Kleddernat

Zoals elk jaar hadden we ook deze keer weer een “familieweekend” geregeld. Al ver voor alle Corona-toestanden, toen reizen nog simpel was.

Nou ja, gelukkig is het allemaal al weer redelijk behapbaar. Maar tot juni was het verboden om een persoon van een ander adres mee te nemen. En hoe kwam onze jongste dan ter plekke…? Geen probleem, vond hijzelf. Ik kom wel op de fiets. Plak ik er meteen een vakantie aan vast.

Wij vonden het super stoer. En wanneer de weergoden een beetje gunstig gestemd waren…. wat kon er mis gaan? Dus zo geappt, zo gedaan!

Vrijdagmiddag kregen we het eerste berichtje. Hij zat al bij De Bilt, dus richting Apeldoorn was een eitje. Maar een beetje verder weg rommelde de donder en pakten donkere wolken samen. Wij zaten lekker droog in de auto, maar dat arme kind. Want ook al is hij inmiddels de vier kruisjes gepasseerd, hij blijft ons kind hè…. 😉 😉

Maar even na zevenen kwam hij dan toch ook bij het huisje aan. Drijfnat, maar lachend. Hij had het toch mooi maar geflikt!

Alle natte kleding werd te drogen gehangen, hij stapte onder een warme douche en wij zorgden voor een hapje en een koud biertje. De fiets verdween in het fietsenhok. Die werd maandagmorgen van stal gehaald. Daar is hij al weer opgestapt om verder te gaan. Een tocht door de noordelijke provincies is het plan. Wij worden op de hoogte gehouden door middel van appjes en foto’s. En ondertussen duimen we voor een beetje droog en mooi nazomerweer.

Tijd

Het is alweer 1 september. De herfst begint deze maand. In de winkels worden de sint – en kerstetalages alweer in orde gebracht. Er liggen alweer volop zakken pepernoten en kruidnootjes in de schappen….

Voor mijn gevoel is de zomer in één lange ademtocht voorbij gegaan. Was het dit jaar ook nog lente? Ik kan het me bijna niet meer herinneren. Zo’n gekke tijd, die we met elkaar gehad hebben. Met dagelijks akelige berichten, angst, stress, narigheid.

Maar het gaat natuurlijk allemaal ook weer voorbij. In de vorige eeuw was men rond deze tijd net klaar met de Spaanse griep. Die wel heel veel raakvlakken had met de Corona-pandemie.

Alleen, toen hadden we nog geen internet. Dat wat in Amerika gebeurde, hoorden we hier weken later pas. En wie las er toen kranten? Radio was nog zeer experimenteel en voor de “happy few”. Televisie? Dat was een onwaarschijnlijke toekomstdroom.

Eén ding is zeker: na alle kommer en kwel ging het leven weer gewoon zijn gang. De doden werden betreurd, maar er was ook volop vrolijkheid. De “roaring twenties” deden hun intrede. Met nieuwe mode, nieuwe muziek, nieuwe dansen.

Bron: Google foto’s

Dus…, op een dag is deze crisis ook weer voorbij. Likken we onze wonden, maar beginnen we ook weer van voren af aan. Gelukkig maar, want dat is tenminste een positieve gedachte.

Picknicken

Met een beetje geluk kunnen we vandaag een keertje picknicken. Als het weer meewerkt tenminste. Maar op het moment dat ik dit blog zit te typen, gaat de storm te keer en trekt aan alle bomen. Maar misschien…?

Bron: Pinterest

Het liefst zou ik er dan met zo’n prachtige picknickmand op uit trekken. Met grote plaids erbij, om op te zitten. Zoals ze dat doen in Engeland. Zelfs de koningin gaat daar picknicken, al laat ze alles voor zich regelen. Die sjouwt natuurlijk niet, die heeft bedienden.

Maar het zal wel bij dromen blijven, want allereerst hebben we geen picknickmand, om van bediendes maar te zwijgen.

In een ver verleden heb ik weleens een soort van picknick rugtas gehad. Compleet met keurige doosjes voor brood en salade. Met messen, vorken en bordjes. Keurig!! Misschien één keer gebruikt, toen meteen afgeschreven als “veel te omslachtig”.

Nee, we nemen onze boterhammetjes wel mee in een stukje alufolie en een kant en klaar flesje met het een en ander. En dat smaakt ook lekker. En is zeker ook gezellig!

Reizen

Nu we niet zo snel een reisje naar het buitenland willen boeken, moeten we dus in ons eigen land blijven. Niks mis mee, genoeg te zien en te ontdekken.

Ja, je kunt tegenwoordig natuurlijk alles bekijken op Google Earth. En dat doe ik ook best wel eens.

Maar ik denk ook nog met plezier terug aan de reizen die we de afgelopen jaren maakten. Daar hebben we natuurlijk een schat aan foto’s van.

Bij elke foto hoort wel een herinnering, maar die hou ik voor mezelf. Alleen maar plaatjes kijken is ook al leuk, nietwaar?

Een hofje

Eén van de wandelvriendinnen woont in Rotterdam op een hofje, het hofje van Kuijl’s Fundatie. Samen met haar man zijn zij de beheerders van het hofje en zorgen dat alles daar goed reilt en zeilt.

En nu was de Ganzenpas uitgenodigd uit om bij haar koffie te komen drinken.

Anthonetta Kuijl

Het hofje beschikt over een grote tuin, dus niks stond ons in de weg. Nou ja, de regen dreigde roet in het koffiewater te gooien. Maar er was een -bijna nog mooiere- uitwijkmogelijkheid: de ontvangstzaal in het hoofdgebouw van de stichting.

En zo zaten wij daar op gepaste afstand en onder het toeziend oog van Mejuffrouw Anthonetta Kuijl aan de koffie.

Tussen de buien door konden we ook de tuin en een ander andere vertrek bekijken en hoorden we en passant hoe het -ook heden ten dage- nog zeer traditiegetrouw gaat bij een vergadering van de Hooge Raad.

En heel gezellige koffiemorgen met een niet al te lange wandeling.

Boek

De titel en de omslag van dit boek intrigeerden me al. Kersenbloesems… zo mooi, zo betoverend.

Het boek leest vrij gemakkelijk, al moet je wel door tientallen namen van personen en benamingen van allerlei soorten kersenbomen spitten. Het niet een boek met een “gezellig” verhaal, maar ik vond het wel uiterst boeiend.

Collingwood Ingram, stammend uit een rijke en wat excentrieke Engelse familie, is ornitholoog. Maar nadat hij vrijwel alles van vogels wist, werd zijn interesse gewekt door de Japanse wilde kersenbomen.

Het viel hem tijdens een reis naar Japan op dat er vrijwel maar één soort kersenbomen aangeplant werden. En dat terwijl Japan juist zo’n verscheidenheid aan soorten heeft. Omdat de aangeplante kersenbomen zijn ontstaan door klonen, bloeien alle kersenbomen daar op één en hetzelfde moment. Er is dus maar een vrij korte tijd van enorme bloesempracht en dan is het over en uit. Ook hebben alle bomen dan dezelfde bloemen, dezelfde kleur en dat maakt het ook wel wat saai.

Het boek vertelt over de liefde die Ingram had voor de bomen, het kweken en vermeerderen van diverse soorten. Hij probeerde in Japan meer aandacht voor andere soorten te krijgen, verwees naar de erfenis van de prachtige wilde kersen. Maar de verering van de tere kersenbloesem was veranderd in de loop van de tijd. In het militair steeds sterkere Japan van voor de tweede wereld oorlog werd het een symbool van heldenmoed, sterven voor de keizer.

Door de inzet van Ingram is een aantal oude soorten weer terug naar Japan gebracht, waar zij hun schoonheid een korte tijd van het jaar ten toon spreiden.

Atoombom

Bron: Google foto’s

Vandaag, 6 augustus, is het exact 75 jaar geleden dat de eerste atoombom viel op Hiroshima. Veel was er niet meer over van die grote stad. Alleen dit gebouw stond nog overeind.

Hiroshima, 2009 (eigen foto)

In 2009 maakte ik er deze foto. Nu is het een monument, een aanklacht tegen de wreedheden van de oorlog. Natuurlijk gingen wij ook naar het atoombom-museum. De overblijfselen, gesmolten flessen, verwrongen stalen voorwerpen, alles netjes uitgestald, leken ontdaan van hun dramatisch verhaal. Zij waren verworden tot objecten zonder ziel. Het was verschrikkelijk, maar de verschrikkingen waren niet in woorden uit te drukken.

Wij keken er naar, net als de vele Japanse schoolkinderen. Op mij liet het een diepe indruk achter. De kinderen giechelden, plaagden elkaar. Ach ja, net als kinderen over de hele wereld doen.

Hiroshima is tegenwoordig weer een bruisende stad. Wie er rondloopt, kan zich nauwelijks voorstellen hoe erg het verwoest was. Men winkelt, loopt, lacht. Ogenschijnlijk niemand kijkt terug in de geschiedenis.

Pluizig bolletje

Wanneer deze distelsoort begint te groeien is het eerst een stevige rozet van stekelige bladeren, waaruit een ook al stekelige steel komt met een soort van mini-artisjok.

Niet veel later zie je overal de paarse bloemen in het veld staan. En nu laat de plant een heel andere kant van zichzelf zien. Want in plaats van stekels toont ze nu dikke pluizige en zachte bolletjes. Eén zuchtje wind en de zaadjes waaien over het land uit.

Er zijn veel distelsoorten met evenzovele namen. Deze wordt, geloof ik, “kale jonker” genoemd. Nou, kaal is ie nu toch niet 🙂

Natuur in de stad

Vandaag een klein plantje, dat ik ontdekte bij het oversteken. In een nauw spleetje tussen stoeprand en tegels stond het.

Felgele bloemetjes, frisse blaadjes. Hoe het heet? Ik heb geen idee. Op mijn telefoon staat weliswaar zo’n app om planten te kunnen herkennen, maar daar had ik niet aan gedacht toen ik de foto maakte.

Ik was meer verbaasd om zoveel kracht in zo’n klein plantje. Want ondanks de rare plaats langs de weg, deed het erg zijn best om op te vallen.

Maar misschien wordt het nu wel door iemand herkend. Ik wacht dus maar even af…

Verstopt

In deze buurt komen we niet zo vaak. Nou ja, we gaan de laatste tijd helemaal niet meer zo vaak op stap. Maar zaterdag moesten we wel even naar de stad. Met de auto, want in het OV zul je ons voorlopig niet zien.

Maar toen konden we ook wel meteen nog iets anders doen. Dus gingen we op zoek. Naar wat? Dat vertel ik later wel.

Ik keek eerst verbaasd omdat ik helemaal niet zoveel groen in deze wijk verwachtte. Maar ja, er stond wel een dikke oude boom. En toen zag ik hem. Een beetje verstopt. Maar die rode puntmuts verraadde hem toch. Zo maar een tuinkabouter midden in een Rotterdamse straat. En dat op klaarlichte dag!

Het zijn rare tijden, maar het moet nou echt niet gekker worden 😉