Verhuizing

Het Centraal Museum in Utrecht wordt verbouwd en dus moet de gehele collectie “even” worden opgeslagen.

Natuurlijk ook het geliefde poppenhuis van Petronella de la Court moet tijdelijk naar het depot.
Dat is nogal een klus, want het huis bestaat uit wel 1.500 onderdelen. Een miniatuur boekenkast, een viool op schaal, een wafelijzer van een paar centimeter… Alles moet stuk voor stuk worden gearchiveerd, gefotografeerd, ingepakt, en klaargemaakt voor de verhuizing.

Ik ben benieuwd hoe dat in zijn werk gaat en kijk dan ook zo nu en dan mee naar dit proces. Verhuizen is in het normale leven al een heel gedoe, maar stel je voor hoe de poppen zich moeten voelen 😉

Bron: website Centraal Museum Utrecht

Kijk, dit is het poppenhuis. Alles minutieus in miniformaat gemaakt. Keurige dames en heren, een kraamkamer, natuurlijk een keuken en zelfs een tuin met tuinbeelden. De moderne techniek zorgt ervoor dat je je zelf in het huis waant en alle werkzaamheden ook nog op de voet kunt volgen.

Collectors items

Bron: Facebook

Op Facebook zag ik deze foto langs komen. Iemand had het eerste postcodeboek uit 1978 naar de kringloop gebracht. En een ander had het daar gekocht. Uit nostalgie of als collectors item, wie zal het zeggen.

Over collectors items gesproken, wij kregen er afgelopen week zomaar twee gratis. En wie krijgt in deze tijd nou nog wat voor niemendal?

Ja, je ziet het goed, dat zijn doodgewone ordinaire plastic ijslepeltjes van 13 in een dozijn. Niks bijzonders…

Maar blijkbaar wilde de ijscoman zijn voorraad opmaken, want met ingang van 1 juli 2021 mag dat plastic spul niet meer.
Niet milieuvriendelijk! Het moeten nu houten of kartonnen lepeltjes zijn.

Leo maakte me er op attent. Hij heeft ze thuis dan ook zorgvuldig afgewassen en ik heb ze daarna in mijn tas gestopt. Klaar om nog vaker te gebruiken, want ijs van een houten lepeltje…. nee, dat is het niet!

Handig

Het was me al diverse keren overkomen. Dan stond ik in de winkel en wist ik niet meer wat ik nou precies moest hebben. Diepvrieszakken, maar welke maat? Een lamp, maar wat voor een? En pasten die pedaalemmer-zakken nou wel of niet in de afvalbak?

Ik heb er tegenwoordig een trucje voor. Ik maak met mijn telefoon thuis een foto van de verpakking. Zodat ik gemakkelijk kan zien wat ik nou ook weer wilde. Als het nodig is, kan je zelfs een aantekening erbij maken.

Want vaak is een product niet meer in die uitvoering te krijgen, maar ligt er wel een alternatief.

Ja, zo’n telefoon kan best handig zijn.

Souvenirs

Brengen jullie souvenirs mee van de reizen of tochtjes die je maakt? Ik wil meestal wel iets hebben wat me herinnert aan de reis die we maakten of de plekken die we bezochten.

Geen poppetjes of namaak Eiffeltorens. Nee, meestal zijn het souvenirs die ook weer snel verdwijnen. In onze magen wel te verstaan. Thuis nog even nagenieten van wat er daar te koop en te proeven was.

Natuurlijk kun je hier ook Beerenburg, buitenlandse drank of knoflookworst kopen. Maar juist de plaatselijke specialiteit, net dat andere merk of fabrikant maakt het tot iets speciaals.

Van ons laatste tripje bracht ik kaas mee. Boeren Friese nagelkaas. En geloof me, die is beslist veel lekkerder dan die de grootsuper verkoopt. Maar ja, dat is snel opgegeten. Misschien reden om nog eens terug te gaan?

Spaarpot

Zouden kinderen van nu nog leren om te sparen in een spaarpot? Ik heb eigenlijk geen idee. Want sparen is niet meer zo in, toch?

Bron: foto via Facebook

Een spaarpot zoals deze hadden onze kinderen ook. Je gooide er een gulden in en die rolde dan meteen netjes in het juiste vakje. Dat ging ook zo met andere munten en al snel was er een leuk kapitaaltje bij elkaar.

Je kon die spaarpot natuurlijk ook zelf openmaken en ik denk dat er zo nu en dan wel eens achter onze rug om wat uit gehaald werd. Maar het ging om het idee. Na verloop van tijd werd de inhoud gestort op hun eigen girorekening. Jong geleerd dus….

Die spaarpot is inmiddels een collectors item, denk ik. Net als de piekpijp. En het stuiverspotje van mijn moeder in de vorm van een mini-naaikistje. Alles al lang bij de kringloop gebracht. Zonder inhoud natuurlijk!

Poetsen

Heel vaak kom je dit niet meer tegen, een prachtig glimmend gepoetst huisnummer. Ik fotografeerde dit in Maasland, waar we, na een blog van Emie, op een zonnige dag naar toe reden.

Bij dit glanzende bordje vloog ik terug in de tijd. Wij woonden vroeger in een gewone straat, met rijen huisdeuren. Allemaal donkergroen geverfd en vrijwel allemaal identiek.

Maar onze deur sprong er wel uit. Want we hadden nog een ouwerwetse koperen trekbel en een koperen brievenbus. En die glom steevast dat het een lieve lust was. Op vrijdagmiddag ging ze met haar mandje poetsspullen naar beneden en werd die bel en brievenbus glanzend gepoetst. Geen week sloeg mijn moeder over. Daarna werd de deur gezeemd en het straatje geveegd. Klaar voor het weekend!

En daar moest ik bij dit huisnummer ineens aan denken.

Voorraad

“De Dasty is op”, meldde mijn hulp. “Oh, dan haal ik dat deze week wel even”, was mijn antwoord.

Bron: Google foto’s

Maar zo gemakkelijk gaat dat tegenwoordig niet meer. De winkel is alleen open voor mensen met een afspraak. Dus maakte ik die via mijn telefoon en bestelde twee flessen voor mezelf en een voor mijn hulp. Jammer, maar dat was niet genoeg. De bestelling moest minimaal 10 euro bedragen.

Het wordt steeds dwazer in de wereld. Wat moest ik dan….? Toch besloot ik de bestelling dan maar op te voeren. Vijf flessen werden het. Zo kunnen hulp en ik wel weer even vooruit.

Maar of dat de economie nou gaat helpen…. Normaal gesproken zou ik voor één fles gegaan zijn. En dan had ik en passant nog wel wat anders gekocht. Een blocnote, wat pennen, een vaasje of weet ik veel wat voor ander niet noodzakelijk spul. Nu ben ik voor minimaal een jaar onder de pannen.

Maar wat verlang ik naar een keer weer gewoon gezellig en ontspannen winkelen.

Hoog, hoger, hoogst

De skyline van Rotterdam is de laatste maanden veranderd. Langzaamaan verscheen een nieuw gebouw tussen de hoge wolkenkrabbers:
De Zalmhaven.

En nu is het hoger dan alle andere gebouwen in Rotterdam. Nog steeds niet uitgegroeid, want nog elke week komt er een verdieping bij. Uiteindelijk moet deze woontoren een hoogte van 215 meter bereiken. Wie er (genoeg) geld voor heeft, kan dan gaan wonen op de 60e verdieping.

Het is spectaculair, beslist. Maar toch niet ons idee van leuk wonen. Helemaal boven heb je weliswaar een schitterend uitzicht, maar mis je het contact met de grond.

En stel je eens voor, de elektriciteit valt uit. Je wilt of moet naar beneden of naar boven. Al die trappen….. wat een nachtmerrie.

Maar ja, er zijn altijd mensen die er anders over denken. Dus zullen de appartementen wel verkocht worden.

Goed eten

Eten moeten we elke dag, wel twee of drie keer. Maar eten we dan wel goed?

Dat kun je natuurlijk alleen zelf bepalen en het is dan ook voor iedereen een persoonlijke afweging. Ik geloof niet dat friet met mayonaise gezond is, maar zo nu en dan is wel heel lekker. Een stuk mokkataart of brownie, stroopwafel of Bossche bol, het is allemaal lekker op zijn tijd, maar niet te veel.

Tegenwoordig maakt de groente afdeling van een Nederlandse supermarkt maar een klein deel uit van het hele assortiment. Veel meer vierkante meters worden in beslag genomen door allerlei “gemaksvoedsel”. En als ik in de karretjes van sommige mensen kijk, weet ik bijna zeker dat daar meer kant en klaar spul in ligt dan verse groenten of fruit.

Nu zie ik telkens weer de roep om een “suikertaks” om obesitas te voorkomen. Maar ik denk dat de overheid betere kwaliteitsnormen aan het voedsel moet stellen. De documentaire die ik afgelopen week op ArteTV bekeek, ging over al dat gemaksvoedsel. Dat wel goedkoop en snel klaar is, maar vaak ingrediënten bevat van mindere kwaliteit. De winst moet tenslotte ergens vandaan komen. Ik kan de docu aanraden. Het is een tamelijk lange zit, maar goed om te weten wat er allemaal in ons eten verscholen zit.

Alles plat

Zondagmiddag, ik wilde net aan het eten beginnen, viel de stroom uit. In de hele wijk.

En wat zit de moderne mens dan onthand. Geen licht, geen verwarming, geen TV, geen internet, nou ja niks eigenlijk.

Koken had ik nog wel kunnen doen, want wij koken nog op gas. Maar omdat ik een ovenschotel wilde maken, kon ik toch niet verder…. de oven is elektrisch.

Wat is de wereld dan ineens anders. Liften deden het niet meer, de deur van de Brandweerkazerne kon niet meer open. En digitaal betalen in winkels, vergeet dat maar. Ook de kassa en de scanners laten het dan het afweten.

We maakten van de nood een deugd en zetten overal glazen met waxinelichtjes neer. Het werd eigenlijk best gezellig. Borreltje erbij, chipje, nootje. Maar wat werd het snel koud… brr…. In het donker dus maar een paar dekentjes gezocht. Want met al die sneeuw en vorst buiten hadden we dat wel nodig.

Gelukkig was na zo’n drie kwartier alles weer in orde gebracht. Dus viel het nog wel mee. Maar ik moet er niet aan denken als het langer had geduurd…