Landgoed Twickel

Bron: Google foto’s

Tijdens ons verblijf in Enter maakten we ene wandeling over Landgoed Twickel. Nou ja, maar een een klein stukje van dat landgoed, want het beslaat 4.400 hectares. Daar zijn dus vele mooie en lange wandelingen te maken.

Wij waren er op een zondag en het was prachtig weer. Er waren dus meer wandelliefhebbers, maar hoewel we veel mensen tegenkwamen (en ook veel honden) was er ruimte genoeg. Niemand liep elkaar in de weg.

Het kasteel Twickel wordt nog bewoond en is dus niet toegankelijk. We stonden ervoor en ik had Downton-achtige visioenen. Grote zalen, trappen, veel antiek en kunst. Maar ja, dat konden we dus niet met eigen ogen zien.

Maar de fantasie verbleekte bij de pracht van de natuur. Weidse vergezichten, hoge bomen, stille doorkijkjes en dat alles omhuld met een waas van aardse geuren en vogelgezang.

We liepen een flink stuk en onderweg zochten we een bankje op om ons brood op te eten en wat te drinken. Genieten in optima forma.

Inbreker

Bron: Google

Slapen in een vreemd bed, in een vreemde kamer, in een ander huis, ik heb er niet zo’n moeite mee. Ik sliep dan ook als een roos in ons vakantiehuisje.

Leo slaapt veel minder vast, is vaak wakker. En zo’n vreemd bed, met het lichtje op een andere plaats. Hij had het er duidelijk wat lastiger mee.

Maar de eerste nacht, hoewel diep in slaap werd ik wakker van vreemd geritsel, gekrabbel. Wat was dat nou? Met één sprong was ik uit mijn bed en rukte de gordijnen open. Er vast van overtuigd dat er een inbreker rond het huisje liep.

En toen hoorde ik Leo “Wat doe jij nou?”. “Ik hoorde iemand rondsluipen….” “Welnee, ik probeerde alleen het lichtje aan te doen, maar kon zo snel het knopje niet vinden….!”

Diepe zucht, oh… gelukkig!! En toen kwam de slappe lach, bij ons alle twee. 😉 😉

Toeval

We waren een weekje weg, naar Twente.

Naar een gezellig plaatsje, met leuke huizen, de gebruikelijke winkels en vriendelijke bevolking.

En daarnaast is er dan een vakantieparkje. Met diverse huisjes, buiten het centrum.

Om precies te zijn naar Enter. Een wereldstadje? Nee dus 😉

We hadden er dan ook nooit van gehoord en moesten het opzoeken op de wegenkaart.

Maar vlak voor we weg gingen, stond er in de krant een berichtje. Een meneer had in één klap 48 glazen bier kunnen vervoeren. Hij deed dat door de glazen ingenieus te stapelen en zo kwam hij in de krant.

En waar woonde die meneer nou? In Enter!

Dat je oog dan zo maar ineens op zo’n berichtje valt. Dat moet wel toeval zijn.

Hollands

De kleur van het water doet vermoeden dat het hier een foto uit een Middellandse zee gebied is.

Niks is minder waar.

Nog geen krappe 10 kilometer van ons huis vonden we dit prachtige plaatje.

Onder een stralende herfstlucht wandelden we afgelopen zondag in Hitland, op de grens van Capelle en Nieuwerkerk aan de IJssel.

Daar gaan we zeker nog wel vaker heen!

Terug naar toen

Vakanties waren vroeger vooral bezoeken bij ooms en tantes. Niks mis mee, ik amuseerde me prima in Ede of Hoogerheide of Ossendrecht.

Voor mijn moeder lag dat anders. Die draaide toch min of meer mee in de dagelijkse huishoudens. Dat veranderde toen mijn vader besloot dat de vakantie in een pension doorgebracht zou worden.

Onze eerste vakantie ging naar Zeddam. Ik heb er heerlijke herinneringen aan. Maar ook zag ik daar in 1961, in een bijna verduisterde kamer, het bouwen van de Berlijnse muur. Toen was ik een tiener, op de grens van de puberteit.

Nu, in 2021, vroeg ik me af of Zeddam erg veranderd zou zijn. We reden er naar toe. Hier was de hoofdstraat. Ik keek eens om me heen, maar herkende toch niet veel. Ja, de kerk. Maar waar was dat nou in die straat…?

En plotseling zag ik het. We stonden er nota bene vlak tegenover. Pension Aurora, vrijwel onveranderd.

Nee, ik heb niet aangebeld. Er zullen vast andere mensen wonen.

Maar even rondkijken en een foto maken, dat wilde ik wel.

Internationaal

Praten in een vreemde taal kan nog wel eens lastig zijn. Ik kan aardig uit de voeten in de landen om ons heen, maar moeilijker wordt het in Italië of Spanje.

Toen we -al weer lang geleden- naar China gingen, wisten we zeker dat we daar met onze Hollandse tong niet ver zouden komen. Maar gelukkig vonden we een boekje met uitsluitend foto’s van van alles en nog wat. En zo konden we toch ergens een bordje kip of een flesje limonade kopen. We hoefden het alleen maar aan te wijzen.

Nu is het nog gemakkelijker, want met de Google vertaal-app kun je je in elke taal verstaanbaar maken.

Maar laatst zag ik dat boekje bij een boekhandel liggen. Blijkbaar is er nog steeds behoefte aan.

Gluren

Na een boodschap in een andere wijk nog even de benen strekken. En dan meteen even “gluren bij de buren”.

Het is een mooie, rustige en vooral groene wijk achter de Kleiweg in Hillegersberg. Fraaie huizen, mooie tuintjes, ja prima wonen.

En voor sommige huizen geldt een soort bonus. Want die liggen met hun achtertuin aan de Bergse plas.

Oké, ik moest even op mijn tenen staan en kreeg maar een klein stukje blauw te zien.

Maar onmiddellijk ging mijn fantasie op hol. Tuin, eigen strandje, zwemmen en zonnen. Je eigen Rivièra…. Tja, het blijft bij dromen.

Ontdekking

Dat het er was, wist ik al een tijdje. Maar er naar toe gaan, dat kwam er maar niet van.

Tot vorige week. Toen reden Leo en ik naar het westen van Rotterdam, naar het Essenburgpark. Een stukje groen tussen een woonwijk en de spoorbaan. Lang lag het braak en werd het verwaarloosd.

Tot een aantal vrijwilligers de koppen bij elkaar stak en het omtoverde tot een mooi stukje “wilde” natuur. Natuurlijk hoor je regelmatig een trein voorbij denderen. Maar ook fluiten er allerlei vogels, lopen leuke paadjes tussen de bomen door. Er zit een kleine klim in, want je kunt naar de (afgeschermde) spoorbaan toe.

Honden mogen mee. Maar de hondenpoep moet worden opgeruimd en daar staan van de oude vuilnisbakken voor, kriskras door het park.

Het is een oase in de drukke stad en een plek om zeker vaker naar toe te gaan.

Geen Frankrijk

Vorige week scheen het zonnetje zo lekker, dat we besloten even naar Katendrecht te gaan. We vonden een leuk plekje, lekker stil met een bankje aan het water. Mooie stek om even te rusten en een boterhammetje te eten.

Toen ik terugliep naar de auto viel me nog iets op. De huizen daar hebben iets buitenlands. Dat vinden de bewoners blijkbaar ook, want heel veel huizen zijn op Mediterraanse wijze van wijnranken, potten met vijgen en bloemen voorzien. Net Frankrijk, maar toch net anders.

Kleurig

Langs de Rotte wordt nog steeds stevig gebouwd. En bij die nieuwe huizen hoort vaak een grote tuin. Maar ja, dat duurt nog wel even voordat die goed begroeid is.

Voor het hek, zomaar in de berm, ontdekte we deze kleurige bloemenwei. De nieuwe bewoners hadden zich misschien wel goed voorbereid en al in het voorjaar gezaaid. Of het is een toevalstreffer. Dat is nog eens geluk hebben.

Alleen voor zo’n uitzicht zou je er gaan wonen.