De smaak van toen

Hoe het kwam, weet ik niet meer. Maar afgelopen week liep ik te wandelen toen ik plotseling enorme trek kreeg in een prakje sla met botersaus. Met een zacht gekookt eitje, bloemige aardappels… Mmmmm, het water liep me in de mond.

Het is al jaren geleden dat wij sla aten, botersla. Er staat hier regelmatig sla op tafel, dat wel. Maar dat is dan gemengde sla, rucola of eikenblad. Als bijgerecht. Maar wat ik wilde was een hele maaltijd met sla.
Wat doe je dan? Je haalt zo’n grote groene krop, kookt aardappels en eieren en je maakt botersaus. Ook al zoiets dat ik al lang geleden voor het laatst maakte.

Het werd een feestmaal!! Nu heb ik voorlopig weer genoeg sla gegeten, maar wat heb ik er van genoten! Heerlijk, alsof ik weer terug was in mijn jeugd.

Alles komt terug

 Ik kon niet nalaten te grinniken toen ik deze foto in een woonblad zag. Zo’n wasrekje stond vroeger bij regenachtig weer met was rond de kachel.
Eigenlijk vond mijn moeder het maar niets, ze liep liever de trap op naar de zolder om daar de was op te hangen. Maar soms was er te veel, of droogde het niet snel genoeg. Maar prettig vond ze het niet en ik al helemaal niet. Zo’n ongezellig gezicht, bah… Ik vond het ook altijd een beetje muffig gaan ruiken in huis.
Had mijn moeder zo’n foto gezien, had ze zeker gezegd “Meisje, wat hebben we een heleboel waardevols weggegooid”.

Nooit gedacht dat zo’n rekje nog eens helemaal top zou worden, en dat voor die prijs. Ach, alles komt een keer terug….

Vroeger

Thuis hadden wij vroeger radiodistributie. Een zwart kastje aan de muur, met een keuzeknop voor maar liefst 4 (ja vier!!!) programma’s. Hilversum 1 en 2 en nog twee andere wisselende zenders. Met één luidspreker, boven op de kast. Mono, vanzelfsprekend. Niet zo veel keus dus. Simpel, maar we amuseerden ons met “Moeders wil is wet”, “Plein Publiek”, “De bonte dinsdagavondtrein” of “Mastklimmen” en op zondagavond “Sing something simple”. Dat laatste vond ik maar niks, zo sloom.

Hoe anders is het nu. Vorige week kochten we een nieuwe installatie. Radio heet zo’n apparaat niet meer, maar AV-receiver. Compleet met aansluitingen voor TV, Games, PC, Bluetooth, HDMI, CD/ BD/DVD, Wifi en, lekker ouderwets, een platenspeler. Oh ja, internet-radio, dat zit er ook nog op. Na het uitpakken begint het grote gepuzzel. Waar moet wat aan?

de mono-luidspreker uit mijn jeugd

Alles staat netjes aangegeven, maar wel in piepkleine lettertjes. De handleiding is summier, want de uitgebreide handleiding staat op internet en kan met het tablet gedownloaded worden.
Het apparaat moet in onze boekenkast en alle draden en kabels moeten door een gat in de plank naar boven of beneden. Alleen al het labellen van al die draden is een taak op zich. Al met al zijn we er uren zoet mee. Maar… als dan alles staat, de stekkers in het stopcontact steken, kan de eigenlijke installatie beginnen. Met een blik op de vele knopjes van de afstandbediening, de handleiding en het tv-scherm zoeken we naarstig naar “home”, “input” en “enter”. Gelukkig, we hebben het apparaat aan de praat gekregen en nu kan ik dus weer luisteren naar onze oude LP’s, de nu ook al antieke CD’s en vertrouwde FM-zenders. Dat is nog behoorlijk zoeken, want dat zijn er een hele rits. Leo is ook tevreden, want zijn vertrouwde filmgeluid is er ook nog steeds.
De geluidsboxen moeten nog wel “gecalibreerd” worden en hoe die internetradio werkt, weten we nog niet. Misschien moeten we daar maar eens hulp bij vragen.
Maar zo gek, gisteravond, met een glaasje wijn op de bank, verlangde ik ineens toch zo naar een uitzending van “Sing something simple“. 😉

Nostalgie

Kunst kan niet iedereen boeien, maar een tentoonstelling die belooft terug te gaan in de tijd kan meestal wel op belangstelling rekenen. Dus gingen wij met onze logé naar Gorinchem, waar in het Gorcums Museum de tentoonstelling ‘SIXTIES design fashion music’ te zien is. Geen grote tentoonstelling, maar wel een prachtig tijdsbeeld. We herkenden de mode van onze jeugd, zagen er weer het kacheltje van Leo’s zolderkamertje, de schrijfmachine die ik zo mooi vond, maar helaas, niet kon betalen.
En niet te vergeten de LP’s met de prachtige en artistieke hoezen. We waren zeker niet de enigen die er verlekkerd rond liepen. (Zucht…… those were the days!)

De tentoonstelling loopt nog tot 16 februari 2014.

Nostalgie

Deze foto vond ik via Facebook op de pagina van Waar in Rotterdam. Daar worden regelmatig foto’s ge-uploaded van  Rotterdam natuurlijk (ja hehe). En dit is een foto uit 1956, dus van lang geleden. Ik heb deze foto al eens eerder geplaatst, ook in een stukje dat ik nostalgie noemde.
Het is de Van Lennepstraat in Rotterdam-West waar ik als kind woonde. Ik herken de waterstokerij van de Hefbrug, waar ik verrassingszakjes kocht en mijn moeder grote emmers warm water haalde op wasdag. Er is de poort naar het gymlokaal van de lagere school en verderop zie ik een winkel van Vermeyde. Gek, nu ik zit te typen zie ik mezelf weer de granieten stoep van die winkel opstappen, ruik ik de geur van melk, kaas en koffie. Ik kwam er niet zo vaak, want mijn ouders waren bevriend met de kruidenier op de hoek van de Bilderdijkstraat en kochten daar dus ook hun boodschappen. Maar voor speciale dingen stuurde mijn moeder me naar Vermeyde toe.

Foto’s in die jaren waren nogal zeldzaam, je verschoot niet zomaar een rolletje. Maar juist daarom zijn het tijdmachines, die je zo weer terug naar je jeugd sturen.

Zeep

Zeep zie je tegenwoordig niet meer zo vaak. het is badschuim, doucheschuim of vloeibare zeep wat de klok slaat.
Maar vroeger was dat er niet en werd dit stuk zeep gebruikt voor van alles, de handwas, om vuile plekken mee in te wrijven en ook gewoon als zeep om je handen te wassen of voor je gezicht.
Mijn tante was niet vna haar stuk te brengen, Sunlight zeep moest het zijn. Anders voelde ze zich niet schoon. En verder niks, geen crème, geen lotion, geen foundation. Ze werd 94, was bijna rimpelloos en had een huidje van satijn.
Voor mij brengt het de herinnering aan wasdag, zo’n bedompte lucht van drogend wasgoed en een grote ketel op het gasstel. Ik heb nog zo’n stuk thuis, netjes verpakt in plastic, zodat het goed blijft. Maar gebruiken doe ik het niet meer.

Verouderd

Hoeveel technische vooruitgang er in de loop der jaren is geweest, zie je pas als je weer een blik terug in de tijd kunt werpen. National Geographic deed dat onlangs en ging terug naar de jaren 80. Toen de eerste mobiele telefoon (nou ja, ze waren toch wel zwaar) werd geïntroduceerd, de mode was gebaseerd op Dynasty en computers nog niet binnen ieders bereik lagen.
Wie toen had voorspeld dat we met een mobieltje van enkele honderden grammen zouden kunnen internetten, gamen, notities maken en ja, zelfs kunnen telefoneren, die had ons toch wel vreemd aangekeken.
 

Bij een bezoek aan de Efteling (ergens in 1990/91) zagen we iemand met zo’n telefoon lopen. We vonden het maar een bizar instrument en konden ons niet voorstellen zoiets ooit nodig te hebben. Nu komt manlief zelfs terug om zijn telefoon op te halen. Hij zou eens niet te bereiken zijn. Ondenkbaar toch? 😉

Ritme van de regen

Vijftien was ik en ik zat in de 4e klas van de MULO. En hij was ons idool: Rob de Nijs. Toen hij in Rotterdam was, gingen we tussen de middag snel, snel naar de stad voor een handtekening. Kwamen natuurlijk te laat terug en kregen straf. Maar dat gaf niet, we hadden hem gezien, gesproken en die handtekening prijkte in onze agenda.
We zijn allemaal ouder geworden, maar dit liedje vind ik nog steeds leuk.

 

Norman

Ik was zo’n jaar of 18 en werkte bij een scheepvaartonderneming. Af en toe waren er hilarische momenten. Zoals toen er een jonge, knappe en zeer begeerlijke (want neef van de directeur) stagiaire kwam: Norman. Menig meisje zong dan ook dit liedje, net als die andere Els, van de telexkamer. Samen stonden we voor de lift en zij zong zwoel en dwepend “Norman”. En wie stapte er uit de lift? Ja, natuurlijk DE Norman.We wilden wel door de grond zakken, maar hij deed net of hij het niet gemerkt had.
Geen idee wat er van hem geworden is. Els  en ikzelf zijn al lang getrouwd, maar de herinnering aan die tijd blijft:

 

Libertystoel

Laatst kreeg ik, door een stukje in de krant,  contact met schoolvriendinnen van mijn overleden zus. Dat is natuurlijk al heel bijzonder, want had mijn zus nog geleefd, dan was ze nu al over de tachtig.
Maar het was vooral heel leuk om verhalen te horen over de jeugd en de schooltijd van mijn zus. Daar wist ik eigenlijk maar weinig van. Geen wonder, er zat achttien jaar verschil tussen ons.
Eén van de vriendinnen herinnerde zich dat wij thuis een  “libertystoel” hadden. Het was de stoel waar mijn vader altijd in zat. Moeder vond het een sta-in-de-weg, maar mijn vader kon er zo heerlijk een tukje in doen, ‘s-avonds na het eten.
Mijn zus moet “libertystoel” wel heel erg bijzonder gevonden hebben, want ze had het in geuren en kleuren op school verteld. Het vriendinnetje was danig onder de indruk en vertelde het ook bij haar thuis. Waarop haar moeder had gezegd: “Ach gut, die hebben wij ook. Maar wij zeggen gewoon leunstoel.”
Ik heb gezocht op Marktplaats, of ik nog zo’n stoel kon vinden. Maar blijkbaar waren ze te gewoon om bewaard te blijven. Ik vond er één, maar die leek in de verste verte niet op onze stoel.