Moederstaal

Mijn moedertaal is natuurlijk Nederlands, maar gesproken met een Rotterdams ondertoontje.

Maar Moederstaal is de taal die vooral ligt in de talloze zinsneden, gezegden en gevleugelde woorden die alle moeders bezigen.

“Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg”, zei ze als ik weer een maffe inval had of stond te dansen voor de spiegel.

“Je liegt, het staat op je voorhoofd geschreven”. Nou, op m’n voorhoofd stond vast niks, maar ik bloosde tot onder mijn haren bij een leugentje om bestwil.

“Doe je dondertje goed, want je zieltje zit erin” was een uitdrukking om iets lekkers te eten. Dat kon nooit kwaad.

En hoe ouder ik wordt, hoe meer ik me zulke uitspraken herinner…!

Gevonden via internet

Wijsheid…

Bron: Pinterest

Nee, ik vind me zelf helemaal niet wijs. Elke dag ontdek weer dingen die ik niet wist, niet begrijp, geen benul van heb.

Toch zijn er van die uitspraken die ik van mijn moeder heb. En dan denk ik, “gut, je lijkt steeds meer op haar.”
Om tot de ontdekking te komen dat ik daarin niet de enige ben.
Wat zou ze dat leuk gevonden hebben 😉

Herinneringen

Toen ik afgelopen woensdag dit plaatje op de kalender zag, moest ik meteen aan mijn
moeder denken. Ik zag haar zitten in het park, naast haar zus. En ik hoorde haar zeggen, “Ik wou dat ik nog twintig was en wist wat ik nou weet”.
Ze had haar leven vast anders ingedeeld. Maar ja, dan zou ik er vast ook niet zijn geweest, dan was dit blog er niet en waren onze kinderen niet geboren. Dus is het maar goed dat we niet in de toekomst kunnen kijken. Wel terug en och, dan komen toch ook heel veel leuke dingen naar boven.

Spreuk van de week

Bron: http://printpattern.blogspot.nl

Laten we de week beginnen met een spreuk. Grappige gezegden om te (glim)lachen of wijze woorden om te overdenken. Elke maandag vind je er hier een.

God kon niet overal tegelijk zijn. Dus heeft hij moeders geschapen.
Joods spreekwoord 

😉 😉

 

Opvoeden

Ik was 16 of 17, dus helemaal niet meer zo’n klein meisje. En ik had een woordenwisseling met mijn moeder. In mijn boosheid riep ik uit “Mens, waar maak je je druk om”. Nog zie ik mijn moeders vlammende ogen en haar overslaande stem “Mens, mens!!! Als je me geen moeder meer wil noemen, zeg dan maar mevrouw”. Het werd allemaal in der minne gesust en hoe belangrijk de zaak was, blijkt wel. Geen idee meer waarover de ruzie ging.
Ik moest hier aan denken, toen ik vorige week een moeder met een meisje van drie turven hoog in de bieb zag. Moeder duwde een kinderwagen met nog een spruit, de drie turven bewoog zich voort op een vreemdsoortig karretje. Ze schoot met een sneltreinvaart langs alles en iedereen, ongeacht of de mensen al of niet goed ter been waren. Ik vond het meteen al een ongeleid projectiel.

Toen ik de bieb uitging, stond moeder te wachten tot dochtertje mee wilde komen. Ze vroeg het heel beleefd. Maar het kind schreeuwde op stadionsterkte “Neeeeeeee”. Nog maar eens lief gevraagd “Schatje, kom je nou?? Weer een schreeuw als antwoord.

In deze week van de opvoeding lijkt een cursus voor deze moeder meer dan nuttig. Want wat gebeurt er als die kleine van nu straks een stevige puber is?

Kuren in Katwijk

Een blogje van Bettie maakte bij mij ook herinneringen los. Nou ja, flarden van herinneringen, want ik was drie jaar toen ik naar Katwijk ging om daar in de frisse zeelucht te genezen van TBC. Veel is dus zeer wazig. Maar dit herinner ik me nog wel.

Mama bracht me we, in een taxi. De rit leek eindeloos te duren en dat zei ik ook. Mijn moeder zei me dat het voor mijn eigen bestwil was. Thuis, waar ik al drie maanden “gekuurd” had, zou ik niet beter worden. De zeelucht en veel buiten zijn, daarvan zou ik opknappen. Van het afscheid weet ik alleen nog dat mijn moeder huilde. Maar nadat ze weg was, voelde ik me al snel thuis in het zeehospitium. en dacht ik er niet eens meer over na dat ik zo ver weg was. Ach kinderen zijn flexibeler dan volwassenen denken.

En er mochten daar dingen die thuis absoluut verboden waren. Zoals een teil zand in je bed, om lekker mee te spelen. Je mocht knippen, kleuren, knutselen.

Elsje Fiederelsje

Elsje Fiederelsje

En er was altijd wel iemand om mee te keten, want we lagen met zes (of acht??) andere kinderen op zaal. We vonden altijd wel iets geks te doen. Goed, je moest je eerst los wurmen, want je zat in bed vastgebonden. Maar had je dat voor elkaar gebracht, dan kon je de grote spinnen pakken en ze de poten uittrekken. Een voor één, die dan op je laken bleven bewegen. Nu onbegrijpelijk, maar we vonden het toen het toppunt van lol.

En natuurlijk probeerde we de verpleegsters uit. Sommige waren niet kwaad te krijgen, maar anderen… En dan verzin je heel gekke dingen. Continue reading

Herinneringen: schoenen



Al vier keer was ik er langs gelopen, van huis naar school en weer terug. Ik had er zelfs een tram voor laten lopen, omdat ik toch nog even wilde kijken. En ze stonden er nog steeds. Bronsgroene schoenen, met een spits neusje en kittige queeniehakjes. Niet te hoog, niet te breed, zacht glanzend leer. Helemaal volgens de laatste mode. En de prijs, nou ja, dat was niet niks, maar toch ook weer niet zo schreeuwend duur, dacht ik.

Helemaal in de gloria kwam ik thuis. “Mam, ik heb zulke leuke schoenen gezien.”

Moeder leek niet in de stemming voor nieuwe schoenen. Maar ja, dat kon mijn voorpret niet drukken. Ik vertelde wel drie keer achter elkaar dat die mooie schoenen bij winkel X …. Ja,ja, dat wist ze nou wel. Trouwens, daar kopen, dat ging sowieso niet door. Daar moest je betalen. Ja gut, logisch toch? Nee, we gaan naar winkel Z. Daar hadden we wel vaker schoenen gekocht, maar die had lang niet zulke leuke. Waarom nou? Nou daarom. Maar zo gemakkelijk liet ik me niet met een kluitje in het riet sturen.

Continue reading