Chinees nieuwjaar

Gisteren waren we naar het Rotterdamse Chinatown op de West Kruiskade. Die is al dagen versierd met rode lampionnen in de bomen. Want de Chinezen vieren nu oud- en nieuw. Het jaar van het konijn is begonnen.

Overal in de stad staan dan ook grote konijnen, die door kunstenaars versierd zijn.

Natuurlijk is er geen nieuw jaar in te luiden, als het oude jaar niet wordt verjaagd met luide knallen. En ja hoor, daar gingen de 1000-knallers de lucht in, onder toeziend oog van de politie en brandweer.

En kwam draken er nog een schepje bovenop doen met luidruchtige en kleurrijke drakendansen.

Het was weer eens gewoon druk en er heerste een gezellig sfeertje. Hopelijk brengt dat Chinese konijn dit jaar naast voorspoed ook wat vrolijkheid.

Poffertjes

Gisteren liep ik met de Ganzenpas niet door de natuur, maar maakten we een wandeling door de stad.

Met de metro naar het centrum en dan een beetje kriskras door winkelstraten die we bijna allemaal van vroeger kenden.

Hier zat …, daar heb ik gewerkt. Daar hebben we zo vaak gegeten. De herinneringen vlogen over en weer.

We namen een kijkje in de tuin van het stadhuis, maar lieten de koopgoot links liggen.

En tot besluit aten we met z’n allen poffertjes.

Wandeling down Memorylane 😉

Doorkijkje

Lopend naar het Fotomuseum kwamen we dit doorkijkje tegen.

Onmiskenbaar een stukje Rotterdam, met de Nieuwe Maas, boten en flats, hoog, hoger en hoogst. Die laatste flat is de Zalmtoren, op dit moment het hoogste gebouw van Nederland.

Mooi…? Mmm, indrukwekkend, niet alleen door de afmetingen. Want op de slappe grond van Rotterdam is dit bouwen toch ook een hoogstandje op bouwtechnisch gebied.

Maar ik zou er niet in willen wonen. Te opgesloten, te beperkt. Ondanks het absoluut fraaie uitzicht.

Deur

Even naar een ander deel van de stad, met andere winkels, andere straten. Dat wat de Duitsers “Tapetenwechsel” noemen.

En dan zie je andere dingen. Gezellige etalages, nieuwe eethuisjes, leuke hebbedingetjes.

En dit, een deur van de bibliotheek. Op zich heeft elke bibliotheek natuurlijk een deur, maar deze sprong er wel hevig uit met die tekst.

JE BENT IEMAND DIE UIT EEN KOMMA EEN TAPIJT ROLT

Wat bedoelt de dichter (Anne Vegter) hier nou mee? Is het een beetje negatief: je hebt maar één woord nodig, om los te branden, commentaar te geven. Of bij jou kom je nooit aan het woord, jij neemt altijd het hoogste woord.

Maar ik ga liever voor een wat poëtischer gedachte: Jij weet alles zo mooi te verwoorden. Met één woord begin je een lieve zin en na de komma volgt een heerlijk verhaal….

Ja, zo zou ik dat willen zien.

Opletten

Het restaurant had maar een piepklein terrasje. Met zo’n 8 mensen was het al te vol.

Maar aan de overkant van de straat was nog plek zat. Lekker onder de bomen van een park, vogeltjes die fladderden en zongen. Dus was de oplossing snel gevonden.

Alleen, de bediening moest telkens met volle bladen oversteken. En de weg werd redelijk druk gebruikt, niet alleen door auto’s maar ook door fietsers.

Vandaar dit bordje aan de rand van het fietspad.

Zodat de koffie, drankjes en de broodjes veilig over zouden komen. De obers natuurlijk ook!

Bordje

Tijdens een wandeling zag ik het ineens.

Zomaar een gewoon huis, in een gewone straat. Een buurt met tamelijk veel “sjiek” maar ook wel een beetje vergane glorie.

En dan is daar ineens zo’n bordje. “’t luchtkasteel”. Toch wel een naam om even over na te denken…

Leek het huis zo mooi, was het praatje van de makelaar te romantisch? Had men gedroomd van grote successen, enorme prijzen, topsalarissen of superbanen?

Of lekte het dak, liep de vloer scheef of hadden houtwormen de deuren kapot gevreten?

We zullen dat wel nooit te weten komen. Het blijft gissen.

Maar dat is het leuke van zulke vondsten. Ik kan er mijn fantasie volkomen los op laten gaan….!

Oude glorie

In het kader van Gouda 750 jaar gingen we afgelopen vrijdag naar Gouda. Daar was een vlootschouw met allemaal oude en zeer oude binnenvaartschepen.

Het weer werkte mee en we gingen dit keer eens niet met de trein, maar lekker met de bus. Door allerlei straten en over en langs de dijk, zodat we meteen al bij binnenkomst van Gouda een aantal schepen zagen liggen.

We liepen op ons gemak langs de kades en bekeken de schepen. Sommige waren al in 1870 gebouwd en zagen er nu nog tiptop uit. Er waren natuurlijk diverse mensen die uitgebreid op de technische zaken ingingen. Dat is niet zo voor mij, maar genieten van al het moois kan ik zeker.

En ondertussen natuurlijk ook Gouda en zijn mooie gebouwen nog eens goed bekijken. Meestal lopen we door het centrum, maar ook wat verder is genoeg te zien. Zoals de mooie kaaspakhuizen, die nu zijn omgebouwd tot woningen en de molen. Hier mijn impressie van een heerlijke dag.

Little C.

Van de Kunsthal wandelden we over de Westzeedijk naar een gloednieuwe wijk: Little C. Het is een wijkje, van daar dat Little nabij de Coolhaven.

Allemaal appartementsgebouwen natuurlijk, maar met een wat New Yorkse uitstraling. Een luxe wijk ook, gezien de beplantingen tussen de gebouwen door. Maar met een heel aangename sfeer. De overbruggingen tussen de gebouwen en de balkons hebben fantasierijke balustrades, zodat het niet zo eenvormig is als bij andere gebouwen.

De straten zijn autoloos, maar fietsers maken er heel graag gebruik van. En de bewoners doen er alles aan om ook een beetje mediterraanse sfeer te maken. De balkons zijn vaak beplant en ook de “balkons” op de begane grond waren vaak uitbundig van planten, potten en meubilair voorzien.

De terrassen van de horecabedrijven deden er nog een schepje bovenop met stro-parasols en nog meer planten. We voelden ons even “in het buitenland” en dat gaf een heel plezierig gevoel 😉

IJdelheid

Heel ijdel ben ik niet meer. Vroeger gebruikte ik vrijwel elke dag make-up. Maar allergieën hebben dat bijna onmogelijk gemaakt. Mijn ogen gaan tranen van mascara, mijn lippen worden schilferig van lippenstift. Ik ben gezegend met een frisse huid en heb gelukkig nog niet veel rimpels. Dus ga ik “geheel natuurlijk” door het leven en dat kan er mee door voor deze 73-jarige.

Over mijn figuur valt veel te zeggen, maar niet dat het slank is. Ik behoor tot de stevige tantes van deze wereld. Hoewel ik geen enkel bezwaar zou hebben wanneer ik door een wonder 10 tot 20 kilo zou afvallen, doe ik er geen moeite voor. Ik eet matig, snoep vrijwel niet, maar de kilo’s smelten er maar niet af.

Mijn kleding is over het algemeen redelijk functioneel. Er hangen heel wat broeken in mijn kast, maar ook wat jurkjes. Maar die kleding moet wel makkelijk zitten. En als ik ga wandelen, trek ik natuurlijk stevige wandelschoenen aan. Die lopen dan ook het lekkerst.

Bron: Google foto’s

Maar ja, bij een jurkje of een “nette” broek wil ik voor de verandering toch wel wat charmantere en minder stevige schoenen aantrekken. Zo ook afgelopen dinsdag. We gingen naar de film en daarna een hapje eten. Dus kwamen de zomerse sandaaltjes uit de kast.

Het ging prima, totdat ik het restaurant uit liep. Eén ongelijke steen en pats, ik zwikte en daar lag ik languit. Achter mij hoorde ik een verschrikte gil van Leo.

Het had veel erger kunnen zijn. Een geschaafde knie, een gekneusde hand en een beschadigde armband. Dat was de schade, kon ik na enige tellen vaststellen. Niks gebroken of ontzet.

Toen ik er eens op ging letten, zag ik dat vrijwel alle vrouwen en meisjes tegenwoordig op stevige sneakers lopen. Ook voor mij dus hoogtijd om ijdelheid voortaan op te offeren aan stevigheid en loopgemak.

Ontdekking

Toen ik donderdagmorgen de regen tegen het raam hoorde tikken, wilde ik me eerst nog even omdraaien. Geen wandelweer…. Maar het weerbericht gaf aan dat het later droog en zonnig zou worden. Dus ja, wat doe je dan?

Om precies half elf stond ik bij het afspraakpunt van de Ganzenpas en starten we onze wandeling. Dit keer eens niet de gebruikelijk richting, maar net de andere kant op. Ook Ganzen willen wel eens wat anders.

En ja, het zou er echt ook mooi en vooral groen zijn…!

En dan blijkt dat ik, zelfs na 50 jaar, de wijk nog steeds niet helemaal ken. We kwamen in prachtig groene gedeelten, ontdekten nieuwe parkjes en slenterden door allerlei straten. Ondertussen bekeken we de voortuinen. Sommige netjes en kleurrijk, andere een troosteloze tegeltuin.

Verderop kwamen we in een gebied dat je beslist wel een “bos” kunt noemen. Geen geschoren gazons, maar overal wilde bloemen, bomen en struiken. Op een bepaald moment kwamen we op een pad, dat langs de rijksweg loopt. Het verkeer konden we niet zien door het scherm, maar horen wel. Al hinderde het ons niet.

Grote berenklauwen stonden er. Normaal gesproken zijn die niet geliefd, maar daar kunnen ze geen kwaad in het niemandsland tussen sloot en autoweg.

Het werd zomaar een ontdekkingstochtje. En het beviel zo goed dat we vast nog wel eens deze kant op zullen gaan.