaasde hoe in die tijd er al zoveel kennis was. Maar vooral hoe dit allemaal gemaakt was en nauwelijks veranderd. Alles liep nog steeds soepel en gaf nog steeds de juiste tijd aan.

Eisinga had zelfs gedacht aan het jaar 2000, dat weliswaar door 4 deelbaar is, maar toch geen schrikkeljaar. Hij had er dus duidelijk heel veel verstand van. Geen sprake van een “millenium bug”.

Ik denk dat er in de toekomst wel veel toeristen naar Franeker zullen komen. Hopelijk blijft het stadje zijn eigen originaliteit behouden. Maar wie er is, moet een bezoek aan het Planetarium beslist niet overslaan. Dat zou jammer zijn.