Slordig

Of nou vroeger alles beter was, is natuurlijk de vraag. Nou nee, hoor! Er was een hele hoop narigheid, armoede en vooral heel veel en hard werken.

Neem zou zoiets als boodschappen doen. De winkels waren weliswaar veel dichter bij huis, maar mijn moeder heeft heel wat afgesjouwd. Tassen met boodschappen, soms naar een winkel verder op omdat het daar misschien wel iets voordeliger was. En dan had ze een boodschappentas bij zich, waarin alle spullen werden gestopt.

Maar de mensen waren niet zo slordig als nu. Nu halen ze een karretje bij de supermarkt, stouwen het vol en rijden het dan naar hun huis.

Tot zover kan ik dat wel een beetje begrijpen.Zo is het veel gemakkelijker. Maar als dat karretje leeg is, breng het dan weer terug.

Nee hoor, ze laten het zo maar staan bij de ingang van de flat. Niet één, maar meerdere karretjes van diverse supermarkten.

Straks slopen kinderen zo’n karretje of komt het in de sloot terecht. Ach ja, ik kan me er aan ergeren. Maar het is vergeefse moeite.

Tegenstelling

Vorige week moesten we in de Markthal van Rotterdam zijn. Het regende hevig en het was best koud, dus geen wonder dat het in die grote en warme hal druk was.

Veel stands waren van eigenaar veranderd en we ontdekten weer geheel andere zaken. Er werd ook door vrijwel iedereen gegeten.

Dat is natuurlijk wel logisch want het merendeel van de stands heeft iets van etenswaar te koop. Van Griekse olijven tot Indiase kruiden, van ijs tot erwtensoep. Die enorme hal was gewoon één hele grote vreetschuur.

Behalve één stand! Je kon er niks kopen, maar wel wat afleveren. En ik geloof dat je er ook wat kon winnen, maar dat is me even ontgaan.

Het was een stand van de Rotterdamse Voedselbank. Er stonden al wat kratten met levensmiddelen in. Maar ik vroeg me af of je nou echt zo blij bent met zakken chips. Wie echt hulp van de Voedselbank krijgt, moet toch vooral een voedzame maaltijd worden voorgeschoteld.

De tegenstelling was opmerkelijk, het maakte me niet vrolijk. Want eigenlijk zou dat toch niet noodzakelijk moeten in een stad in een land met zoveel welvaart.

Let op

Dit is het etiket van een fles whisky die -letterlijk- jaren lang op onze zolder stond. We kochten hem in 2019 tijdens een reis naar de Cotswolds.

Wie goed op het etiket kijkt, ziet dat deze whisky speciaal voor Aldi UK werd gebotteld. Nou is is Aldi niet direct een zaak die je met whisky, goede whisky, verbindt. Maar we proefden dit al tijdens onze reis en besloten wat meer van deze flessen mee te nemen. Zo lekker! Dat vonden onze jongens ook. Die waren overigens sneller met de fles leegmaken dan wij 😉

Wie in Groot Brittannië bij de Aldi is, moet beslist eens kijken en een fles proberen. Vooropgesteld dat je van whisky houdt, natuurlijk.

Maar eigenlijk is er iets anders wat ons opviel bij het bekijken van dit etiket, en wel: “Suitable for vegetarians”.

Dat zal best hoor, wij hebben geen idee of er dieren in whisky verwerkt worden, maar het lijkt ons zeer onwaarschijnlijk.

Dit valt voor mij in de categorie “totaal onnodige informatie”. Maar goed, het staat er op. Wij hebben er maar eens om gelachen. Vegetarische, maar oh zo lekkere whisky…..!

Weetje

Op Facebook las ik een berichtje over knoopsgaten. Bij mannen zitten die meestal links, maar bij vrouwen rechts. Waarom zou dat zijn?

De verklaring is dat knopen vroeger best kostbaar waren en wie kon die dan betalen? Rijke dames, maar die kleedden zich niet zelf. Daar hadden ze een kleedster voor. En als je niet zelf je knopen dicht wilt/moet doen, dan zitten de knoopgaten op die manier het handigst.

Ik vind knopen trouwens vaak erg lastig, zeker als het kleine knoopjes zijn. Maar ja, vroeger waren de knoopjes natuurlijk ook klein en met kleine lusjes. Dus ja, het zou best wel eens kunnen kloppen.

Het is een weetje, maar erg veel schiet je natuurlijk met die wetenschap niet op.

Patatje

Er zijn jeugdherinneringen die met de regelmaat van de klok terugkomen. Leo en ik kunnen daar vaak over praten. Hoe we als kind dit, of dat, altijd als en nooit, want….

Maar zo’n herinnering dan ook beschrijven is vaak wat moeilijker. Maar soms ontdek je op internet een foto en dan wordt het meteen een stuk simpeler om het verhaal vorm te geven.

Bron: Facebook

Dit is een foto van een piepklein patatzaakje dat vroeger in de Da Costastraat was. Op weg naar oom Cor kwamen we er langs. Het was maar een kwartiertje lopen van ons huis en al op de heenweg verlangde ik hevig naar zo’n gezellig warm zakje patat. En ik wist dus dat ik daarom zou vragen als we terugliepen.

Eigenlijk wist ik al zeker dat ik nul op het rekest zou krijgen. Maar soms… dan gingen mijn ouders overstag. Het leek me het toppunt van heerlijkheid om zo’n zakje dan lopend leeg te eten. Maar dat kon ik echt vergeten. Eten op straat vonden mijn ouders niet netjes.

Dus werd de patat keurig verpakt in vetvrij papier. En kon ik het thuis, netjes aan tafel en uitgespreid op een bordje, opeten. Gek hè, maar de lol was er dan al bijna helemaal af. De patat was koud en smaakte me absoluut niet meer zo lekker.

Tegenwoordig is eten op straat al lang niet meer “not done”. Maar nu is de zak me te groot en dus… zelden dat ik een patatje op straat eet.

Armoede

Toen wij in Londen waren, gingen we ook naar het Ragged School Museum. Wat ik me daar bij moest voorstellen wist ik natuurlijk nog niet. Maar het zou tonen hoe in de negentiende eeuw kinderen, die aan de rand van de samenleving stonden, toch naar school konden.

Het museum was gevestigd in een oud gebouw en had nog niet zo veel objecten te tonen. Maar misschien juist daardoor maakte het een diepe indruk op ons. Er hingen foto’s uit de tijd van de oprichter, Dr. Bernardo. Hij startte in 1877 met het onderwijs aan kinderen die in lompen en zonder schoenen langs de straten zwierven. Er was een klaslokaal uit die tijd, documenten en spullen die eigendom waren van Dr. Bernardo. De sfeer was zonder meer authentiek en je kon je zo in de tijd van toen wanen.

Bron: Google foto’s / iAnVisits

Het waren geen slechte kinderen, maar geboren in een gezin waar geen geld voor allerlei noodzakelijke dingen was. De buurt werd bewoond door mensen uit verschillende delen van Engeland, maar ook door immigranten.

Er waren nogal wat slechte woningen zonder ook maar de geringste vorm van hygiëne. Onderwijs was nog niet voor iedereen beschikbaar, alleen wie geld had kon zijn kinderen laten leren.

In de opleiding werd het accent gelegd op een vak leren, zodat later in het eigen onderhoud kon worden voorzien. Ook meisjes kregen toegang tot de school en leerden voor bediende of een betrekking in de huishouding. Sommige leerlingen gingen later emigreren en werden boer in Canada.

Het museum is een bezoek zeker waard. Al is het alleen al om een tegenwicht te geven voor het leven van nu, waar luxe en overdaad zo duidelijk aanwezig zijn.

Dierendag

Klik op deze link om een Instagram filmpje van ondeugende katten te starten

Een huisdier geeft plezier, zegt men. Of de eigenaren van alle katten dat ook vinden….?

Want soms kom ik op Instagram of YouTube toch wel schattige maar ook heel ondeugende beesten tegen.

Nou ja, je hebt er beslist ook heel veel plezier van. Al moet je zo nu en dan toch wel het een en ander opruimen of nieuw kopen.

Het is dierendag, dus zullen we er vandaag maar even om lachen?

Winkels

Ik las een blog over een spookdorp. Geen dorp waar ’s nachts de geesten door de straten spoken, maar zo’n dorp waarvan er steeds meer komen in ons land, maar vast ook in andere landen. Een dorp zonder behoorlijke winkels. Waar je je dagelijkse boodschappen niet meer kunt krijgen. Zo’n dorp waar slechts een afhaalpunt is en vast veel eetgelegenheden. Maar dagelijkse kost met een lantaarntje te zoeken is.

Bron: Google foto’s

Zelf mag ik niet klagen. Hier zitten twee winkelcentra op loopafstand. Ik kan kiezen uit diverse supermarkten, toko’s en speciaalzaken voor kaas of drank. Voor grote dingen zoals een nieuwe jas of bloes hoef ik niet helemaal naar het centrum. Maar zou ik borduurzijde nodig hebben, dan weet ik niet waar dat te koop is.

Kijk ik naar de nieuwe wijken niet ver van ons vandaan, dan valt me op hoe schamel het winkelaanbod daar is. Uiteraard is er een winkelcentrum met grote ketens en een paar supers. Maar een slager vind je er niet, een echte groenteman is ook moeilijk te vinden. En of je wilt of niet, voor grote boodschappen moet je de auto wel nemen.

Zo langzamerhand is de balans tussen wat we willen en wat we kunnen kopen een beetje zoek. Ik denk dat heel veel mensen verlangen naar de kleine winkels van toen. De bakker, de slager, de kruidenier, de wolwinkel, maar ook een bankfiliaal of postkantoor node missen.

En waar kun je nu nog een paar schroeven kopen, je kleine gereedschap laten repareren? Tegenwoordig zit alles in grootverpakking in plastic en kapot gereedschap… ach je kunt net zo goed nieuw kopen.

Maar ik vind het toch jammer. En beslist geen vooruitgang.

Merken

Op ons lijstje om te doen in Londen stond een bezoek aan het Museum of Brands.

Dus zochten we in de OV-app van Londen welke route we moesten hebben. Dat bleek niet al te moeilijk.

Het museum ligt in de wijk Nottinghill, op zich al zeer de moeite waard om doorheen te lopen en te bekijken.

De ruim 15.000 artikelen die het museum bezit, zijn bijeen gebracht door één man, Robert Opie. Hij verzamelde verpakkingen van meer of minder bekende artikelen vanaf de Victoriaanse tijd tot nu.

In de Tunnel of Time begin je met trommeltjes, die je misschien nog vagelijk herinnert van oma’s theetafel, via kranten, tijdschriften, doosjes met lucifers, zeep in steeds vaker herkenbare merken.

Naast verpakkingen is er ook van alles te bekijken aan gebruiks-artikelen, mode en speelgoed. Tweehonderd jaar komt aan je voorbij. Wij vonden het superleuk om zoveel dingen te herkennen.

Ietsje minder

Op Instagram zag ik een bericht over een verpakking zalm bij Vomar. Op het etiket stond het gewicht: 500 gram. Maar op de weegschaal bleek het veel minder te wegen, en dan zat de verpakking er nog bij ook.

Het deed me denken aan onze slager in de Bilderdijkstraat. Ik was nog klein en moest voor mijn moeder vlees halen. Gewoonlijk sneed de slager altijd iets meer af en vroeg dan: “Mag het iets meer zijn?” En hij verrekende dat natuurlijk navenant.

Eén keer had hij iets te weinig afgesneden en zei hij: “Het is ietsjes minder.” Maar bij het afrekenen merkte ik daar niks van. Ook toen al was ik prijsbewust, dus ik merkte op dat het wel iets minder zou moeten kosten. Tja, dat werd schoorvoetend verrekend. En later kreeg mijn moeder te horen, dat die dochter van haar wel een brutaaltje was.

Dat vond mijn moeder echter niet. Eerlijkheid voor alles, ik had toch niets verkeerds gezegd. De slager raakte wel een klant kwijt. Mijn moeder liep voortaan liever wat verder…..