Wie er over schreef weet ik niet meer. Maar meteen nadat ik over dit boek las, kon ik het vinden in de bieb. De schrijfster kende ik al van een eerder boek, dat ik met veel plezier had gelezen.
En ook dit boek hield mijn aandacht behoorlijk vast. De beschrijving van de vijf zussen, waar ook schrijfsters moeder toe behoorde, was op veel plekken herkenbaar. De vrouwen waren allemaal geboren in het begin van de 20e eeuw. Een generatie die ik ken van mijn eigen moeder, haar zussen.

Als hun moeder plots overlijdt, wordt zwijgend aangenomen dat de oudste dochter het huishouden op zich neemt. Zij is net vertrokken naar het buitenland, wordt halsoverkop teruggeroepen en ziet haar dromen en haar kansen op een eigen leven vervliegen. Het maakt haar boos, streng en zurig.
De oudste moet zich schikken. Die simpele gedachte van “zo hoort het, dus zo gaat het” past in die tijd. De man/vrouw verhoudingen, de plaats van de vrouw en haar ondankbare, maar vreselijk belangrijke taken in het huishouden, zullen velen herkennen.
Niet alleen oudste zus, maar ook de anderen, voelen het gebrek aan duidelijke waardering, de weggestopte gevoelens en frustraties, het uit de weg gaan van lastige vragen.
De verstikkende regels van fatsoen, maar ook soms -binnenkamers- bevrijdende slappe lach en het beoordelen van afwijkend gedrag.
Maar toch is er de onmiskenbare liefde en verbondenheid van de zussen. Al worden de goed bedoelde bedoelingen ook weer niet snel herkend.
Al met al een goed leesbaar boek, dat de lezer misschien wel even aan het denken zet.

























