Muzikale maandag

Wij draaiden vroeger nog wel platen van de Dublinners, maar die zijn nu toch een beetje te oud. daarom vandaag The Rumjacks met An Irish pubsong. Misschien nog iets te vroeg, maar het veegt wel alle muizenissen uit je hoofd. Dus misschien toch even kijken en luisteren.

Ouwe tijden

Op Facebook kwam ik een foto tegen van een oude aansteker. En dat is toch echt een ding uit een vervlogen tijd. Want wie rookt er tegenwoordig nog?

Bron: FaceBook

Ik zie mijn vader weer zitten. In zijn “Liberty” stoel, asbak en doosje Pall Mall cigarets onder handbereik. Hij had de rare gewoonte zijn sigaret maar half op te roken, uit te doen en dan later weer opnieuw op te steken. Het zal wel niet al te best zijn geweest, maar hij werd uiteindelijk toch bijna 85 jaar.

Naast die asbak lag zijn aansteker, net zo een als op de foto, maar dan zilverkleurig. Die aansteker moest regelmatig gevuld, met benzine. Dat kocht mijn moeder bij de waterstoker in onze straat. Het werd gewoon in een schone lege literfles gegoten. Etiketje er op en klaar. Stond in het keukenkastje. En ik waagde het niet daar aan te komen….!

En dan het zaterdagmiddagritueel. Fles op tafel, lucifers erbij. Want zo’n fles was natuurlijk helemaal niet geschikt om zo’n klein tankje mee te vullen. Maar daar had papa een trucje voor. Hij brak een lucifer bijna doormidden en hing die gebogen in de hals van de fles, als een soort druppelaar. Zo nu en dan viel die lucifer weleens in de fles, maar geen probleem. Lucifers genoeg toch…?

Langzaam en heel voorzichtig benzine in dat tankje druppelen. Eens controleren of er al genoeg in zat. Knip, knip, knip deed de aansteker. Ik kan het geluid nog horen.

Soms moest ook het vuursteentje vervangen worden. Ook al zulk priegelwerk. Mijn vader had eindeloos geduld. Maar dan was het toch eindelijk klaar en kon hij weer een week vooruit.

Natuur in de stad

Gelukkig moest ik even goed kijken waar ik mijn voeten zette. Het was uiteindelijk op de rand van een kade in Sneek en ik wilde niet in het water vallen.

En toen zag ik dit. Nee, niet die groene blaadjes, die zo te zien van een paardenbloem waren. Nee, die kleine gele knopjes vielen me juist op. Tussen de stenen groeide zomaar een stel zwammetjes. En dat vind ik altijd leuk.

Zo klein, zo zacht, zo teer! Maar ze laten zich niet uit het veld slaan en wurmen zich tussen de harde stenen uit.

Kracht van de natuur, die ondanks ons gerommel, toch altijd weer zal opkomen.

IJlst

Al turend op de kaart van Friesland sprong ineens de naam “IJlst” me in het oog. Daar was iets mee, maar wat ook weer…? Oh ja, schaatsen, houten speelgoed en gereedschap. Eens, tijdens een cursus handvaardigheid, vertelde een leraar dat het gereedschap van Nooitgedagt echt het allerbeste was. En niet alleen dat, ik vond het ook nog eens mooi. Mooie houten handvatten aan de beitels en schaven. Nou ja, echt degelijk gereedschap. Helaas, ook Nooitgedagt is net als vele andere bedrijven ten onder gegaan.

IJlst zelf is ook mooi. Het was koud, een beetje somber, maar het plaatsje had een zekere charme. Ik heb er dan ook bibberend snel wat foto’s gemaakt.

Natuurlijk van een oude schaatsfabriek. Niet van Nooitgedagt, maar van Frisia. Er waren er natuurlijk meer.

En van de Stadsherberg met zijn mooie uithangbord. Nu jammer genoeg totaal verlaten en stil, je weet wel, vanwege C.

Ook nog de mooie deur van de schilder op nr. 7, een reclame voor de schilder en een voorbeeld van degelijk vakmanschap.

Dat kan ik als schildersdochter natuurlijk heel erg waarderen. 😉

Modern times

De hele film heb ik nooit gezien, maar wel een aantal scènes ervan. Charlie Chaplin volkomen dolgedraaid in de moderne wereld.

Dat overkwam mij afgelopen maandagmorgen. Het gebarsten scherm van mijn oude mobieltje (nou ja, nog geen jaar hè…!) was onherstelbaar vernield. Een nieuw scherm kon er niet op gemaakt worden, want de telefoonbehuizing was krom. Jaja, ga er dan ook niet met je dikke bibs op zitten!

Bij CoolBlue verwees de vriendelijke jongen die de reparatie zou doen me naar een ook al vriendelijke verkoopster. En het was Black Friday, ook op zaterdag nog, want vanwege Corona uitgespreid over meerdere dagen. Dus liep ik na een uurtje naar de auto terug, met een nieuwe telefoon.

De hele zaterdagavond en een groot deel van de zondag was ik bezig om alles in te stellen. Want een ander merk, een ander model en dus andere instructies. Eerst maar de beveiliging…

Zondagnacht werd een update uitgevoerd en het toestel uitgeschakeld. Maandagmorgen, nog in bed, probeerde ik de toegangscode. Helaas, niks, nada, noppes. Na vele pogingen gaf ik het op…. Dat wat ik had genoteerd, bleek niet de juiste code. Hellup… wat moest ik nou?

Leo raadde aan om CoolBlue te bellen. Het was nog flink zoeken voor ik het nummer had, maar gelukkig waren ze “ouderwets” per telefoon bereikbaar. Even wachten en ik kreeg iemand aan de lijn.

Maar helaas, na een half uur werd de verbinding verbroken. En na een nieuwe poging kreeg ik een andere jongeman aan de telefoon. Die adviseerde al snel: terugzetten naar de fabrieksinstellingen. En hoe dat moest legde hij me haarfijn en stap voor stap uit. En na weer zo’n minuut of 20 had ik opnieuw een volkomen leeg toestel en kon ik opnieuw beginnen.

Die beveiligingscode, ja die heb ik eerst netjes opgeschreven en 2x gecontroleerd voor ik hem definitief bewaarde. Pffft, hèhè…. moderne tijden en ouwe dames, het is niet de beste combinatie

Maar die reclame van CoolBlue “alles voor een glimlach”, die klopt helemaal.
Prima service en super vriendelijk.

Boerderijen

Gek dat je je van de lagere school toch nog dingen kunt herinneren. Zo lang geleden al. Maar ik weet nog dat onze juf vertelde dat overal de boerderijen een eigen stijl hebben. Dat ze er in Limburg anders uitzien dan in Friesland. En dat klopt ook, want in Friesland zie je zelden zo’n poort zoals in Limburg.

En nu zag ik die boerderijen vanuit de auto. En al rijdend viel me op dat heel veel van die boerderijen boven het woonhuis een zwart dak hadden en boven de rest rode pannen.

Eerst dacht ik nog dat het een gevolg van een recente renovatie was. Maar nee, bijna allemaal hadden ze zo’n tweekleurig dak. Ik vraag me af waarom?

Best trots

En waarop dan wel? Nou, niet op iets wat ik zelf gemaakt heb of waaraan ik heb deelgenomen. Maar wel waarover wij zondags op weg naar Workum reden: de Afsluitdijk.

Het was niet de eerste keer dat wij er over gingen. Al heel lang geleden en nu dus weer. Een lange rechte dijk, met aan weerszijden enorme massa’s water.

Ongenaakbaar ligt hij daar. De wind waait en laat de vlaggen bij het monument in het midden wapperen. De lucht ruikt zilt en in de verte zie je een hint van het vaste land. Veel meer is er eigenlijk niet te zien.

Daar midden op die lange Afsluitdijk staat een kolossaal monument voor Cornelis Lely, die de aanzet gaf voor het plan. Wat verder op, bij de grote uitkijktoren, staat een veel kleiner beeld van een dijkwerker.

En juist dat beeld vond ik zo treffend. Die kromgebogen man staat voor al die duizenden anderen, die met eenvoudig gereedschap hun ruggen pijnigden om steen voor steen te stapelen. Zodat tenslotte de Zuiderzee bedwongen en het huidige IJsselmeer werd.

Ik had een foto van die dijkwerker van dichterbij willen maken, maar mijn telefoon floepte uit mijn hand en het scherm barstte. Daardoor vergat ik dat helemaal. Gelukkig had ik wel de lange dijk al vastgelegd.

En wie goed kijkt, ziet aan de linker kant de dijkwerker bezig met stenen leggen….

Nieuwe ervaring

Vorige week reden we via Hoorn en de Afsluitdijk naar Workum voor een paar nachtjes in Hotel Wymerts. Alles was al voor de C-maatregelen besproken en hoewel we hadden kunnen annuleren, besloten we toch te gaan.

En daar hebben we totaal geen spijt van gehad. Want we kregen een totaal nieuwe ervaring. Meteen bij aankomst hoorden we dat wij de enige gasten waren. Tja, we hadden al verwacht dat alles een beetje anders zou gaan.

Zo was het restaurant die avond gesloten. Maar ergens anders eten, kon niet vanwege die vermaledijde Corona. Geen probleem, bij de plaatselijke pizzeria haalden we twee pizza’s. En in het restaurant konden we een tafeltje uitzoeken, borden en bestek pakken en iets te drinken nemen.

Ook ons glaasje voor het eten hoefden we niet te missen. Alles stond keurig uitgestald en pak klaar.

De volgende dag geen ontbijtbuffet, maar een heerlijk ontbijt op maat. Het diner die avond zat in het arrangement. En daarbij werden we verrast met allerlei tapas, alles vers en heel lekker.

De laatste avond aten we ook in het hotel. Al de avond te voren hadden we een keuze van de menukaart gemaakt. En ook nu weer smaakte het eten voortreffelijk. Een kopje koffie met door de hotelier zelfgemaakte sinaasappellikeur erbij maakte ons diner helemaal af.

Het was een bijzondere ervaring, die we beslist niet wilden missen. Want wie heeft er nou een heel hotel voor zich alleen?

Wanneer we nog eens terug gaan naar Workum, gaan we zeker weer bij Hotel Wymerts slapen.