Grote stille heide

We hoefden niet ver te rijden om bij de heidevelden te komen. Maar de grote stille heide? Nou nee, dat niet. Al was het niet echt druk. Maar je merkt dat heel veel mensen graag even een loopje hebben.

Leo en ik liepen een stukje met jongens en schoondochter mee op, maar nog steeds speelt mijn knie een beetje op. Dus besloten wij om terug te gaan en gingen zij verder.

Bij de auto wachtten wij en raakten in gesprek met een hondenmevrouw. En na niet al te lange tijd waren we weer met z’n vijven.

“De heide is aan de andere kant ook gewoon paars”, merkte jongste op. Maar schoondochter vertelde wel dat wij toch wel mooi de Schotse hooglanders gemist hadden. Tja, je kunt niet alles hebben.

Wij hadden dan weer een soort vogelhuis in het bos ontdekt, maar dat zal vol grote insecten. Wespen, hoornaars? Geen idee, maar gelukkig op veilige afstand te zien. En dat alles tussen de buien door.

Klein drama

We zaten nog maar net aan ons eerste kopje koffie van die dag, toen we werden opgeschrikt door een bons op de keukenruit.

Een klein vogeltje had de klap veroorzaakt. Zo’n jonkie, die onervaren had gedacht de kortste weg te nemen. En toen tegen de ruit te pletter vloog. Ik maakte er een foto van, maar echt duidelijk is die niet.

Daarna schepte ik hem op en legde hem onder de struiken neer. De natuur doet verder wat er gedaan moet worden…

Ik denk dat het een meesje was. Daar zitten er veel van rondom ons huis. Zo maar op een zonnige morgen een klein drama in de voortuin…

Boek

De titel en de omslag van dit boek intrigeerden me al. Kersenbloesems… zo mooi, zo betoverend.

Het boek leest vrij gemakkelijk, al moet je wel door tientallen namen van personen en benamingen van allerlei soorten kersenbomen spitten. Het niet een boek met een “gezellig” verhaal, maar ik vond het wel uiterst boeiend.

Collingwood Ingram, stammend uit een rijke en wat excentrieke Engelse familie, is ornitholoog. Maar nadat hij vrijwel alles van vogels wist, werd zijn interesse gewekt door de Japanse wilde kersenbomen.

Het viel hem tijdens een reis naar Japan op dat er vrijwel maar één soort kersenbomen aangeplant werden. En dat terwijl Japan juist zo’n verscheidenheid aan soorten heeft. Omdat de aangeplante kersenbomen zijn ontstaan door klonen, bloeien alle kersenbomen daar op één en hetzelfde moment. Er is dus maar een vrij korte tijd van enorme bloesempracht en dan is het over en uit. Ook hebben alle bomen dan dezelfde bloemen, dezelfde kleur en dat maakt het ook wel wat saai.

Het boek vertelt over de liefde die Ingram had voor de bomen, het kweken en vermeerderen van diverse soorten. Hij probeerde in Japan meer aandacht voor andere soorten te krijgen, verwees naar de erfenis van de prachtige wilde kersen. Maar de verering van de tere kersenbloesem was veranderd in de loop van de tijd. In het militair steeds sterkere Japan van voor de tweede wereld oorlog werd het een symbool van heldenmoed, sterven voor de keizer.

Door de inzet van Ingram is een aantal oude soorten weer terug naar Japan gebracht, waar zij hun schoonheid een korte tijd van het jaar ten toon spreiden.

Trouwdag

Vorige week “vierden” we onze 47-jarige trouwdag. Nou ja, de warmte weerhield ons van een ritje. Maar voor de avond hadden we een tafel gereserveerd in Villa Augustus in Dordrecht. Een mooi locatie, gezellig ingericht en lekker eten.

En na afloop nog even een rondje door die mooie tuin, waar allerlei heerlijke groenten en fruit worden gekweekt.

En daar ontdekte ik deze verzameling bleekpotten.

Ik denk dat veel mensen zo’n pot wel zouden willen hebben. Niet alleen om groenten te bleken, maar ook om zo maar neer te zetten. Heel decoratief.

Schaapjes

Al een paar jaar komt deze schaapskudde het gras kort houden bij een flat in onze wijk. Het is een leuk gezicht, de kalm kauwende dieren zo dicht bij huis. Na verloop van tijd gaan ze weer naar een andere stek en zien we ze soms terug tijdens een wandeling.

Er hoort ook een hond bij de kudde. Zo’n echte bordercollie, die de schapen prima in bedwang weet te houden. Dat heb ik al een keer kunnen zien. Geen schaap verlaat ongemerkt de kudde. Eén simpel fluitje zet de hond aan het werk en dirigeert alle beesten in hun hok.

Helaas maakte ik er geen filmpje van, maar dit is een goed alternatief:

Pluizig bolletje

Wanneer deze distelsoort begint te groeien is het eerst een stevige rozet van stekelige bladeren, waaruit een ook al stekelige steel komt met een soort van mini-artisjok.

Niet veel later zie je overal de paarse bloemen in het veld staan. En nu laat de plant een heel andere kant van zichzelf zien. Want in plaats van stekels toont ze nu dikke pluizige en zachte bolletjes. Eén zuchtje wind en de zaadjes waaien over het land uit.

Er zijn veel distelsoorten met evenzovele namen. Deze wordt, geloof ik, “kale jonker” genoemd. Nou, kaal is ie nu toch niet 🙂

Natuur in de stad

Vandaag een klein plantje, dat ik ontdekte bij het oversteken. In een nauw spleetje tussen stoeprand en tegels stond het.

Felgele bloemetjes, frisse blaadjes. Hoe het heet? Ik heb geen idee. Op mijn telefoon staat weliswaar zo’n app om planten te kunnen herkennen, maar daar had ik niet aan gedacht toen ik de foto maakte.

Ik was meer verbaasd om zoveel kracht in zo’n klein plantje. Want ondanks de rare plaats langs de weg, deed het erg zijn best om op te vallen.

Maar misschien wordt het nu wel door iemand herkend. Ik wacht dus maar even af…

Verstopt

In deze buurt komen we niet zo vaak. Nou ja, we gaan de laatste tijd helemaal niet meer zo vaak op stap. Maar zaterdag moesten we wel even naar de stad. Met de auto, want in het OV zul je ons voorlopig niet zien.

Maar toen konden we ook wel meteen nog iets anders doen. Dus gingen we op zoek. Naar wat? Dat vertel ik later wel.

Ik keek eerst verbaasd omdat ik helemaal niet zoveel groen in deze wijk verwachtte. Maar ja, er stond wel een dikke oude boom. En toen zag ik hem. Een beetje verstopt. Maar die rode puntmuts verraadde hem toch. Zo maar een tuinkabouter midden in een Rotterdamse straat. En dat op klaarlichte dag!

Het zijn rare tijden, maar het moet nou echt niet gekker worden 😉

Bessen

De natuur begint al weer een beetje herfstachtig te worden. De grote bloemschermen maken plaats voor bessen in allerlei kleuren.

Deze glanzende oranje-rode bessen zag ik vorige week en ik wist zo gauw niet van welke struik ze waren. Maar later schoot me te binnen dat het de Gelderse roos moet zijn. Google bevestigde mijn vermoeden. Een mooie en inheemse struik, die nu weer veel kleur geeft langs de wandelpaden.

Ook lijsterbessen zijn er weer volop. Het lijkt wel of die telkens vroeger aan de bomen hangen.

Voor mij mag het nog wel een tijdje langer zomeren. Het is nu zo’n malle tijd met angsten en vreemde berichten. Ik heb nog wel graag wat zon om me in te koesteren.